WAARSCHUWING
○ Voordat u een mesblad monteert, moet u controleren of
het mes geen scheuren vertoont of beschadigd is en of
de snijranden in de juiste richting wijzen.
○ Verwijder
elk
oppervlak
hulpstukken (mes houder (A) (31), frees houder (B) (33),
moer deksel (34), moer (35)). Wanneer dit niet wordt
gedaan, kan dit leiden tot het losraken van moeren.
○ Het uitsteeksel van het frees houder (A) (31) kan
verkeerd uitgelijnd worden met het rotor (32) tijdens het
aandraaien van de moer (35). Controleer of het mesblad
correct gemonteerd is voordat u aan het werk gaat. (Afb.
22)
○ Draai het blad met de hand en zorg ervoor dat er is geen
schommelende of abnormaal geluid is. Het schommelen
kan abnormale trillingen veroorzaken of leiden tot het
losraken van moeren.
BEDIENING
Brandstof (Afb. 23)
WAARSCHUWING
○ Deze zeis heeft een tweetaktmotor. Gebruik daarom
altijd mengsmering, oftewel benzine gemengd met olie.
Zorg voor een goede ventilatie wanneer u tankt of
omgaat met brandstof.
○ Brandstoff en zijn uiterst licht ontvlambaar en u kunt
ernstig persoonlijk letsel oplopen door de dampen in te
ademen of brandstof op lichaamsdelen te morsen.
Wees altijd voorzichtig en blijf goed opletten bij de
omgang met brandstof. Zorg altijd voor een goede
ventilatie wanneer u brandstof binnen een gebouw
gebruikt.
Brandstof
○ Gebruik altijd 89 octaan loodvrije merkbenzine.
○ Gebruik echte tweetaktbrandstof of een benzine-
oliemengsel van 25:1 tot 50:1; raadpleeg voor de
juiste verhouding alstublieft uw door Hitachi erkende
servicecentrum.
○ Als er geen echte tweetaktbrandstof beschikbaar is,
gebruik dan een kwaliteitsolie die uitdrukkelijk geschikt
is voor gebruik in luchtgekoelde tweetaktmotoren (JASO
FC GRADE OIL of ISO EGC GRADE). Gebruik geen
BIA of TCW (voor watergekoelde tweetaktmotoren)
mengolie.
○ Gebruik geen multigrade olie (10 W/30) of afgewerkte
olie.
○ Meng de brandstof en de olie niet in de brandstoftank
van de machine. Meng de benzine en de olie in een
aparte, schone jerrycan.
Vul de jerrycan met de helft van de hoeveelheid benzine die
u gaat gebruiken.
Voeg de volledige hoeveelheid olie toe. Meng het benzine-
oliemengsel (schudden). Voeg tenslotte de resterende
hoeveelheid benzine toe.
Meng (schud) het brandstofmengsel nog eens goed voor u
het in de tank doet.
Menghoeveelheden tweetaktolie en benzine
Benzine (Liter)
Verhouding 50:1
0,5
1
2
4
gruis
uit
bladinstallatie
Tweetaktolie (ml)
Verhouding 25:1
10
———
20
20
———
40
40
———
80
80
———
160
Tanken
WAARSCHUWING
○ Schakel altijd eerst de motor uit en laat deze eerst een
paar minuten afkoelen voor u gaat tanken.
Rook niet en zorg ervoor dat er geen vlammen of vonken
in de buurt zijn van de plek waar u gaat tanken.
○ Maak de tank voorzichtig open om eventueel onder druk
staande gassen te laten ontsnappen.
○ Draai na het tanken de dop weer goed op de tank.
○ Ga minstens 3 m van de plek waar u getankt heeft
vandaan voor u de motor probeert te starten.
○ Was eventueel op uw kleding gemorste brandstof er
onmiddellijk uit met zeep of een wasmiddel.
○ Controleer of er ergens brandstof lekt na het tanken.
○ Raak voor het tanken even een stukje vochtige aarde of
iets dergelijks aan om eventueel opgebouwde statische
elektriciteit te laten wegvloeien van de machine, de tank
en de gebruiker.
Maak voor u gaat tanken de tankdop en omstreken netjes
schoon zodat er geen vuil in de tank kan vallen. Zorg ervoor
dat de brandstof goed gemengd is door voor het tanken de
jerrycan goed te schudden.
Starten
LET OP
Voordat u de motor start, moet u controleren of het
snoeigedeelte niets aanraakt.
(1) Het starten van de koude motor
1. Zet de contactschakelaar (36) in de stand AAN. (Afb. 24)
2. Druk enkele malen op de injectiepomp (37) zodat de
brandstof door de terugloopleiding stroomt (38). (Afb. 25)
3. Stel chokehendel (39) in STARTpositie (gesloten) (A).
(Afb. 26)
4. Trek stevig aan de trekstarter en let erop dat u de
handgreep goed vast blijft houden en de trekstarter niet
laat terugschieten. (Afb. 27)
5. Als u hoort dat de motor gaat aanslaan, zet u de
chokehendel terug in de stand START (open) (B). (Afb.
26)
6. Trek nog eens stevig aan de trekstarter. (Afb. 27)
OPMERKING
Herhaal de stappen 2 t/m 5 als de motor niet start.
7. Laat de motor daarna 2–3 minuten opwarmen voor u met
de werkzaamheden begint.
8. Controleer of de snijuitrusting niet ronddraait terwijl de
motor stationair draait.
(2) Warme start
Gebruik alleen de stappen 1, 6 en 8 van startprocedure
voor een koude motor.
Als de motor niet start, moet u dezelfde procedure
gebruiken als voor een koude start.
Snijden
WAARSCHUWING
○ Gebruik altijd de kabelboom (indien aanwezig) en draag
de juiste kleding en beschermende uitrusting, wanneer u
het apparaat bediend. (Afb. 28)
○ Houd iedereen, waaronder kinderen, dieren, omstanders
en helpers, buiten de 15 meter gevarenzone. Stop de
motor onmiddellijk als er iemand op u af komt. (Afb. 29)
○ Als er gras of twijgjes in het snijgereedschap vastzitten,
zet u de motor stop en verwijdert dan het gras of de
twijgjes. Voortzetten van bedrijf met gras of wijnstokken
rond de bevestiging kan leiden tot schade, zoals
vroegtijdige slijtage van de koppeling.
LET OP
Gebruik en waarschuwingen is afhankelijk van het type
snijuitrusting. Voor veilig gebruik, zorg ervoor dat de
instructies en richtlijnen te volgen dat meegeleverd is bij
elke type.
59
Nederlands