53
7.5
Tafelverlenging monte-
ren
A
Gevaar!
De zaagkop moet vergrendeld
zijn.
1.
Stel de snijdieptebegrenzing (54)
eventueel in op maximale snijdiepte.
2.
Zaagkop naar beneden zwenken en
met
transportvergrendeling
zekeren.
54
3.
Vastzetschroef
voor
ning (56) losmaken.
4.
Zaagkop in de voorste positie trek-
ken.
5.
Vastzetschroef
voor
ning (56) aantrekken.
6.
Eventueel spanenzak demonteren.
7.
Toestel aan de voorste benen optil-
len, voorzichtig naar achteren kante-
len en neerzetten.
8.
Linker tafelverlenging met steun
door
de
uitwendige
boringen schuiven.
9.
Klem (58) via boring in het inwendig
verbindingsstuk zetten en tafelver-
lenging doorschuiven.
57
10. Schroef (57) van de klem aantrek-
ken.
11. Rechter tafelverlenging met lengte-
aanslag door de uitwendige zijde-
lingse boringen schuiven.
12. Klem (58) via boring in het inwendig
verbindingsstuk zetten en tafelver-
lenging doorschuiven.
13. Schroef (57) van de klem aantrek-
ken.
14. Toestel aan de voorste benen vast-
(55)
nemen, naar voren kantelen en
neerzetten.
55
7.6
Aansluiting van de spa-
nenzak
•
Spanenzak op de afzuigadapter ste-
ken (let erop dat de ritssluiting van
de spanenzak gesloten is).
•
Werk altijd met de gemonteerde
spanenzak, wanneer geen spanen-
afzuiginstallatie wordt toegepast.
•
Gebruik aanvullend een stofmasker
omdat door de spanenzak net de
gehele spanenstof wordt opgevan-
trekvoorzie-
gen.
•
Spanenzak
Draag bij het ledigen een bescherm-
masker.
7.7
Werkstukspan-
voorziening monteren
De werkstukspanvoorziening kan in
twee posities worden gemonteerd:
•
Voor brede werkstukken de werk-
stukspanvoorziening in de achter-
56
ste boring (59) van de tafel schui-
ven.
59
trekvoorzie-
zijdelingse
•
Voor smalle werkstukken de werk-
stukspanvoorziening in de voorste
boring (60) van de tafel schuiven.
58
regelmatig
ledigen.
60
NEDERLANDS
7.8
Netaansluiting
B
Gevaar! Elektrische spanning
•
Gebruik het apparaat uitsluitend
in een droge omgeving.
•
Het apparaat mag uitsluitend wor-
den aangesloten op een stopcon-
tact dat aan de hierna volgende
voorwaarden voldoet (zie ook
"Technische gegevens"):
− netspanning
en
moeten overeenstemmen met
de waarden op het typeplaatje
van het apparaat;
− beveiligd met een differentieel-
schakelaar die aanslaat bij een
lekstroom van 30 mA;
− de stopcontacten moeten reg-
lementair geïnstalleerd zijn en
een
goedgekeurde
hebben.
•
Het snoer moet zo gelegd worden
dat de zaagwerkzaamheden niet
bemoeilijkt worden, en dat het
snoer niet beschadigd kan wor-
den.
Voer de netkabel zoals afgebeeld
door de groef (61). Let erop dat de
netkabel voldoende spelling heeft,
opdat het bij het zagen niet stram
kan worden getrokken.
•
Bescherm het snoer tegen hitte,
bijtende scheikundige vloeistof-
fen
en
beschadiging
scherpe voorwerpen.
•
Als verlengsnoer mag uitsluitend
gebruik gemaakt worden van een
rubberen snoer met voldoende
doorsnede (3 x 1,5 mm
•
Trek de stekker niet aan het snoer
uit het stopcontact.
8. Bediening
A
Gevaar!
•
Controleer de veiligheidsinrich-
tingen, alvorens met de zaag-
werkzaamheden te beginnen:
•
Zorg ervoor dat u zichzelf ook
beschermt.
•
Let steeds op een juiste houding
en plaats tijdens het zagen:
-frequentie
aarding
61
door
2
).
9