Krimp ter verzegeling de klemverbinder -5- met de heteluchtblazer uit de kabelstreng-reparatieset -VAS1978-.
Vernieuw de kabelomwikkeling.
Blz. 4 - afb. 1
Tip
De stekker -1- is zo gemaakt dat hij enkel in een positie in de aansluitbussen op het besturingstoestel -3- ingestoken
kan worden.
Plug de aansluitstekkers van de sensoren -1- volgens de nummering in de bijbehorende bussen "1" tot "4" in het
besturingstoestel -3- tot ze voelbaar vastklikken.
Steek de aansluitstekker -2- van de kabelset Voeding in de bijbehorende bus aan het besturingstoestel -3- tot hij
voelbaar vastklikt.
Steek de aansluitstekker -4- van de zoemer in de bijbehorende bus "BUZ" aan het besturingstoestel -3- tot hij
voelbaar vastklikt.
Setup van de parkeerhulp uitvoeren blz. 47.
1.3 Montage van de componenten, Golf Variant
Schakel alle verbruikers en de ontsteking uit en trek de contactsleutel uit.
Blz. 4 - afb. 2
Tip
◆
De afbeelding toont de linkerzijde van de achterste bumperafdekking -1- van binnenuit. De montagegaten aan de
rechterzijde worden overeenkomstig gemarkeerd en geboord.
◆
De buitenste montagegaten -4- voor de sensoren worden volgens de markeringen aan de binnenkant van de
bumperafdekking geboord.
◆
De binnenste montagegaten -3- voor de sensoren worden, uitgaand van de aangegeven markeringen -2- 50 mm
naar buiten en 9 mm naar boven verschoven gemarkeerd en geboord.
Bumperafdekking demonteren.
ELSA; rep.-gr. 63
Teken aan de binnenzijde van de bumperafdekking de boorpunten af en markeer ze.
Boor met een ∅ 2 mm boor voor.
Plak om de bumperafdekking aan de zichtzijde te beschermen, de in te boren gedeelten aan de buitenkant ruim
met plakband af.
Boor de gaten van buiten uit met een Forstner-boor op ∅ 20 mm en maak het boorgat vervolgens braamvrij.
Verwijder de linker zijdelingse kofferruimtebekleding uit de auto.
ELSA; rep.-gr. 70
Blz. 4 - afb. 3
Installeer de van "1" t/m "4" genummerde aansluitkabels van de kabelset Sensoren vanaf de binnenzijde van de
bumperafdekking naar buiten. Leiding "1" begint bij de rechter montageboring in rijrichting gezien, de leidingen "2"
t/m "4" worden vanaf daar op volgorde gepositioneerd.
Ontvet de binnenzijde van de bumperafdekking met een geschikt reinigingsmiddel.
Bevestig de kabelset met de sokkelkabelbinders uit de levering in de bumperafdekking -pijlen-.
Blz. 5 - afb. 1
Tip
◆
De volgende stappen mogen pas uitgevoerd worden als de lak van de sensoren volledig gedroogd is.
◆
De afbeelding toont voor de overzichtelijkheid een gedemonteerde sensor.
◆
De correcte positie is aan de hand van de markeringen in de buitenste ring van de sensoren te herkenen - deze
moeten naar boven wijzen.
◆
De stekker -3- is zo gemaakt dat hij enkel in een positie in de aansluitbus -1- aan de sensor -2- ingestoken kan
worden.
Sluit stekker -3- op de aansluitingsbussen -1- van de sensoren aan.
Schuif de afdekkingen -4- over de sensoren -2- en clips de sensoren in de gaten van de bumperafdekking in.
Blz. 5 - afb. 2
Bij de kabelset Sensoren -1- de kabeldoorvoer -2- circa 300 mm in de richting van de aansluitstekker van het
besturingsapparaat verschuiven.
46