Uw oven heeft 6 vermogensstanden. Kies de kookstand
die in elk recept staat aangegeven. Over het algemeen
gelden de volgende regels:
100P (800 W) voor snelle bereiding of het opwarmen
van b.v. soep, ovenschotels, voedsel uit blik, warme
dranken, groenten, vis, etc.
70 P (560 W) voor langduriger bereiding van
compact voedsel, zoals braadstukken en gehaktbrood,
tevens voor gevoelige gerechten, zoals kaassaus en
cake van biscuitdeeg. Bij deze verlaagde stand kookt
de saus niet over en wordt voedsel gelijkmatig gaar,
zonder aan de zijkanten overgaar te worden.
Het instellen van een stroomstand:
Druk de TIJD-toetsen in om de kooktijd te kiezen.
Druk de MAGNETRON VERMOGENSNIVEAU-toets één keer in (100P).
Om het vermogensniveau van de magnetron te veranderen drukt u de MAGNETRON VERMOGENSNIVEAU-
toets in tot het gewenste vermogensniveau bereikt wordt.
Druk op de START
OPMERKING:
Als er geen stoomstand wordt ingesteld, wordt automatisch 100 P gekozen.
R-667_[NL].indd 5
R-667_[NL].indd 5
HET VERMOGEN VAN DE MAGNETRON
-toets.
50 P (400 W) voor compact voedsel dat een lange
bereidingstijd nodig heeft wanneer het conventioneel
bereid wordt, b.v. rundvleesschotels; deze vermogens-
instelling wordt gekozen om er zeker van te zijn dat het
vlees mals blijft.
30 P (240 W Ontdooistand) om te ontdooien; kies
deze vermogensstand om er zeker van te zijn dat
het voedsel gelijkmatig ontdooit. Deze instelling is
ook ideaal voor het zachtjes koken van rijst, pasta,
knoedels en voor de bereiding van custardpudding.
10 P (80 W) Voor zachtjes ontdooien, b.v.
slagroomtaart of -gebak
0 P (0 W)
P = Percent
NL-5
7/10/09 10:14:48 AM
7/10/09 10:14:48 AM