MIRKA ROP2 Manual De Instrucciones página 132

Ocultar thumbs Ver también para ROP2:
Tabla de contenido

Publicidad

Idiomas disponibles
  • ES

Idiomas disponibles

  • ESPAÑOL, página 56
staat en druk vervolgens de (16) tegenhouder in het
spindelboorgat tot deze op één lijn ligt met het opper-
vlak van de (13) asstabilisator.
5. Breng een druppel #271 Loctite® of een vergelijkbaar
middel ter grootte van een speldenknop aan op de
buitendiameter van het (18) lager van de spindelas-
semblage. Strijk de druppel lagerborgmiddel over
de lagers tot het gelijkmatig verdeeld is. Let op: Er
is maar een hele kleine hoeveelheid lagerborgmid-
del nodig om rotatie van de buitendiameter van het
lager te voorkomen. Gebruik niet te veel. Daardoor
wordt verwijderen in de toekomst alleen maar lasti-
ger. Plaats de spindelassemblage in het boorgat van
de (13) asstabilisator en zet vast met de (22) bevesti-
gingsring. Let op: Zorg ervoor dat de bevestigingsring
volledig in de groef van de asstabilisator is geklikt.
Laat het hechtmiddel uitharden.
Montage van de motor:
1. Plaats de (62) stofafdichting op de as van de (13) as-
stabilisator.
2. Smeer de (11) O-ring licht in met een licht mineraal
vet en plaats deze in de groef van de (12) borgring,
vervolgens op de (13) asstabilisator met de O-ring
richting de uitsparing.
3. Gebruik de grote zijde van de T-13 lagerdrukmof om
het voorste (10) lager (met 2 schildjes) op de as van
de (13) asstabilisator te drukken.
4. Schuif de (9) voorste eindplaat met de lagerholte
naar beneden gericht op de motoras. Druk zachtjes
de voorste eindplaat op het (10) lager met het grote
uiteinde van de T-13 lagerdrukmof tot de voorste la-
ger in de lagerholte van de eindplaat zit. Let op: Druk
net genoeg om het lager in de holte te duwen. Het
lager kan beschadigd raken als u te hard drukt.
5. Plaats de twee (6) spieën in de groeven van de (13)
asstabilisator. Plaats de (4) rotor op de as van de
(13) asstabilisator en zorg voor een vaste schuifpas-
sing.
6. Plaats de (8) cilinderassemblage over de (4) rotor
waarbij het kortere eind van de veerpen in het blinde
gat in de voorste eindplaat terechtkomt. Opmerking:
De veerpen moet 1,5 mm (0,060 in) boven de flens-
kant van de cilinder uitsteken. Breng kwaliteitsolie
voor pneumatisch gereedschap aan op de vijf (5) bla-
den en plaats deze in de sleuven in de rotor. Een of
twee druppels olie zijn voldoende.
7. Pers het achterste (2) lager (2 schildjes) in de (3)
achterste eindplaat met het T-1B lagerdrukgereed-
schap. Zorg ervoor dat het T-1B drukgereedschap
gecentreerd wordt op de buitendiameter van de bui-
tenloopring. Gebruik het kleine uiteinde van de T-13
lagerdrukmof om een lichte perspassing te maken
van de achterste eindplaat en de lagerassemblage
DOC A2301
129
over de (13) asstabilisator. Deze mof mag uitsluitend
op de binnenloopring van het lager drukken. Belang-
rijk: De druk op de achterste eindplaat en het lager is
correct als de (8) cilinder net genoeg tussen de eind-
platen gedrukt wordt, zodat hij niet vrij beweegt on-
der zijn eigen gewicht wanneer de motorassemblage
horizontaal wordt gehouden, maar nog wel tussen de
eindplaten kan glijden bij een heel kleine kracht. Als
de druk te sterk is, zal de motor niet vrij lopen. Als de
druk op de assemblage niet voldoende is, zal de mo-
tor na montage in de motorbehuizing niet vrij draaien.
8. Zet de assemblage vast door de (1) bevestigingsring
in de groef van de (13) asstabilisator te plaatsen. Let
op: De bevestigingsring moet zo geplaatst worden,
dat het midden en de twee uiteinden van de ring het
(2) lager eerst raken. De twee uitstekende gedeeltes
in het midden moeten stevig in de groef van de assta-
bilisator geklikt worden door met een kleine schroe-
vendraaier tegen de gebogen delen te duwen.
9. Vet de (7) O-ring licht in en plaats deze in de luchtin-
laat van de (8) cilinderassemblage.
10. Smeer de binnenrand van de (32) motorbehuizing
licht in met vet of olie, leg de veerpen van de (8)
cilinderassemblage op één lijn met de groef op de
motorbehuizing en schuif de motorassemblage in de
motorbehuizing. Controleer of de veerpen de opening
in de motorbehuizing raakt. Schroef de (12) borgring
voorzichtig in de motorbehuizing met de T-6 moer-
sleutel voor motorborgringen/spindeltrekker. Stel
het aandraaimoment in op 6,2-7,3 Nm (55-65 in lbs).
Opmerking: Een simpele techniek om er zeker van
te zijn dat de schroefdraad goed pakt, is door de bor-
gring tegen de klok in met de T-6 moersleutel voor
motorborgringen/spindeltrekker te draaien en lichte
druk uit te oefenen. U hoort en voelt een klik als de
schroefdraad van de borgring in de schroefdraad van
de behuizing valt.
11. Plaats een nieuwe (35) schijf en draai deze vast met
een (34) moersleutel voor de schijf.
Testen:
Breng 3 druppels kwaliteitsolie voor pneumatisch gereed-
schap rechtstreeks in de motorinlaat aan en sluit de ma-
chine aan op een luchttoevoer van 6,2 bar (90 psig). Bij
een luchtdruk van 6,2 bar (90 psig) zou een apparaat van
10.000 tpm tussen 10.500 en 9.500 tpm moeten leveren
aan de inlaat van het apparaat bij onbelaste werking. Bij
gebruik van een schijf met afzuiging of een zelfklevende
schijf zal dit onbelaste toerental met ongeveer 500 tpm
tot 1000 tpm afnemen door de luchtweerstand. Dit zal de
prestaties tijdens het schuren echter niet beïnvloeden.
Loctite® is een geregistreerd handelsmerk van Loctite
Corp.
Rev 11/11/14

Publicidad

Tabla de contenido
loading

Tabla de contenido