Oneigenlijk gebruik
Alle andere vormen van gebruik, die niet onder het gebruik
overeenkomstig de bestemming staan genoemd, zijn ontoe-
laatbaar en daarom verboden. Dat geldt bijvoorbeeld voor de
inbouw en het gebruik in:
– „kampeervoertuigen" van de voertuigklasse M1
– bussen van de voertuigklasse M2 en M3,
– bedrijfswagens van de voertuigklasse N,
– boten en andere vaartuigen,
– jacht-/boshutten, weekendhuisjes of voortenten.
De inbouw in aanhangers en voertuigen voor het transport
van gevaarlijke stoffen is verboden
Toestellen met een defect mogen niet worden gebruikt.
Het gebruik van toestellen die in strijd met de inbouwhand-
leiding en gebruiksaanwijzing zijn geïnstalleerd of worden
gebruikt, is niet toegestaan.
Veiligheidsrichtlijnen
Alleen vakkundig en geschoold perso-
neel (vaktechnisch geschoold personeel)
mag met inachtneming van de inbouwhand-
leiding en gebruiksaanwijzing en de meest
recente regels van de techniek het Truma
product inbouwen, repareren en de goede
werking ervan controleren. Vaktechnisch ge-
schoold personeel zijn personen die op grond
van hun vaktechnische opleiding en scholing,
hun kennis en ervaring met de producten van
Truma en de toepasselijke normen de vereiste
werkzaamheden correct kunnen uitvoeren en
mogelijke gevaren kunnen onderkennen.
Voor een veilige en juiste toepassing de
gebruiksaanwijzing en andere product-
begeleidende documenten zorgvuldig lezen,
in acht nemen en voor later gebruik bewaren.
Neem de telkens geldende wetten, richtlijnen
en normen in acht.
Het niet in acht nemen van de regelingen in de
gebruiksaanwijzing en in de inbouwhandlei-
ding kan ernstige materiële schade en ernstige
risico's voor de gezondheid of het leven van
personen tot gevolg hebben. Voor de daardoor
ontstane schade is alleen de gebruiker van het
toestel aansprakelijk.
Voor het gebruik van gasregelaars,
gasapparatuur of gasinstallaties is het
gebruik van staande gasflessen waaruit gas
uit de gasfase wordt onttrokken dwingend
voorgeschreven. Gasflessen waaruit gas uit de
vloeistoffase wordt onttrokken (bijv. voor hef-
trucks) mogen niet worden gebruikt, omdat ze
tot beschadiging van de gasinstallatie leiden.
Wat te doen bij een gaslucht?
– Ontstekingsbronnen vermijden, bijv. alle
open vuur blussen, geen elektrische schake-
laars, mobiele telefoon of radio in het voer-
tuig gebruiken, de motor van het voertuig
niet starten, geen apparatuur inschakelen,
niet roken.
– Ramen en deuren openen.
– Alle personen uit het voertuig evacueren.
– Gasflessen sluiten of de gastoevoer van bui-
ten afsluiten.
– De complete gasinstallatie door vaktech-
nisch geschoold personeel laten controleren
en laten repareren.
– De gasinstallatie pas na controle en reparatie
weer in gebruik nemen.
Vergiftigingsgevaar door rookgassen! De
rookgassen van de verwarming kunnen
in gesloten of slecht geventileerde ruimten
(bijv. garages, werkplaatsen) tot vergiftigingen
leiden.
Als het voertuig in dergelijke ruimten wordt
geparkeerd:
– de brandstoftoevoer naar de verwarming
afsluiten,
– de verwarming via het bedieningspaneel
uitschakelen.
Een geopend dakraam / hefdak in de
buurt van de dakafvoer houdt het risico
in dat er rookgas in het voertuig kan binnen-
dringen. De verwarming mag uitsluitend bij
gesloten dakraam / hefdak worden gebruikt.
Gevaar voor brand / ontploffing tijdens
het tanken! Het toestel mag niet worden
gebruikt tijdens het tanken:
– van het voertuig,
– van de trekauto van de caravan of
– van andere apparaten.
Schakel het vloeibaar-gastoestel via het be-
dieningspaneel uit. Sluit de gastoevoer naar
het vloeibaar-gastoestel af. Overtuig u ervan
dat het vloeibaar-gastoestel in geen geval kan
worden ingeschakeld.
Mogelijk(e) persoonlijk letsel / materiële
schade door gebruik van de verwarming
zonder ommanteling. Vanwege hete opper-
vlakken van de warmtewisselaar de verwar-
ming alleen gebruiken als de ommanteling is
aangebracht.
3