Toegepaste Normen - Ambu aScope 4 RhinoLaryngo Intervention Instrucciones De Uso

Ocultar thumbs Ver también para aScope 4 RhinoLaryngo Intervention:
Tabla de contenido

Publicidad

Idiomas disponibles
  • ES

Idiomas disponibles

  • ESPAÑOL, página 50
Vloeistoffen inbrengen 7b
Steek een spuit in de ingang van het werkkanaal boven aan de endoscoop om vloeistoffen te
injecteren. Als er een Luer Lock-injectiespuit wordt gebruikt, moet het meegeleverde
inbrengapparaat worden gebruikt. Breng de spuit volledig in de ingang van het werkkanaal of
het inbrengapparaat in en druk op de zuiger om vloeistof te injecteren. Zorg dat u hierbij geen
afzuiging toepast, want dan worden de geïnjecteerde vloeistoffen het afzuigopvangsysteem in
geleid. Spoel het kanaal door met 2 ml lucht zodat alle vloeistof uit het kanaal komt. Het wordt
aanbevolen om het inbrengapparaat uit de ingang van het werkkanaal te verwijderen wanneer
dit niet wordt gebruikt.
Aspiratie 7c
Als op de afzuigconnector een afzuigsysteem wordt aangesloten, kan afzuiging worden
toegepast door de afzuigknop met uw wijsvinger in te drukken. Als het inbrengapparaat en/of
een endoscopisch accessoire in het werkkanaal wordt geplaatst, neemt de afzuigcapaciteit af.
Voor een optimale afzuigcapaciteit wordt aanbevolen om gedurende afzuiging het
inbrengapparaat of de injectiespuit volledig te verwijderen.
Endoscopische accessoires inbrengen 7d
Zorg altijd dat u de juiste maat kiest voor endoscopische accessoires voor de endoscoop (zie
paragraaf 5.2). Controleer het endoscopische accessoire voordat u het gebruikt. Vervang het
als het een afwijkende werking vertoont of er anders uitziet. Breng het endoscopische
accessoire in de ingang van het werkkanaal in en breng het voorzichtig naar binnen via het
werkkanaal, totdat het op het livebeeld van het weergaveapparaat te zien is. Het
meegeleverde inbrengapparaat kan worden gebruikt om het inbrengen van zachte
accessoires te vergemakkelijken.
De endoscoop terugtrekken 8
Verzeker u ervan dat de hendel in de neutrale stand staat wanneer u de endoscoop terughaalt.
Trek de endoscoop langzaam terug terwijl u naar het livebeeld op het weergaveapparaat kijkt.
4.5. Na gebruik
Visuele controle 9
Onderzoek de endoscoop op tekenen van beschadiging van het buigstuk, de lens of het
inbrengsnoer. Als op grond van het onderzoek corrigerende maatregelen nodig zijn, voert u
deze uit in overeenstemming met de plaatselijke ziekenhuisprocedures.
Verbinding verbreken 10
Ontkoppel de endoscoop van het Ambu-weergaveapparaat.
Afvalverwerking 11
Gooi de endoscoop, een hulpmiddel voor eenmalig gebruik, weg. Na gebruik wordt de
endoscoop als verontreinigd beschouwd en dient deze te worden afgevoerd in
overeenstemming met de plaatselijke richtlijnen voor de inzameling van verontreinigde
medische hulpmiddelen met elektronische onderdelen.
5. Technische productspecificaties

5.1. Toegepaste normen

De werking van de endoscoop voldoet aan:
– EN 60601-1 Medische elektrische toestellen – Deel 1: Algemene eisen voor basisveiligheid en
essentiële prestaties.
– EN 60601-2-18 Medische elektrische toestellen – Deel 2-18 Bijzondere eisen voor de veiligheid
en essentiële prestatie van endoscopische instrumenten.
133

Publicidad

Tabla de contenido
loading

Tabla de contenido