Alle 500 bedrijfsuren, minstens jaarlijks
Laat het onderhoud van het apparaat
uitvoeren door de klantenservice.
Olie vervangen.
Olie vervangen:
Opvangbak voor ongeveer 1 liter olie
klaarstellen.
Olieaflaatschroef uitdraaien.
Olie in opvangbak aflaten.
Oude olie op milieuvriendelijke wijze ver-
wijderen of bij een geautoriseerde instantie
indienen.
Afdichting van de olieaftapschroef ver-
vangen.
Olieaflaatschroef indraaien.
Nieuwe olie langzaam tot de „MAX"
markering aan het oliereservoir vullen.
Instructie:
Luchtbellen moeten kunnen ontsnappen.
Oliesoort en vulhoeveelheid zie Techni-
sche gegevens.
Onderhoudswerkzaamheden aan de motor
overeenkomstig de gegevens in de ge-
bruiksaanwijzing van de motorfabrikant uit-
voeren.
Hogedrukslang
Gevaar
Verwondingsgevaar!
Hogedrukslang controleren op bescha-
diging (barstgevaar).
Beschadigde hogedrukslang onmiddellijk
vervangen.
Vorstbescherming
LET OP
Gevaar voor beschadiging! Bevriezend wa-
ter in het apparaat kan delen van het appa-
raat vernielen.
Apparaat in de winter in een verwarmde
ruimte bewaren of leegmaken. Bij langduri-
ge stilstanden is het aanbevolen antivries-
middel door het apparaat te pompen.
Motor
Water aflaten
Watertoevoerslang en hogedrukslang
losschroeven.
Apparaat max. 1 minuuut laten draaien
tot de pomp en de leidingen leeg zijn.
Apparaat met antivriesmiddel spoelen
Instructie:
Behandelingsvoorschriften van de fabri-
kant van het antivriesmiddel in acht nemen.
Gebruikelijk antivriesmiddel door het
apparaat pompen.
Daardoor wordt ook een bepaalde corro-
siebescherming bereikt.
Hulp bij storingen
GEVAAR
Verwondingsgevaar door onverwacht star-
tend apparaat Trek de bougiestekker uit
voor reparatiewerkzaamheden aan het ap-
paraat.
Verbrandingsgevaar! Raak hete geluid-
dempers, cilinders of koelribben niet aan.
Apparaat draait niet
Instructies in de gebruiksaanwijzing van de
motorfabrikant in acht nemen!
– Veiligheidsthermostaat aan de hoge-
drukpomp heeft het toestel na een lan-
ge circulatiewerking uitgeschakeld
Apparaat laten afkoelen, vervolgens
opnieuw inschakelen. Zie daartoe ook
hoofdstuk „Werking onderbreken".
Apparaat bouwt geen druk meer op
– Toerental van de motor te laag
Toerental van de motor controleren (zie
Technische gegevens).
– Sproeier is ingesteld op „CHEM"
Sproeier op „Hogedruk" stellen.
– Sproeier verstopt/geërodeerd
Sproeier reinigen/vervangen.
– Zeef in de wateraansluiting vervuild.
Zeef reinigen.
– Lucht in het systeem
Apparaat ontluchten.
– Watertoevoerhoeveelheid te laag
NL
– 7
47