Optie
Filter
Temperatuurcompensatie
Interval datalogger
Configuratie resetten naar
standaardwaarden
4.3 De sensor kalibreren
Gevaar voor vloeistofdruk. Het verwijderen van een sensor van een drukvat kan gevaarlijk zijn. Laat
de procesdruk tot onder 7,25 psi (50 kPa) dalen voordat u het instrument verwijdert. Mocht dit niet
mogelijk zijn, ga dan uitermate voorzichtig te werk. Raadpleeg de documentatie die met de
bevestigingsmiddelen wordt meegeleverd voor meer informatie.
Gevaar van blootstelling aan chemicaliën. Volg alle veiligheidsvoorschriften van het laboratorium op
en draag alle persoonlijke beschermingsmiddelen die geschikt zijn voor de gehanteerde chemicaliën.
Raadpleeg de huidige veiligheidsinformatiebladen (MSDS/SDS) voor veiligheidsprotocollen.
Gevaar van blootstelling aan chemicaliën. Chemicaliën en afval dienen te worden afgevoerd in
overeenstemming met de plaatselijke, regionale en nationale voorschriften.
4.3.1 Informatie over sensorkalibratie
Kalibratie past de waarde van de sensor aan om overeen te komen met de waarde van een of
meerdere buffers. De eigenschappen van de sensor veranderen op den duur en maken de sensor
onnauwkeurig. De sensor moet regelmatig worden gekalibreerd om de nauwkeurigheid te behouden.
De frequentie van de kalibratie wisselt met de toepassing en kan het beste op basis van ervaring
worden vastgesteld.
Een temperatuurelement kan worden gebruikt voor het verschaffen van PH-waarden die automatisch
worden aangepast naar 25 °C voor temperatuurswijzigingen die de actieve en referentie-elektrode
136 Nederlands
Beschrijving
Stelt een tijdconstante in ter verhoging van de signaalstabiliteit. De
tijdsconstante berekent de gemiddelde waarde gedurende een opgegeven tijd—
0 (geen effect, standaard) tot 60 seconden (gemiddelde van signaalwaarde voor
60 seconden). Dit filter verlengt de benodigde tijd voor het sensorsignaal om te
reageren op de werkelijke procesveranderingen.
Alleen voor pH-sensoren—Voegt een temperatuurafhankelijke correctie toe aan
de gemeten waarde:
• Nernst—Lineaire compensatie (0,1984 mV/°C)
• Ultrazuiver water—Compensatie volgens de curve voor ultrapuur water
• Matrix 1 temperatuurcompensatie—Compensatie volgens de sulfaatcurve
(4,48 mg/L sulfaat komt overeen met een pH van 4,0 bij 25 °C)
• Matrix 2 temperatuurcompensatie—Compensatie volgens de
ammoniak/hydrazine-curve (0,272 mg/L ammoniak + 20 μg/L hydrazine komt
overeen met een pH van 9,0 bij 25 °C)
• Matrix 3 temperatuurcompensatie—Compensatie volgens de
ammoniak/morfoline/hydrazine-curve (1,832 mg/L ammoniak + 10 mg/L
morfoline + 50 μg/L hydrazine komt overeen met een pH van 9,0 bij 25 °C)
• Matrix 4 temperatuurcompensatie—Compensatie volgens de fosfaatcurve
(3 mg/L fosfaten + 0,3 mg/L ammoniak)
• Door gebruiker gedefinieerd—Stelt de waarde van de lineaire helling in.
Opmerking: De bovenstaande normen zijn alleen geldig tot een maximum temperatuur van
50 °C.
Dit stelt de tijdsinterval voor opslag van sensor- en temperatuurmetingen in de
gegevenslog in—5, 30 seconden, 1, 2, 5, 10, 15 (standaard), 30, 60 minuten.
Stelt het menu Instellingen terug naar de fabrieksinstellingen en stelt de tellers
opnieuw in. Alle sensorinformatie is weg.
W A A R S C H U W I N G
W A A R S C H U W I N G
V O O R Z I C H T I G