9 Reiniging
9.3.2 Vervanging van de ventielen
9.3.2.1 Vervanging van het uitstootventiel
Monteer altijd ventielen die voor het betreffende apparaattype zijn bedoeld.
Het aanzuigventiel van de is hetzelfde voor alle apparaatuitvoeringen, maar het uitstootventiel is an-
ders. Zorg ervoor dat alleen het aanzuigventiel met de aanduiding "S" (saffier) wordt gebruikt. Als on-
derscheid zijn de uitstootventielen van de gemarkeerd met "Pt-Ir" of "Ta".
a.
9.3.2.2 Vervanging van het aanzuigventiel
b.
9.3.2.3 Vastzittende ventielkogel losmalen
556
Gebruiksaanwijzing
AANWIJZING
a.
Het uitstootventiel na het demonteren van de doseerca-
nule (zie Vervanging van de doseercanule, pag. 555) met
de montagesleutel losschroeven.
b.
Draai het nieuwe uitstootventiel er eerst volledig met de
hand in en draai het dan met de montagesleutel stevig
vast. De schroefdraad mag niet meer zichtbaar zijn.
a.
Verwijder de uitschuifbare zuigbuis en terugdoseerbuis.
b.
Schroef het aanzuigventiel los met de montagesleutel.
c.
Draai het nieuwe aanzuigventiel er eerst met de hand in
en draai het dan stevig vast met de montagesleutel.
Als het apparaat niet kan worden gevuld en er een elastische
weerstand merkbaar is wanneer de zuiger omhoog wordt ge-
trokken, dan zit de ventielkogel wellicht vast.
Maak de ventielkogel in dat geval los er licht op te drukken
met de punt van een plastic pipet van 200 μl.
997491