NEDERLANDS
A
Opgelet!
Bij het zagen de zaagkop enkel
zo vast op het werkstuk draaien, dat
het motortoerental niet te sterk daalt,
omdat anders de motor kan worden
overbelast en beschadigd.
5.
Trek de zaagkop bij het zagen naar
voor (naar de gebruiker toe).
6.
Bewerk het werkstuk in één bewe-
ging.
7.
Laat de Aan/Uit-schakelaar los en
laat de zaagkop langzaam in de
bovenste
uitgangspositie
zwenken.
8.
Zaagkop in de achterste positie
terugschuiven.
8.6
Steun
1.
Vleugelschroef (67) losmaken.
68
2.
Steun in overeenstemming met de
lengte van het werkstuk zo ver als
mogelijk naar buiten op de tafelver-
lenging (68) verschuiven.
3.
Steun met de vleugelschroef (67)
vergrendelen.
Steun justeren
De achterste aanslagvlakte moet met de
werkstukaanslag aan de zaagtafel in
één lijn liggen.
Hiervoor laat zich de achterste aanslag-
vlakte van de steun justeren:
1.
Beide schroeven (69) losmaken.
69
70
12
2.
Achterste aanslagvlakte (70) in één
lijn met de werkstukaanslag uitrich-
ten.
3.
Beide schroeven (69) aantrekken.
8.7
Lengteaanslag
1.
Vleugelschroef (72) losmaken.
71
2.
Lengteaanslag in overeenstemming
met de te zagen werkstuklengte op
terug-
de tafelverlenging (72) verschuiven.
3.
Vleugelschroef (72) aantrekken.
Wordt de lengteaanslag niet benodigd,
kan hij gewoon naar achteren worden
weggeklapt.
8.8
Werkstukspan-
voorziening
A
Gevaar!
Span het werkstuk boven de
toesteltafel vast en niet in het bereik
van de tafelverlenging of voor de toe-
steltafel!
Uitrichten
1.
Werkstukspanvoorziening zwenken.
2.
Armlengte via de vleugelschroef
67
(73) aanpassen.
Werkstuk spannen
1.
Knop
indrukken. De spanstempel (76)
glijdt op het werkstuk.
2.
Knop voor snelverstelling (75) losla-
ten.
3.
Klemschroef (74) aantrekken.
3
Opmerking:
Om gevoelige werkstukken te
beschermen, leg een tussenstuk onder
de klemvoet.
72
73
74
75
76
voor
snelverstelling
(75)
8.9
Laser
A
Gevaar door laserstraling!
Laserstralen
kunnen
verwondingen aan het oog veroorza-
ken. Vermijdt vandaar het direct con-
tact van de ogen met de laserstraal.
Kijk nooit in de laseruittreding.
Een schakelaar voor centrifugaalkrach-
ten schakelt de laser in, wanneer zich
het zaagblad draait.
De toesnijdlaser vervaardigt een rode
lijn op de werkoppervlakte.
Met behulp van deze laserlijn kunt u de
voortekening en de zaaglijn gelijktijdig
zien. Bovendien maakt deze lijn een
betere uitrichting van uw voortekening
mogelijk en zodoende een exactere
snede van het werkstuk.
Voortekening uitrichten
3
Opmerking:
De laserlijn ligt iets links van de lijn,
waarop het zaagblad snijdt.
1.
Richt de laserlijn (77) en uw voorte-
kening (78) met het zaagblad in de
bovenste positie uit.
78
77
2.
Beweeg het werkstuk niet meer, tot
u het zaagproces heeft beëindigt.
3.
Produceer meerdere proefsneden in
verschillende werkstofsoorten en -
diktes aan.
Wanneer u zich met het gebruik van de
toesnijdlaser hebt bekend gemaakt, kunt
u de voortekening van de oppervlakte
van het werkstuk verwijderen, wegsnij-
den of laten staan. Aan de hand van de
proefsneden herkent u, welke positie
voor de uitrichting van de laserlijn met
uw voortekening geschikt is.
zware