Het kwaliteitscontrole-interval voor vloeibare en elektronische
controletests instellen:
Vanuit het instellingenscherm van de kwaliteitscontrolemanager:
1. Selecteer [QC Interval Setup]. De volgende variabele functietoetsen
verschijnen: [Liquid Interval], [ACTtrac
Setup].
Instellen van het interval van de vloeibare kwaliteitscontroletest:
1. Selecteer [Liquid Interval].
2. Blijf op [Liquid Interval] drukken om de opties [None], [8 hours] en [7 days]
te bekijken.
3. Druk op [Enter] om de selectie te bevestigen.
Instellen van het interval van de ACTtrac
kwaliteitscontroletest:
1. Selecteer [ACTtrac
2. Blijf op [ACTtrac
bekijken.
3. Druk op [Enter] om de selectie te bevestigen.
Typen testcartridges in- of uitschakelen:
Vanuit pagina 2 van de instellingenschermen van de kwaliteitscontrolemanager:
1. Selecteer [Cartridge Enable Setup].
2. Gebruik de pijlen aan beide kanten van de weergegeven cartridges om
omhoog en omlaag te navigeren om de gewenste cartridge te selecteren.
3. Selecteer de gewenste cartridge.
4. Blijf op het gewenste cartridge drukken om de opties [ON] en [OFF] te
bekijken.
5. Druk op [Enter] om de selectie te bevestigen.
Alle apparaatinstellingen op een diskette of een USB-opslagapparaat
opslaan:
Vanuit pagina 2 van de instellingenschermen van de kwaliteitscontrolemanager:
1. Plaats een geformateerde diskette in het bijbehorende station of sluit een
USB-opslagapparaat aan op de USB-poort.
2. Selecteer [Download Settings].
340 Nederlands
®
Interval].
®
Interval] drukken om de opties [None] of [8 hours] te
®
Interval] en [Exit to QC Manager
®
elektronische
®
ACT Plus
Gebruikershandleiding