sporen op de vloer kunnen achterlaten. Ofschoon het onbuigzame zwenkwielen betreft,
kunnen deze beschadigd raken door het gebruik of vuil worden. U wordt dan ook ver-
zocht te controleren of de wielen schoon zijn en onbelemmerd kunnen bewegen.
3.14 - REGELING VAN DE RICHTING VAN DE LUCHTSTROOM
De luchtstroom kan in horizontale richting ingesteld worden, door in te grijpen op de betreffende vinnen
voor de luchtomleiding (22A). (Afb.24)
4 - ONDERHOUD EN REINIGING
Alvorens tot ongeacht welke onderhoudsingreep en
reiniging over te gaan, moet altijd gecontroleerd worden of
de voedingsstekker uit het stopcontact van de installatie
getrokken is.
Raak de metalen delen van het apparaat niet aan wanneer
het filter weggenomen wordt.
Risico op letsels door de scherpe metalen randen.
Gebruik geen water om de interne delen van de airco te reinigen.
De blootstelling aan water kan de isolatie beschadigen waardoor risico voor elek-
trische schokken optreedt.
4.1 - REINIGING
4.1.a - Reiniging van het apparaat en van de afstandsbediening
a. Gebruik een droge doek om het apparaat en de afstandsbediening te reinigen.
b. Als het apparaat zeer vuil is kunt u voor de reiniging een met koud water bevochtigde doek gebruiken.
Gebruik geen antistatische of chemisch behandelde doek om het apparaat te
reinigen.
Gebruik geen benzine, oplosmiddelen, polijstpasta of soortgelijke middelen.
Deze producten kunnen de pvc oppervlakken vervormen of breuken veroorzaken.
4.1.b - Reiniging van het aanzuigfilter
Om een doeltreffende filtering van de binnenlucht en een goede wer king van uw airconditioner te waarborgen
is het absoluut noodzakelijk om de luchtfilters (23) regelmatig te reinigen (Afb.19).
De signalering van de noodzaak van deze belangrijke onderhoudsingreep wordt gegeven na het verstrijken
van een passende tijd van werking, door de inschakeling van de alarmcode Fi op het display van het be-
dieningspaneel.
a. Schakel de airconditioner uit en trek vervolgens de filters (23) uit de airconditioner, zoals afbeelding 20
toont.
b. Het filter (23) moet gewassen worden met een straal water die in de tegenovergestelde richting als de
richting waarin het stof zich ophoopt gericht moet worden.
c. In geval van vuil dat bijzonder moeilijk te verwijderen is (zoals vet of ander soorten aanslag) moet het
filter eerst in sop van water en een neutraal reinigingsmiddel gedompeld worden.
d. Alvorens het filter weer terug te plaatsen is het verstandig om het filter uit te schudden om het water dat
zich tijdens het wassen erin opgehoopt heeft te verwijderen.
NL - 23
DOLCECLIMA