ABB TTR200 Instrucciónes De Licenciamiento página 127

TTR200 TEMPERATUUR-MEETOMVORMER RAILMONTAGE | CI/TTR200-X1 REV. C
Basisinstellingen
Sensorfout-afstemming (DTM-afstemmingsfunctie)
De sensorfout-afstemming is in DTM mogelijk via de menu-optie
Gerät / Kalibrierung (Apparaat / kalibratie).
Voor de sensorfout-afstemming moet de op de meetomvormer
aangesloten sensor per waterbad of oven bij voorkeur op de
begintemperatuur voor de meting / Trim low worden gezet. Let
er met name op dat een afgestemde stabiele temperatuurstaat
bereikt wordt.
In DTM dient de betreffende temperatuur van de sensor te
worden ingesteld voordat de afstemming wordt uitgevoerd. Uit
de vergelijking van de ingevoerde afstemtemperatuur
(instelwaarde) en de door de meetomvormer gemeten digitale
temperatuur, die na de linealisering als HART-
temperatuurinformatie ter beschikking staat, bepaalt de
meetomvormer de door de sensor veroorzaakte
temperatuurafwijking.
Deze vastgestelde temperatuurafwijking zorgt bij een sensor-
afstemming (eenpuntsafstelling) tot een offsetverschuiving van
de door de linealiseringsmodule afgegeven lineaire karakteristiek
waarvan de waardes overeenkomen met het HART-signaal resp.
aan de stroomuitgang kunnen worden overgedragen.
Een zuivere sensor-offsetfout kan worden gecorrigeerd met de
kalibratiefunctie "Messbereichsanfang setzen" (meetbereikbegin
instellen) of de instelfunctie "Trim low".
Een onzuivere offsetfout kan daarentegen kan principieel alleen
met een tweepuntsinstelling of een tweepuntskalibratie worden
gecorrigeerd.
Analoge D / A-uitgangsinstelling (4 mA- en 20 mA-Trim)
De analoge D / A-uitgangsinstelling dient voor de
foutcompensatie van de stroomingang van het bovenliggende
systeem. Via de analoge D / A-uitgangsinstelling van de
meetomvormer kan de lusstroom zo veranderd worden dat in het
bovenliggende systeem de gewenste waarde wordt
weergegeven.
Een foutcompensatie van het bovenliggende systeem is aan het
begin van het meetbereik bij 4 mA en / of 20 mA mogelijk
(eenpunts-foutcorrectie: offset of tweepunts foutcorrectie
offset + lineaire stijging).
De analoge D / A-uitgangsinstelling is in DTM mogelijk via de
menu-optie Gerät / Kalibrierung (Apparaat / kalibratie).
Voor de analoge instelling kunnen door iteratieve invoer van
stroomwaarden in de simulatiemodus de lusstroomwaarden
worden bepaald waarbij het bovenliggende I/O-systeem precies
4.000 mA resp. de begintemperatuur van de meting en 20.000
mA resp. de eindtemperatuur van de meting weergeeft. De
lusstroomwaarden moeten met een ampèremeter worden
gemeten en genoteerd.
Tevens moet in de analoge D / A-uitgangsinstelmodule door
sensorsimulatie het begin van het meetbereik of 4,000 mA
worden gesimuleerd. Daarna moet de eerder iteratief bepaalde
stroomwaarde als instelwaarde worden ingevoerd waarbij het
bovenliggende systeem precies 4.000 mA resp. het begin van het
meetbereik weergeeft. Ga op dezelfde manier te werk voor het
einde van het meetbereik resp. bij 20.000 mA.
Na deze correctie wordt de A / D-omzetfout van het
bovenliggende systeem door de D / A-omvormer van de
meetomvormer gecorrigeerd. Voor het bovenliggende systeem
komen nu de waarden van het analoge 4 tot 20 mA-
uitgangssignaal en het digitale HART-signaal overeen.
Bij het aansluiten van de meetomvormer op een andere ingang
van een bovenliggend systeem moet de instelling herhaald
worden.
NL – 23
127