Onderhoud (vervolg)
Veiligheidscontrole van het vergrendelingsys-
teem
Voer tijdens het maaiseizoen op gezette tijden de volgende con-
troles van het vergrendelingssysteem uit. Raadpleeg met eventuele
vragen uw Snapper-distributeur.
!
WAARSCHUWING
GEBRUIK de machine NIET als een veiligheidsvergrendeling of een
andere beveiliging ontbreekt of niet naar behoren werkt. Tracht
beveiligingen NIET uit te schakelen, te wijzigen of te verwijderen.
De motor mag niet starten als:
1. Het ontkoppelings/rempedaal niet volledig ingedrukt is OF
2. De meshendel AAN staat (messen ingeschakeld).
De motor moet starten als:
1. De meshendel UIT staat (messen uitgeschakeld) EN
2. Het ontkoppelings/rempedaal volledig ingedrukt is.
De motor en de messen moeten stoppen als:
1. De bestuurder zijn stoel verlaat terwijl de meshendel AAN staat
(messen ingeschakeld) OF
2. De bestuurder zijn stoel verlaat terwijl het ontkoppe-
lings/rempedaal niet volledig ingedrukt is.
Achteruitvergrendeling
Controleer de werking van de achteruitvergrendeling terwijl de
motor uitgeschakeld is.
1. Druk het mespedaal in en houd het ingedrukt.
2. Druk het ontkoppelings/rempedaal in en houd het ingedrukt.
3. Wanneer stappen 1 en 2 uitgevoerd zijn, mag u de versnelling-
shendel niet in achteruit kunnen plaatsen.
!
WAARSCHUWING
GEBRUIK DE MACHINE NIET als de achteruitvergrendeling niet naar
behoren werkt. Neem onmiddellijk contact op met uw SNAPPER
distributeur om het probleem op te lossen.
Smeren - smeerpunten
De volgende onderdelen van de Frontmaaier zijn voorzien van
smeerpunten en moeten regelmatig worden gesmeerd. Gebruik een
smeerpistool met vet voor algemeen gebruik (NLGI Nr. 2).
1. Lagers van de voorwielen. Zie het gedeelte
"LAGERS VAN DE VOORWIELEN - SMEREN".
2. Lagers van de achteras. Zie het gedeelte
"LAGERS VAN DE ACHTERAS - SMEREN".
3. As van het maaimes. Zie het gedeelte
"AS VAN HET MAAIMES - SMEREN".
4. Versnellingspook. Raadpleeg het gedeelte
"VERSNELLINGSPOOK - SMERING".
De motor controleren
1. Vervang de motorolie. Zie het gedeelte "DE MOTOROLIE VER-
VANGEN". Raadpleeg de handleiding van de motor voor de
specificaties van de olie.
2. Vervang de luchtfilter.
Trek de vergrendeling van de luchtfilter (A, Figura 23)
naar boven en draai ze om het deksel van de filter te
!
verwijderen (B).
BELANGRIJK: Wanneer het deksel verwijderd is, ziet u de carbura-
torzijde van de luchtfilter, die schoon zal lijken. Verwijder de filter en
de voorfilter om ze te controleren.
A
D
Figuur 23: Het deksel van de luchtfilter openen
(Illustratie: Briggs-motor)
Verwijder de luchtfilter (C).
Verwijder en reinig de voorfilter van de motor (achter de
luchtfilter).Raadpleeg de handleiding van de motor voor
instructies voor de reiniging en het onderhoud.
!
Installeer de voorfilter en de luchtfilter terug volgens de
instructies in de handleiding van de motor.
Plaats het deksel van de luchtfilter terug. Plaats de gren-
del over het deksel en draai en druk naar omlaag om
vast te maken.
BELANGRIJK: De lipjes (D) van het deksel van de luchtfilter
moeten volledig in het gleuven van het motordeksel passen, zoniet
zal het compartiment niet volledig afgesloten zijn en kunnen resten
in de carburator dringen
C
B
19