2
1
6
10
10
Elementen:
1. Accuglijder
2. Greep/hendel
3. Trigger
4. Motor ventilatiegaten
5. Pomp verdeelstuk
5.0 POMPAFSTELLING
5.1 Hydraulische aansluitingen
The pump is intended for use with single-acting hydraulic De pomp
is alleen bedoeld voor gebruik met enkelwerkende hydraulische
cilinders en apparaten. Maak aansluitingen zoals beschreven in
de volgende stappen. Raadpleeg Figuur 3 voor de poortlocaties
(A), (B) en (C).
1. Verwijder de verzendingsplugs uit de poorten (A) en (B). Zie
Figuur 3 voor de locaties.
Opmerking: in de volgende stappen, wind 1-1/2 wikkelingen
tefl ontape
of
andere
geschikt
afdichtmiddel op alle hydraulische
fi ttingen, maar laat zoals in fi guur 2
getoond
de
eerste
volledige
schroefdraad vrij van tape of
afdichtmiddel.
BELANGRIJK: wees voorzichtig
om geen delen van de tape in het
hydraulische systeem binnen te
krijgen.
2.
Installeer een 1035 bar [0-15,000 psi] manometer in de 0,250-
18 NPTF-meetpoort (A).
3
4
5
6. Zuigpomp
7. Venster Snelheidsbereikindicator
8. Hoog/laag/
triggervergrendelingsschakelaar
9. Accu brandstofmeter
Figuur 1, Kenmerken en onderdelen van de pomp
Figuur 2,
Draadgangafdichting
8
7
15
14
10. Lithium-Ion accu
11. Accu loskoppelknoppen
12. Ontlastklep (gebruiker-afstelbaar)
13. Ventilatie/olievuldop
14. Hydraulisch reservoir
15. Regelklephendel
3.
Sluit het ene uiteinde van een slang aan op de 0,375-18 NPV-
klepuitlaat (B). Sluit het andere uiteinde van de slang aan op
de hydraulische cilinder of andere hydraulische aandrijving.
4.
Indien nodig voor uw aanvraag, is een 3/8"-18 NPT terug-naar-
tank poort (C) als hulpmiddel aangebracht op de bovenplaat
van het reservoir.
WAARSCHUWING: voor een goede werking, vermijd draaien
of strak buigen van slangen. Als een slang wordt gedraaid
of anderszins beschadigd, moet deze worden vervangen.
Beschadigde slangen kunnen scheuren onder hoge druk. Dit kan
leiden tot ernstig persoonlijk letsel.
5.2 Olie toevoegen
De ventilatie/vuldop losdraaien en verwijderen. Zie fi guur 4. Oliepeil
in het reservoir controleren. Oliepeil moet 1 cm [½ inch] onder de
ventilatie/vuldopopening liggen. Voeg Enerpac hydraulische olie
toe zoals vereist als het oliepeil te laag is.
Opmerking: gebruik alleen Enerpac hydraulische olie. Gebruik
van andere oliën en vloeistoffen kan schade veroorzaken aan de
pomp of de afdichtingen en doen de garantie op uw pomp teniet.
BELANGRIJK: vul alleen olie bij wanneer alle systeemonderdelen
volledig ingetrokken zijn; anders bevat het systeem meer olie dan
het reservoir kan houden.
55
9
10
11
12
13
11