05
Voorbereiding
Bereik van de afstandsbediening
Gebruik de afstandsbediening terwijl u deze op de sensor (t) rechts
onderaan het voorpaneel van de plasmatelevisie richt. De afstand
tussen de afstandsbediening en het toestel mag maximaal 7 m
bedragen en de hoek ten opzichte van de sensor mag maximaal 30
graden naar rechts, links, boven of beneden zijn.
Pas op
• Stel de afstandsbediening niet aan schokken bloot. Let er tevens
op dat er geen vloeistof over de afstandsbediening wordt gemorst
en houd deze uit de buurt van vochtige plaatsen.
• Plaats of leg de afstandsbediening niet in de zon. De hitte kan de
afstandsbediening vervormen.
• De afstandsbediening werkt mogelijk niet goed als er direct
zonlicht of het licht van een sterke lamp op de
afstandsbedieningssensor van de plasmatelevisie valt. Verander in
een dergelijk geval de hoek van de verlichting of van de
plasmatelevisie, of breng de afstandsbediening dichter bij de
sensor.
• Wanneer er zich obstakels tussen de afstandsbediening en de
sensor bevinden, is het mogelijk dat de afstandsbediening niet
juist werkt.
• Naarmate de batterijen leger raken, zult u merken dat het bereik
van de afstandsbediening afneemt. Vervang de batterijen tijdig
door nieuwe.
• Het scherm van de plasmatelevisie zendt zeer zwakke infrarode
straling uit. Als u apparatuur met een infrarode
afstandsbediening, zoals een videorecorder, dicht bij de
Plasmatelevisie opstelt, is het mogelijk dat deze apparatuur niet of
niet goed meer reageert op de eigen afstandsbediening. In een
dergelijk geval dient u de apparatuur in kwestie verder bij de
plasmatelevisie vandaan te zetten.
• Afhankelijk van de opstelling is het mogelijk dat de infrarode
stralen die door de plasmatelevisie zelf worden geproduceerd ook
de afstandsbediening van dit systeem storen, of ertoe leiden dat u
de afstandsbediening dichter bij het toestel moet gebruiken. De
sterkte van de door het scherm geproduceerde infrarode straling
hangt mede af van de weergegeven beelden.
20
Du
7 m
30 º
30 º
Sensor voor
de afstandsbediening