Tabla de contenido
Publicidad
Idiomas disponibles
Idiomas disponibles
Verwijdering als afval
2. Bij gebruik van een vulpaneel ervoor zorgen dat de
stappen uit hoofdstuk "Vulpaneel monteren" op pagina 56
zijn uitgevoerd.
3. Zorg ervoor dat eventueel aangesloten gascilinders zijn
gesloten. De gascilinders zijn gesloten wanneer hun
afsluiters niet verder rechtsom gedraaid kunnen worden.
4. Het afsluitventiel van de gasvoorziening langzaam
openen.
5. Het vulventiel (afb. 1, pos. 4) langzaam linksom draaien en
volledig openen.
6. De aangegeven druk op de ingangsdrukmanometer (afb.
1, pos. 2) en op de vuldrukmanometer (afb. 1, pos. 5)
aflezen.
7. De aangegeven druk moet minimaal 150 bar/2200 psi
bedragen.
8. De afsluiter van de gasvoorziening sluiten.
9. 5 minuten wachten.
10. De druk opnieuw aflezen op de ingangsdrukmanometer en
de vuldrukmanometer. De lekdichtheidstest is geslaagd,
wanneer op de ingangsdrukmanometer en op de
vuldrukmanometer niet meer dan 10 bar/145 psi drukval
wordt aangegeven ten opzichte van het begin van de test.
11. De DOB 200 ECO als in hoofdstuk "Na het gebruik" op
pagina 58 beschreven drukloos schakelen.
12. Als de drukval op de ingangsdrukmanometer en op de
vuldrukmanometer meer dan 10 bar/145 psi bedraagt,
moeten de vulslangen en alle aansluitingen van de DOB
200 ECO
op
lekdichtheid
Beschadigde slangen en aansluitingen mogen niet worden
gebruikt. Alle lekkende aansluitingen moeten door
geautoriseerd deskundig personeel worden vervangen.
Tot dat moment mag de DOB 200 ECO niet worden
gebruikt.
13. Wordt in punt 12. vestgesteld dat alle slangen en
aansluitingen lekdicht zijn en er desondanks sprake is van
een drukval, moet de DOB 200 ECO door geautoriseerd
deskundig
personeel
gerepareerd worden. Tot dat moment mag de DOB
200 ECO niet worden gebruikt.
De lekdichtheidstest is afgerond.
Controle van het veiligheidsventiel
De voorwaarde voor de controle van het veiligheidsventiel is
een gasvoorziening met minimaal 190 bar/2750 psi en
maximaal 200 bar/2900 psi (type A) of 207 bar/3000 psi
(type B) vuldruk.
Het veiligheidsventiel (afb. 1, pos. 8) moet als volgt worden
gecontroleerd:
1. Zorg
ervoor
dat
de
"Voorbereidingen voor het gebruik" op pagina 56 en, indien
een vulpaneel wordt gebruikt, uit het hoofdstuk "Vulpaneel
monteren" op pagina 56 zijn uitgevoerd.
2. Zorg ervoor dat eventueel aangesloten gascilinders zijn
gesloten. De gascilinders zijn gesloten wanneer hun
afsluiters niet verder rechtsom gedraaid kunnen worden.
3. Het afsluitventiel van de gasvoorziening langzaam
openen.
4. Het vulventiel (afb. 1, pos. 4) langzaam linksom draaien en
volledig openen.
5. De aangegeven druk op de ingangsdrukmanometer (afb.
1, pos. 2) en op de vuldrukmanometer (afb. 1, pos. 5)
aflezen.
6. De aangegeven druk moet minimaal 190 bar/2750 psi
bedragen.
60
worden
gecontroleerd.
gecontroleerd
en
zo
stappen
uit
het
hoofdstuk
7. De beugel van het veiligheidsventiel voorzichtig en kort
naar beneden drukken. Het veiligheidsventiel werkt goed,
wanneer
kort
veiligheidsventiel aansluitend zelfstandig weer sluit en
geen gas meer ontsnapt.
8. De DOB 200 ECO als in hoofdstuk "Na het gebruik" op
pagina 58 beschreven drukloos schakelen.
9. Als het veiligheidsventiel niet zelfstandig sluit of er geen
hoorbaar gas ontsnapt tijdens het naar beneden drukken
van de beugel, moet het veiligheidsventiel van de DOB
200 ECO door geautoriseerd deskundig personeel worden
gecontroleerd en eventueel worden vervangen.
De controle van het veiligheidsventiel is afgerond.
Controle van de zeefelementen en afdichtringen voor de
DOB 200 ECO, het vulpaneel en de vulslangen
Voorwaarde voor de controle van de zeefelementen en
afdichtringen is dat de DOB 200 ECO, zoals in hoofdstuk "Na
het gebruik" op pagina 58 beschreven, is voorbereid.
De zeefelementen en afdichtringen van de aansluitingen van
de DOB 200 ECO, het vulpaneel en de vulslangen als volgt
controleren:
1. De
afsluitdoppen
losschroeven.
2. De
zeefelementen
losschroeven en op verontreinigingen controleren.
3. De zeefelementen bij zichtbare verontreiniging vervangen.
4. De staat van de afdichtringen controleren en bij zichtbare
slijtage vervangen.
5. De zeefelementen rechtsom handvast inschroeven en de
afdichtringen plaatsen.
6. De afsluitdoppen rechtsom handvast vastschroeven.
De controle van de zeefelementen en afdichtringen is
afgerond.
nodig
6
Verwijdering als afval
De
installatie
afvalverwerkingsvoorschriften
afvalverwerkingsonderneming worden afgevoerd.
6.1
Elektrische en elektronische apparatuur
Elektrische en elektronische apparatuur is
onderworpen aan nationale en internationale
afvalverwijderingsvoorschriften en mag niet als
huishoudelijk afval worden afgevoerd. Daarom is deze
gekenmerkt met het hiernaast afgebeelde symbool. Meer
informatie is beschikbaar op internet opwww.draeger.com.
Dräger neemt elektrische en elektronische apparatuur terug
en voert deze af naar een recycling- of afvalverwerkingspunt.
hoorbaar
gas
ontsnapt
van
de
aansluitingen
uit
de
aansluitingen
moet
overeenkomstig
of
Dräger Oxygen Booster 200 ECO
en
het
linksom
linksom
de
nationale
door
een
Publicidad
Capítulos
Tabla de contenido
Solución de problemas
