Herstellen (vervolg)
!
WAARSCHUWING
Voer GEEN afstellingen, onderhoud of herstellingen uit terwijl de
motor of het mes werkt. STOP het mes. STOP de motor. Schakel
de handrem in. Verwijder de sleutel. Verwijder de bougiekabel van
de bougie en bevestig hem uit de buurt van de bougie. De
onderdelen en de motor zijn HEET. Laat de motor en de onderde-
len voldoende afkoelen, om ernstige brandwonden te voorkomen.
De stop van de benzinetank en de verluchting goed sluiten om
geen brandstof te morsen.
Onderdelen van de aandrijving van
de frontmaaier
Uw maaier is voorzien van een geoctrooieerde koppeling voor vlot
starten. De koppeling moet vlot werken en voldoende tractie geven.
Raadpleeg in geval van problemen uw Snapper-distributeur voor
reparatie.
De wielrem afstellen
Test de wielrem op een droog betonnen vlak. Als de wielrem correct
is afgesteld, moet ze de Frontmaaier binnen de 1,5 m van zijn hoog-
ste snelheid tot stilstand brengen. Als de remafstand meer dan 1,5
m bedraagt, moet u de wielrem als volgt afstellen:
1. Respecteer de WAARSCHUWING op deze bladzijde.
2. Controleer het brandstofniveau van de tank. Indien de tank
meer dan 3/4 vol is, verwijdert u ze. Raadpleeg het gedeelte
"DE BRANDSTOFTANK VERWIJDEREN". Indien de tank 3/4 of
minder vol is, gaat u over tot de volgende stap.
3. Plaats de Frontmaaier voorzichtig op de achterbumper.
4. Druk het ontkoppelings/rempedaal (A, Figuur 39) volledig in.
Plaats de grendel van de parkeerrem in de positie "AAN" en
houd hem vast terwijl u het ontkoppelings/rempedaal (B)
loslaat om de parkeerrem te blokkeren.
B
Figuur 39: De handrem afstellen
5. Meet de afstand (A, Figuur 40) tussen het uiteinde van de
ontkoppelings/ remkabel (B) en de onderzijde van de behuizing
(C). De afstand mag niet kleiner zijn dan 12 mm en niet groter
dan 19 mm.
OPMERKING: Opmerking: De splitpen, de remveer en het koppel-
ingsjuk (D,E en F, Figuur 40) worden uitsluitend als referentie
weergegeven.
26
!
C
E
B
D
Figuur 40: De remkabel afstellen
6. Indien de afstand kleiner is dan 12 mm of groter dan 19 mm,
maakt u de twee tegenmoeren (A, Figuur 41) los. Houd de
ontkoppelings/remkabel (B) tegen de beugel van de ket-
tingkast.
7. Maak met behulp van de tegenmoeren de kabel langer of kor-
ter, tot de afstand tussen het uiteinde van de ontkoppelings/
remkabel (afstelling: zie detail van Figuur 40) en de onderzijde
van de behuizing 12 mm tot 19 mm is.
8. Draai na het afstellen de tegenmoeren stevig vast.
9. Test de wielrem opnieuw.
A
Figuur 41: Stelmoeren van de remkabel
E
A
A
C
D
B
www.snapper.com