Gebruiksaanwijzing – Gazonmaaier met verbrandingsmotor
Verwondingsgevaar – werk alleen
met een gemonteerde achter-
beugel.
Verwondingsgevaar – werk alleen
met een gemonteerde uitwer-
popening.
Zorg ervoor dat de symbolen op de
machine altijd goed leesbaar zijn.
Symbolen in de
gebruiksaanwijzing
In deze gebruiksaanwijzing worden
symbolen gebruikt die op gevaren
of op belangrijke aanwijzingen
wijzen. Deze symbolen hebben
de volgende betekenis:
Gevaar
!
U wordt gewezen op gevaren die
samenhangen met de beschreven
handeling. Er bestaat verwon-
dingsgevaar voor personen.
Let op
U wordt gewezen op gevaren die
samenhangen met de beschreven
handeling en waarbij schade aan
de machine kan ontstaan.
Aanwijzing
Geeft belangrijke informatie
en gebruikstips aan.
Monteren
De montage van de machine wordt
getoond op een apart bijgevoegd
blad met afbeeldingen.
All manuals and user guides at all-guides.com
Afvoeren
Verpakkingsresten, oude appa-
raten, enz. moeten volgens de
geldende voorschriften worden
afgevoerd.
Bediening
Raadpleeg ook de aanwijzingen
in het handboek bij de motor.
Gevaar
!
Ongeval
– Personen, kinderen of dieren
mogen zich bij het maaien nooit
in de buurt van de machine
bevinden. Verwondingsgevaar
door naar buiten geslingerde
stenen of andere voorwerpen.
Val
– Gebruik de machine alleen
stapvoets.
– Wees bijzonder voorzichtig
als u achteruit maait en u de
machine naar u toe trekt.
– Bij het maaien op steile hellingen
kan de machine kantelen en
u kunt gewond raken. Maai altijd
dwars op een helling, nooit
omhoog of omlaag. Maai niet op
hellingen met een stijging van
meer dan 20 procent.
– Wees bijzonder voorzichtig
wanneer u van rijrichting
verandert en let altijd op dat
u stevig staat.
– Er bestaat verwondingsgevaar
bij het maaien aan de grens van
een gazon. Maaien in de buurt
van randen, heggen of steile
hellingen is gevaarlijk. Houd bij
het maaien de veiligheidsafstand
aan.
– Bij het maaien van nat gras kan
de machine wegglijden door
verminderde grip op de grond en
u kunt vallen. Maai alleen als het
gras droog is.
– Werk alleen bij daglicht of bij
voldoende kunstlicht.
Verwonding
– De door de stuurstang gegeven
veiligheidsafstand tot het rond-
lopende gereedschap moet altijd
in acht worden genomen.
Nederlands
– Het werkbereik van de bediener
bevindt zich tijdens gebruik
achter de stuurstang.
– Houd nooit uw handen of voeten
onder draaiende delen.
– Gebruik de machine niet bij
slechte weersomstandigheden
of bij kans op regen of onweer.
– Stop de motor en wacht tot het
maaigereedschap tot stilstand
is gekomen:
– voordat u de machine kantelt,
– voor het verplaatsen van de
machine over een ander
oppervlak dan gras.
– Zet de motor uit. Om onbedoeld
starten van de motor te voor-
komen: contactsleutel (indien
aanwezig) uit het contact
trekken, motor laten afkoelen
en bougie lostrekken,
– voordat u verstoppingen en
blokkeringen uit de uitwer-
popening verwijdert,
– voordat u de gazonmaaier
controleert, reinigt of instelt en
voordat u werkzaamheden aan
de machine uitvoert,
– als een voorwerp is geraakt.
Controleer de gazonmaaier op
schade en breng de maaier in
het geval van schade naar een
reparatiebedrijf.
– als de machine ongewoon te
trillen begint. Controleer de
machine onmiddellijk.
– Til of draag nooit een machine
met lopende motor.
– Controleer het gebied waar wordt
gewerkt en verwijder alle voor-
werpen die meegenomen en
weggeslingerd kunnen worden.
– Als het maaigereedschap een
voorwerp (bijvoorbeeld een
steen) raakt of als de machine
ongewoon begint te trillen: Zet de
motor uit. Machine vóór verder
gebruik door een
gespecialiseerde werkplaats op
schade laten onderzoeken.
– Ga bij een sikkelmaaier nooit
voor de grasuitwerpopening
staan.
35