ONDERHOUD EN OPSLAG
of de messen niet gedeeltelijk geblokkeerd of
vervormd zijn en wend u tot uw Verkoper voor
een controle van de carburator en de motor.
• Regeling van het minimumtoerental (Fig.
11)
LET OP!
!
wordt alleen geregeld wanneer de messen
bewegen met de motor op het laagste toe-
rental.
De snelheid neemt af door de schroef (1) tegen
de wijzers van de klok te draaien tot de stilstand
van de messen, met een voldoende regelmatig-
heid bij de werking.
Indien de motor op het minimumtoerental een
onregelmatige werking vertoont, draai dan de
schroef (1) in wijzerzin om de snelheid te verho-
gen.
LET OP!
!
bewegen met de motor op het minimumtoe-
rental; contacteer uw verkoper indien u er
niet in slaagt een bevredigende regeling uit te
voeren.
SMERING VAN DE REDUCTOR (Fig. 12)
Elke 20 werkuren wordt het niveau aangevuld
met speciaal vet op basis van molybdeenbisulfi-
de, aan de hand van de smeerinrichting (1).
REGELING VAN DE MESSEN
De messen zijn onderhevig aan een geleidelijke
slijtage die zichtbaar is wanneer het snijresultaat
slechter wordt door een overmatige speling.
LET OP!
!
De regeling wordt uitge-
voerd wanneer de motor uitgeschakeld is en
de messen tot stilstand gekomen zijn
Voor de regeling (Fig. 13):
– De moeren (1) losser draaien.
– De gaten (2) van de schroeven (3) zorgvuldig
vrijmaken van stof en vuil.
– De schroeven (3) tot aan de eindaanslag draai-
en zonder aan te spannen, en vervolgens 1/4
- 1/2 toer losdraaien.
– De moeren (1) vastschroeven.
Het
minimumtoerental
De messen mogen niet
– De messen smeren.
– De motor starten en gedurende ongeveer 1
minuut op het hoogste toerental laten draaien.
– De motor uitschakelen en wachten tot de
messen tot stilstand gekomen zijn. Raak ze
aan; indien ze niet te heet zij om met de hand
aangeraakt te worden, betekent dit dat de
regeling correct uitgevoerd is.
– Indien de hitte te groot us, de moeren (1) en de
schroeven (3) een beetje losdraaien en de test
herhalen tot een bevredigende situatie beko-
men wordt.
LET OP!
!
moeren (3) helemaal vastgeschroefd zijn
alvorens het werk te hervatten.
SNIJVERMOGEN VAN DE MESSEN
De messen moeten geslepen worden wanneer
ze minder goed werk leveren en de takken mak-
kelijk geklemd raken.
LET OP!
!
Een mes dat versleten is
wordt nooit gespelen maar altijd vervangen.
BELANGRIJK
Het is altijd wenselijk het slij-
pen te laten uitvoeren door uw verkoper, die over
de gepaste gereedschappen en de nodige
bekwaamheid beschikt.
Indien de messen geslepen moeten worden,
wordt een vijl met fijne korrel gebruikt en wordt
het volgende in acht genomen (Fig. 14):
– Plaats de vijl (1) op het snijvlak (2) in een hoek
van 45° en ga te werk met een beweging van
boven naar de snijzijde toe.
– Zorg ervoor dat de vijl alleen in de heenbewe-
ging over het snijvlak gaat, til het op om terug
naar het begin te gaan.
– Vijl weinig materiaal weg.
– Verwijder alle oneffenheden met een slijp-
steen.
– Verwijder eventuele slijpsporen en smeer het
mes alvorens het opnieuw te monteren.
BUITENGEWONE HANDELINGEN
Elke onderhoudsbeurt die niet vermeld wordt in
deze handleiding dient alleen door uw Verkoper
uitgevoerd te worden.
Handelingen die uitgevoerd werden in niet
geschikte structuren of door onbekwame perso-
nen doen de garantie vervallen.
NL
Controleer altijd of de
85