Maximale doorsnede van het werkstuk
(afmetingen in mm):
Breedte
ca.
22,5°
255
45°
255
Uitgangspositie:
− De
zaagkop
is
gezwenkt.
− De snijdieptebegrenzing is op maxi-
male snijdiepte ingesteld.
− De draaitafel staat in 0° -stand, de
stelschroef voor de draaitafel is
vastgedraaid.
− Trekinrichting helemaal achteraan.
− De stelschroef van de trekinrichting
is losgedraaid.
Een werkstuk zagen:
1.
Maak de grendelhefboom (65) voor
inclinatie aan de achterkant van de
zaag los.
65
2.
Kantel de kantelarm langzaam in de
gewenste stand.
3.
Zet de hefboom voor instelling van
de inclinatie vast.
4.
Zaag het werkstuk zoals beschre-
ven onder "Rechte sneden".
8.4
Dubbele versteksneden
3
combinatie van versteksnede en schuine
snede. Dat wil zeggen dat het werkstuk
schuin t.o.v. de achterste aanlegrand en
schuin t.o.v. van de bovenkant gezaagd
wordt.
A
het zaagblad door de sterke inclinatie
makkelijker toegankelijk - hierdoor
neemt het gevaar voor verwondingen
toe. Houd voldoende afstand van het
zaagblad!
Maximale doorsnede van het werkstuk
Hoogte
(afmetingen in mm):
ca.
53
Breedte bij inclinatie kantelarm ca.
30
naar
boven
Hoogte bij inclinatie kantelarm ca.
Uitgangspositie:
− De
gezwenkt.
− De snijdieptebegrenzing is op maxi-
male snijdiepte ingesteld.
− De draaitafel is geblokkeerd in de
gewenste positie.
− De kantelarm is geblokkeerd in de
gewenste hellingshoek t.o.v. het
werkstukoppervlak.
− De stelschroef van de trekinrichting
is losgedraaid.
− Trekinrichting helemaal achteraan.
Een werkstuk zagen:
•
Zaag het werkstuk zoals beschre-
ven onder "Rechte sneden".
Aanwijzing:
De dubbele versteksnede is een
Gevaar!
Bij de dubbele versteksnede is
22,5°
45°
15°
246
246
22,5°
235
235
30°
220
220
45°
177
177
22,5°
45°
15°
53
30
22,5°
53
30
30°
53
30
45°
53
30
zaagkop
is
naar
NEDERLANDS
8.5
Gleuven zagen
3
Aanwijzing:
De combinatie van de snijdiepte-
begrenzing en de trekinrichting maakt
het zagen van gleuven mogelijk. Hierbij
wordt niet volledig doorgezaagd, maar
wordt in het werkstuk slechts tot een
bepaalde diepte gezaagd.
A
Terugslaggevaar!
Bij het zagen van gleuven is
het bijzonder belangrijk dat er geen
zijdelingse druk op het zaagblad
wordt uitgeoefend. Anders kan de
zaagkop plots omhoogslaan! Maak
gebruik van een kleminrichting bij het
zagen van gleuven. Vermijd zijde-
lingse druk op de zaagkop.
Uitgangspositie:
− De
zaagkop
gezwenkt.
− De kantelarm is geblokkeerd in de
gewenste hellingshoek t.o.v. het
werkstukoppervlak.
− De draaitafel is geblokkeerd in de
gewenste positie.
− De stelschroef van de trekinrichting
is losgedraaid.
− Trekinrichting helemaal achteraan.
Een werkstuk zagen:
1.
Stel de snijdieptebegrenzing (66) in
op de gewenste snijdiepte en zet
vast met de contramoer.
boven
2.
Druk het werkstuk tegen de werk-
stukaanslag.
3
Tip:
Opdat de groef in de gehele
lengte met de gewenste snijdiepte wordt
gezaagd, moet een voorzetaanslag aan
de werkstukaanslag worden bevestigd.
3.
Bedien de veiligheidsvergrendeling
en
houd
ingedrukt.
4.
Laat de zaagkop aan de handgreep
langzaam neer.
is
naar
boven
66
de
Aan/Uit-schakelaar
11