Instellen van de navigatie
Controle van de werking van het
snelheidssignaal, achteruitrijsignaal,
de sensoriek van het toestel zelf
1 Selecteer in de modus Werkplaats
met de draaiknop en bevestig
SENSORIEK
dit door op de draaiknop te drukken.
2 Voor de controle van de werking van het
snelheidssignaal beweegt u de auto
meerdere meters voorwaarts of
achterwaarts.
Het getal achter
WIEL
snelheid) steeds groter worden.
Het getal achter
WIEL
het gaspedaal trapt terwijl u stilstaat niet groter
worden.
3 Voor het controleren van de werking van
het achteruitrijsignaal zet u de koppeling in
de achteruitrijversnelling.
Het getal achter
ACHTERUIT
op
) springen.
0
4 Om de test van de sensoriek te verlaten,
drukt u
NAVI/OK
Vervolgens gaat u terug in de modus
Werkplaats.
25
Du
: moet (ook bij een geringe
: mag in nullast of als u op
: moet van
toets in.
Controle van de werking van de GPS-
antenne
1 Selecteer in de modus Werkplaats
met de draaiknop en bevestig dit door
INFO
op de draaiknop te drukken.
Bij een correcte functionaliteit en GPS-ontvangst
worden het aantal ontvangen satellieten (bijv.
), datum en tijd (bijv.
SAT 3/8
de momenteel mogelijke bepaling van de positie
(bijv.
FIX
Het getal achter
Voor een goede en snelle kalibrering heeft u
minimaal
duren voordat deze waarde is bereikt (auto nu
niet bewegen).
2 Om de GPS-test te verlaten, drukt u
NAVI/OK
Vervolgens gaat u terug in de modus
Werkplaats.
op
(
0
1
1
07.04.19 14:56:04
) weergegeven.
3D
: en
: moet niet veranderen.
X
Y
nodig. Het kan een poosje
FIX 2D
toets in.
GPS
) en