STORING OF
STORINGSCODE
BEVEILIGING
Fase-uitval of nul- en fasedraad
zijn omgekeerd aangesloten
(alleen voor 3-fasige modellen)
Storing van temperatuursensor
van de
condensorkoelmiddeluitlaat
(T3).
Storing van
omgevingstemperatuursensor
(T4).
Storing van
aanzuigtemperatuursensor (Th)
Storing van
afvoertemperatuursensor (Tp)
Communicatiefout tussen
monobloc
Communicatiestoring tussen
omvormermodule PCB A en
moederbord PCB B
Drie keer de P6 L0 / L1
beveiligingscode
STORINGSOORZAAK EN CORRIGERENDE MAATREGEL
1. Controleer of de voedingskabels goed zijn aangesloten om
fase-uitval te voorkomen.
2. Controleer of de volgorde van de nul- en fasedraad omgekeerd
zijn aangesloten.
1. De T3-sensorconnector zit los. Sluit hem opnieuw aan.
2. De T3-sensorconnector is nat of er zit water in. Droog de
connector. Voeg watervaste lijm toe.
3. T3-sensorstoring; vervang de sensor.
1. De T4-sensorconnector zit los. Sluit hem opnieuw aan.
2. De T4-sensorconnector is nat of er zit water in. Droog de
connector. Voeg watervaste lijm toe.
3. T4-sensorstoring; vervang de sensor.
1. De Th-sensorconnector zit los. Sluit hem opnieuw aan.
2. De Th-sensorconnector is nat of er zit water in. Droog de
connector. Voeg watervaste lijm toe.
3. Th-sensorstoring; vervang de sensor.
1. De Tp-sensorconnector zit los. Sluit hem opnieuw aan.
2. De Tp-sensorconnector is nat of er zit water in. Droog de
connector. Voeg watervaste lijm toe
3. Tp-sensorstoring; vervang de sensor.
1. Geen draadverbinding tussen moederbord PCB B en moederbord
van hydraulische module. Sluit de draad aan.
2. De volgorde van de communicatiedraad is niet correct. Sluit de
draad aan in de juiste volgorde.
3. Controleer op een sterk magnetisch veld of sterke
stroomstoringsbronnen zoals liften, stroomtransformatoren enz.
1. Controleer of de PCB- en driverbord voorzien zijn van stroom.
Controleer of het omvormermodule-PCB-indicatielampje brandt of niet.
Sluit de voedingskabel opnieuw aan als het lampje niet brandt.
2. Als het lampje wel brandt, controleer dan de draadverbinding tussen
de omvormermodule-PCB en hoofdbesturingskaart-PCB. Sluit de
draad opnieuw aan of vervang hem als deze loszit of kapot is.
3. Vervang respectievelijk de hoofd-PCB- en driverbord.
De som van het aantal keren dat L0 en L1 verschijnen in een uur
is gelijk aan drie. Zie L0 en L1 voor foutafhandelingsmethoden.
70