9.
INDICATIELAMPJE
START A (Ref.9 - Figuur 1 Pag. 3.): deze TIG-lasmodus
wordt uitgevoerd met de volgende procedure:
ONTSTEKING VAN DE BOOG:
de elektrode wordt op het werkstuk gericht
dat gelast moet worden, zodat er kortslui-
ting wordt veroorzaakt tussen het werkstuk
(2) en de elektrode (1), en wordt vervol-
gens opgetild; op deze manier wordt de
boog ontstoken. Er wordt gegarandeerd
dat de elektrodepunt niet beschadigd
wordt, dankzij de lage ontstekingsstroom
tijdens de kortsluiting tussen het werkstuk
en de elektrode. De ontsteking is altijd per-
fect, ook als de lasstroom ingesteld is op
het minimum, en er kan altijd worden ge-
werkt zonder de omgeving te vervuilen
door de zeer sterke elektromagnetische
storingen die gewoonlijk worden veroorzaakt door ontladingen
met hoge frequentie.
De voordelen kunnen als volgt worden samengevat:
1. Start zonder dat er hoge frequentie nodig is.
2. Start zonder dat de punt van de elektrode wordt beschad-
igd, welke stroom er ook ingesteld is, en dus wordt er geen
wolfraam ingesloten in het werkstuk (een verschijnsel waar-
van sprake is bij ontsteking door frictie).
UITSCHAKELING VAN DE BOOG: om de lasfase af te sluiten kan
de bediener de traditionele trektechniek toepassen, maar hij kan ook
een nieuwe techniek toepassen die de toortsknop simuleert.
Deze techniek wordt "Fuzzy afsluiting" genoemd, en maakt
een daaltijd mogelijk zonder toortsknop. Tijdens de lasfase is
het voldoende dat de operator zich van het werkstuk verwi-
jdert om een daaltijd te beginnen. Als men de tijd zou willen
onderbreken (zonder de tijd af te wachten die nodig is om af
te sluiten), is het voldoende dat de bediener de boog weg-
trekt (zoals gebeurt bij het klassieke Tig Lift-proces). De duur
van de daaltijd kan worden weergegeven en gewijzigd door
de toets 11 in te drukken.
10. SELECTIETOETS LASPROCES: door deze toets in te druk-
ken (Ref.10 - Figuur 1 Pag. 3.) kan het lasproces (MMA of
LIFT TIG) worden geselecteerd.
11. SELECTIETOETS LASPARAMETERS: door deze toets in
te drukken (Ref.11 - Figuur 1 Pag. 3.) kunnen de lasparame-
ters die bij het geselecteerde proces horen, worden gewij-
zigd.
In de MMA-modus krijgt men met deze toets toegang tot
achtereenvolgens de weergave en eventuele wijziging door
middel van de knop (Ref.12 - Figuur 1 Pag. 3.) van het HOT
START- en het ARC FORCE-percentage (Ref.5 - Figuur 1
Pag. 3.) .
Door één keer in te drukken verschijnt op het display het in-
gestelde HOT START-percentage. Met de regelknop (Ref.12
- Figuur 1 Pag. 3.) kan de waarde worden veranderd tussen
0 en 99%.
Door de toets een tweede keer in te drukken krijgt men toe-
gang tot de weergave/regeling van het ARC FORCE-per-
centage. Om terug te keren naar de weergave van de
stroom, enkele seconden wachten of opnieuw de toets in-
drukken (Ref.11 - Figuur 1 Pag. 3.)
In de LIFT TIG-modus krijgt men met de toets toegang tot
achtereenvolgens de weergave en eventueel tot wijziging)
door middel van de knop (Ref.12 - Figuur 1 Pag. 3.) van de
stijg- en daaltijd van de stroomkromme (Ref.6 - Figuur 1 Pag.
3.) .
Door één keer in te drukken verschijnt op het display de sti-
jgtijd van de stroomkromme. Met de regelknop (Ref.12 - Fi-
guur 1 Pag. 3.) kan de waarde worden veranderd tussen 00
en 9.9 seconden.
Bij de tweede keer indrukken van de toets krijgt men de weer-
gave/regeling van de daaltijd van de stroomkromme. De log-
ica die de kromme veroorzaakt kan worden uitgeschakeld
ONDERHOUD
TIG-LASSEN
MET
LIFT-
wanneer de operator de toorts weghaalt van het werkstuk dat
gelast wordt, door de tijd voor de kromme in te stellen op "of"
t (indicatie "dof") .
Als de toets lang ingedrukt wordt , worden de lasparameters
ingesteld op de waarden die het meest geschikt zijn voor het
geselecteerde proces (default waarden).
12. REGELKNOP (Ref.12 - Figuur 1 Pag. 3.) : met deze knop
worden zowel de lasstroom als de waarde van de parame-
ters die bij het geselecteerde proces horen, geregeld.
N.B.: de generator is uitgerust met een (Antisticking) inrichting
voor het uitschakelen van de krachtstroom bij uitgangskortsluiting
of bij vastplakken van de elektrode, zodat deze eenvoudig van het
te lassen deel verwijderd kan worden. Deze inrichting treedt in
werking wanneer de generator wordt gevoed, dus ook tijdens de
begincontrole, zodat extra belasting of kortsluiting tijdens deze
fase als een storing wordt beschouwd en dus een krachtstroom-
onderbreking bij de uitgang veroorzaakt (indicatie "ScA") op het
display.
5.0
ONDERHOUD
OPGELET: HAAL DE STEKKER UIT HET STOPCONTACT EN
WACHT MINSTENS 5 MINUTEN ALVORENS ONDERHOUD-
SWERKZAAMHEDEN UIT TE VOEREN. WANNEER HET AP-
PARAAT ONDER ZWARE OMSTANDIGHEDEN WERKT
MOETEN DE ONDERHOUDSINTERVALLEN VERKORT
WORDEN.
Voer elke drie ( 3) maanden onderstaande werkzaamheden
uit:
1.
Vervang onleesbare etiketten.
2.
Reinig de laskoppen en zet ze stevig vast.
3.
Vervang beschadigde gasslangen.
4.
Repareer of vervang beschadigde laskabels.
5.
Laat een beschadigde voedingskabel uitsluitend door vak-
mensen vervangen.
Voer elke zes (6) maanden onderstaande werkzaamheden uit:
1.
Maak de binnenkant van de generator stofvrij met behulp van
een droge luchtstraal.
2.
Doe dit vaker wanneer de werkomgeving zeer stoffig is.
4 NL
NL