◗
Dit apparaat is uitsluitend bedoeld voor normaal huishoudelijk gebruik. Bij (semi)-
professioneel of onjuist gebruik en elk gebruik niet overeenkomstig de gebruiksaanwijzing
vervalt het recht op garantie en aanvaardt Philips geen aansprakelijkheid voor eventueel
hierdoor ontstane schade.
◗
Frituur etenswaren totdat ze goudgeel zijn in plaats van donker of bruin en verwijder
verbrande deeltjes! Frituur etenswaren die veel zetmeel bevatten, met name aardappel- en
graanproducten, niet op een hogere temperatuur dan 175cC (om het ontstaan van
acrylamide te minimaliseren).
Veiligheidsfuncties
Oververhittingsbeveiliging
Het apparaat is uitgerust met een oververhittingsbeveiliging die het apparaat uitschakelt indien het
oververhit raakt. Dit kan gebeuren als er onvoldoende olie of vet in de friteuse zit of als er blokken
vast frituurvet in de friteuse worden gesmolten, waardoor het verwarmingselement niet in staat is
de geproduceerde hitte snel genoeg af te geven.
◗
Indien de oververhittingsbeveiliging het apparaat uitgeschakeld heeft, verschijnt "Error 2" of
"Error 3" op het display van het bedieningspaneel. Reset de friteuse door de stekker uit het
stopcontact te trekken en laat de olie of het vet afkoelen. Steek daarna de stekker weer in
het stopcontact en probeer de friteuse weer in te schakelen.Als het apparaat niet meer
werkt, neem dan contact op met uw Philips dealer of een door Philips geautoriseerd
servicecentrum.
Veiligheidsschakelaar
De veiligheidsschakelaar binnenin het bedieningspaneel zorgt ervoor dat het verwarmingselement
alleen ingeschakeld kan worden wanneer het bedieningspaneel correct geplaatst is.
◗
Zorg ervoor dat het bedieningspaneel altijd op de juiste manier op het apparaat geplaatst is
(u hoort een klik) (fig. 1).
Koele zone
Tijdens het frituren verzamelen zich voedseldeeltjes op de bodem van de binnenpan. Omdat het
verwarmingselement zich op enige afstand boven de bodem van de binnenpan bevindt, en
voornamelijk de olie of het vet erboven verhit, blijft de olie of het vet tussen het
verwarmingselement en de bodem van de binnenpan relatief koel (koele zone). Dit voorkomt het
verbranden van voedseldeeltjes die in deze zone terechtkomen, waardoor de olie of het vet langer
bruikbaar blijft.
Klaarmaken voor gebruik
1
Plaats het apparaat op een horizontale, vlakke en stabiele ondergrond buiten het bereik van
kinderen.
Als u de friteuse op het fornuis wilt zetten, zorg er dan voor dat alle gaspitten of elektrische
kookplaten uitgeschakeld en afgekoeld zijn.
2
Vul de droge frituurpan met olie, vloeibaar frituurvet of gesmolten vast frituurvet tot aan de
hoogste maatstreep in de binnenpan (zie 'Olie en vet' voor instructies voor het gebruik van
vast frituurvet) (fig. 2).
Min.
Max.
Olie/vloeibaar frituurvet
3,1 l
3,7 l
NEDERLANDS
Vast frituurrvet
2700 g
3240 g
37