2.3
Informatie over geluidsoverlast
en trilling
De volgens EN 60745 bepaalde waarden
bedragen gewoonlijk:
Beoordeelde acceleratie
Geluidsdrukniveau
Geluidsvermogensniveau
Meetonzekerheidstoeslag
Draag oorbeschermers!
3
Elektrische aansluiting en inbe-
drijfstelling
De netspanning dient overeen te komen
met de indicatie op de kenplaat
Om ook korte tijd in het overbelastings-
bereik te kunnen werken, is bij 230 V een
zekering van minstens 10 A vereist.
De schakelaar (1.8) dient als aan-/uit-scha-
kelaar (indrukken = AAN, loslaten = UIT).
Door de toets (1.4) naar voren te schuiven
wordt de invalblokkering vergrendeld. De
zaag kan nu tot op de ingestelde zaagdiepte
naar beneden worden gedrukt.
Bij het optillen van de machine veert het
zaagaggregaat weer in de oorspronkelijke
stand terug.
4
Instellingen aan de machine
Als aan de machine wordt gewerkt, dient
altijd de stekker uit het stopcontact
te worden gehaald!
4.1
Zaagdiepte
De zaagdiepte kan van 0 – 47 mm worden
ingesteld:
- Open de draaiknop (1.1).
- Stel met de aanslag (1.3) aan de hand van
de schaal de gewenste zaagdiepte in,
- draaiknop (1.1) vastdraaien.
4.2
Zaaghoek
Het zaagaggregaat kan tussen de 0° en 45°
worden gedraaid:
- Schroef de borstelkrans (3.2) af,
- Maak de voorste en achterste klemming
los (1.8, 3.6),
- Stel aan de hand van de schaal (3.5) de
gewenste zaaghoek in,
- Sluit de beide klemmingen (1.8, 3.6)
weer.
4.3
De AXT 50 LA mag alleen met het Festool-
< 2,5 m/s²
86 dB (A)
Het zaagblad (435450) is vanuit snijgeome-
97 dB (A)
trisch oogpunt afgestemd op de bijzondere
K = 4 dB
eisen voor het zagen van vezelcementplaten
en soortgelijk materiaal. Bij het bijscherpen
dient beslist met deze speciale slijping re-
kening te worden gehouden.
Handelwijze
- Bout (3.8) met de inbussleutel (1.6) los-
draaien,
- Neem de afzuigkap (3.1) naar boven af,
- stel de zaagdiepte in op ca. 15 mm en
druk de machine tot de aanslag naar be-
neden,
- steek de meegeleverde pensleutel in de
twee boorgaten (3.3) van de spanring,
- schroef met de inbussleutel (1.6) de
schroef (3.4) eruit
- Zaagblad afnemen,
- Flenzen schoonmaken,
- Nieuw zaagblad inzetten. Attentie: De
draairichting van het zaagblad en de ma-
chine dienen overeen te komen!
- Bout (3.4) vast aandraaien,
- bevestig de afzuigkap (3.1) weer.
4.4
Op de afzuigaansluiting (1.2) kan een
Festool-afzuigapparaat met een afzuigs-
langdiameter van 36 mm worden aanges-
loten.
De borstelkrans (3.2) sluit de spleet tussen
de machine en het werkstuk, en verbetert
hierdoor het afzuigniveau.
5
26
Wisselen van het zaagblad
zaagblad (435450) worden uitge-
rust. Het gebruik van andere zaag-
bladen is niet toegestaan.
Afzuiging
Sluit de machine altijd aan op een
afzuiging.
Werken met de machine
Bevestig het werkstuk altijd zo, dat
het tijdens de bewerking niet kan
bewegen.
De machine dient steeds met beide
handen aan de daarvoor bestemde
handgrepen te worden vastgehou-
den.