1. Schroef het ventiel los.
2. Demonteer het ventiel.
•
DN 8, niet veerbelast: Druk de ventielcartridge naar buiten en verwijder de ventielzit-
ting uit de kogelkooi.
•
DN 8, veerbelast: Schroef de kogelkooi los met een ronde tang.
•
DN 20: Schroef de kogelkooi los met een ronde tang.
3. Reinig alle onderdelen en controleer of deze intact zijn.
4. Vervang defecte onderdelen door nieuwe exemplaren.
5. Vervang de O-ringen door nieuwe exemplaren.
De O-ringen moeten correct zijn geplaatst in de gespecificeerde groeven.
6. Zet het ventiel weer in elkaar.
7. Plaats het ventiel terug in de juiste stand.
De richtingspijl moet in de stromingsrichting wijzen (omhoog).
Gerelateerde informatie
• 7.3 Onderhoud van het doseermembraan of de kleppen voorbereiden
• 7.2 Veiligheidsinstructies voor het onderhouden van het doseermembaraan of de kleppen
7.5 Het doseermembraan reinigen of vervangen
•
Raadpleeg paragraaf Veiligheidsinstructies voor het onderhouden van het doseermemba-
raan of de kleppen
•
Raadpleeg paragraaf Onderhoud van het doseermembraan of de kleppen voorbereiden
1. Draai de doseerkopschroeven los.
2. Verwijder de doseerkop.
3. Draai de ventilatorbladen van de motor totdat het membraan het voorste dode punt bereikt.
Het membraan komt los van de membraanflens.
4. Draai het membraan tegen de wijzers van de klok in om het membraan los te schroeven van
de klepstoter.
5. Reinig alle onderdelen en controleer of deze intact zijn.
6. Vervang defecte onderdelen door nieuwe exemplaren.
7. Schroef het membraan volledig in. Draai het vervolgens terug totdat de gaten in het mem-
braan en de flens samenvallen.
8. Draai de ventilatorbladen van de motor totdat het membraan het achterste dode punt be-
reikt.
Het membraan wordt in de richting van de membraanflens verplaatst.
9. Plaats de doseerkop terug.
10. Draai de bouten van de doseerkop kruislings vast met het juiste aandraaikoppel.
11. Na 6-10 bedrijfsuren of twee dagen draait u de bouten van de doseerkop aan met het juiste
aandraaikoppel.
Gerelateerde informatie
• 7.2 Veiligheidsinstructies voor het onderhouden van het doseermembaraan of de kleppen
• 7.3 Onderhoud van het doseermembraan of de kleppen voorbereiden
• 9.3.1 Aandraaikoppel
DMX 221 | | 634