Te verrichten instellingen
DNR
Verwijdert beeldruis voor heldere, scherpe beelden. DNR staat voor Digital Noise
Reduction (digitale ruisonderdrukking).
Instellingen
Uit
Schakelt de DNR functie uit.
Hoog
Midden
Standaard DNR niveau.
Laag
MPEG NR
Verwijdert hinderlijke ruis uit de videobeelden tijdens het bekijken van een digitale
TV-zender of het afspelen van een DVD disc, voor fraaie storingsvrije beelden.
Instellingen
Uit
Schakelt de MPEG NR functie uit.
Hoog
Midden
Standaard MPEG ruisonderdrukking.
Laag
BNR
Helpt bij het verminderen van beeldruis in beelden met een hoge definitie. BNR staat
voor Block Noise Reduction (geblokte ruisonderdrukking).
Instellingen
Uit
Schakelt de BNR functie uit.
Aan
7
Druk op HOME MENU om het menu te sluiten.
Gebruik van de DRE (Verbreding Dynamisch Bereik)
functies
1
Druk op HOME MENU.
2
Selecteer "Beeld" (/ en dan ENTER).
3
Selecteer "Professionele instelling." (/ en dan ENTER).
4
Selecteer "DRE" (/ en dan ENTER).
5
Selecteer het in te stellen item (/ en dan ENTER).
• U kunt kiezen tussen "Dynamisch Contrast", "Zwartniveau", "ACL",
"Gamma" of "Intelligente DRE".
6
Selecteer de gewenste parameter (/ en dan ENTER).
Dynamisch Contrast
Versterkt het contrast van het beeld zodat er een groter verschil bestaat tussen de
lichte en de donkere partijen.
Instellingen
Uit
Hoog
Verbeterd Dynamisch Contrast
Midden
Standaard Dynamisch Contrast
Laag
Zwartniveau
Versterkt de donkere beeldpartijen zodat deze beter afsteken tegen de lichte partijen.
Instellingen
Uit
Schakelt de Zwartniveau functie uit.
Aan
Verhoogd DNR niveau.
Gematigd DNR niveau.
Verhoogd niveau MPEG ruisonderdrukking.
Gematigd niveau MPEG ruisonderdrukking.
Schakelt de BNR functie in.
Dynamisch Contrast uitgeschakeld.
Gematigd Dynamisch Contrast
Schakelt de Zwartniveau functie in.
ACL
Deze functie zorgt voor een compensatie die resulteert in optimale
contrastkarakteristieken voor de weergegeven beelden.
Instellingen
Uit
Schakelt de ACL functie uit.
Aan
Gamma
Deze functie regelt de zogenaamde gammakarakteristieken (de gradatie van het
beeld).
Instellingen
1
2
3
Intelligente DRE
Deze functie optimaliseert de beeldkwaliteit.
Instellingen
Uit
Schakelt de Intelligente DRE functie uit.
Aan
7
Druk op HOME MENU om het menu te sluiten.
Gebruik van 3DYC en de I-P-modus
1
Druk op HOME MENU.
2
Selecteer "Beeld" (/ en dan ENTER).
3
Selecteer "Professionele instelling." (/ en dan ENTER).
4
Selecteer "Anderen" (/ en dan ENTER).
5
Selecteer het in te stellen item (/ en dan ENTER).
• U kunt kiezen tussen "3DYC" of "I-P-modus".
6
Selecteer de gewenste parameter (/ en dan ENTER).
3DYC
Optimaliseert de scheiding van helderheids- en kleursignalen. Dit werkt zowel voor
bewegende als voor stilstaande beelden.
Instellingen
Uit
Schakelt de 3DYC functie uit.
Hoog
Midden
Laag
I-P-modus
Optimaliseert de conversie van geïnterlinieerde naar progressieve signalen. Dit
werkt zowel voor bewegende als voor stilstaande beelden.
Instellingen
1
2
3
7
Druk op HOME MENU om het menu te sluiten.
Schakelt de ACL functie in.
Gammakarakteristiek 1.
Gammakarakteristiek 2.
Gammakarakteristiek 3.
Schakelt de Intelligente DRE functie in.
Verbeterd 3DYC
Standaard 3DYC
Gematigd 3DYC
Optimaal voor bewegende beelden
Standaardinstelling
Optimaal voor stilstaande beelden
08
31
Du