nld
1.2. Artikelnummers
REMS Mini-Cobra ontstoppingsapparaat
voor hand- en elektrische bediening
REMS Mini-Cobra S elektrisch ontstoppingsapparaat
REMS Mini-Cobra S 22 V VE elektrisch ontstoppingsapparaat
Ontstoppingsspiraal Ø 8 mm × 7,5 m (REMS Mini-Cobra)
Ontstoppingsspiraal met kern Ø 8 mm × 7,5 m
Ontstoppingsspiraal Ø 10 mm × 10 m
Bedieningshandschoenen, paar
Bedieningshandschoen genageld, links
Bedieningshandschoen genageld, rechts
REMS accu Li-ion 21,6 V, 2,5 Ah
REMS accu Li-ion 21,6 V, 5,0 Ah
REMS accu Li-ion 21,6 V, 9,0 Ah
Snellaadapparaat 100 – 240 V, 90 W
Stalen koffer met inlage
REMS CleanM, Machinereiniger
Machinereiniger
Machinereiniger
1.3. Werkbereik
REMS Mini-Cobra, REMS Mini-Cobra S, REMS Mini-Cobra S 22 V VE
Verwijdering van buisverstoppingen,
bijv. in keuken, badkamer, toilet, voor buizen
Werktemperatuurbereik
REMS Mini-Cobra S 22 V VE
Accu
Snellaadapparaat
Spanningsbron
Opslagtemperatuurbereik
1.4. Elektrische gegevens
REMS Mini-Cobra S
230 V, 50 – 60 Hz, 630 W, 2,7 A; randgeaard, ontstoord,
Toerental elektronisch regelbaar
REMS Mini-Cobra S 22 V VE
21,6 V – ---, 2,5 Ah / 5,0 Ah / 9,0 Ah
Toerental elektronisch regelbaar
Snellaadapparaat
Snellaadapparaat
1.5. Afmetingen
REMS Mini-Cobra S
REMS Mini-Cobra S 22 V VE
REMS Mini-Cobra
1.6. Gewicht
REMS Mini-Cobra S
REMS Mini-Cobra S 22 V VE zonder accu
REMS Mini-Cobra
REMS accu Li-ion 21,6 V, 2,5 Ah
REMS accu Li-ion 21,6 V, 5,0 Ah
REMS accu Li-ion 21,6 V, 9,0 Ah
1.7. Geluidsinformatie
REMS Mini-Cobra S
Emissiewaarde op de werkplek
REMS Mini-Cobra S 22 V VE
Emissiewaarde op de werkplek
1.8. Vibraties
REMS Mini-Cobra S
Gemeten effectieve waarde van de versnelling
REMS Mini-Cobra S 22 V VE
Gemeten effectieve waarde van de versnelling
De aangegeven trillingsemissiewaarde werd met een genormde testmethode
gemeten en kan voor vergelijk met een ander apparaat gebruikt worden. De
aangegeven trillingsemissiewaarde kan ook voor een inleidende inschatting
van de uitzetting gebruikt worden.
VOORZICHTIG
VOORZICHTIG
De trillingsemissiewaarde kan zich tijdens gebruik van het apparaat van de
aangegeven waarde onderscheiden, afhankelijk van de manier en wijze waarop
het apparaat gebuikt wordt. Afhankelijk van de feitelijke gebruiksomstandigheden
(intermitterend) kan het noodzakelijk zijn veiligheidsmaatregelen te nemen voor
bescherming van de gebruiker.
Ø 20 – 50 (75) mm
–15 °C – +50 °C (5 °F – +122 °F)
–10 °C – +60 °C (14 °F – +140 °F)
0 °C – +40 °C (32 °F – +104 °F)
–10 °C – +45 °C (14 °F – +113 °F)
–15 °C – +50 °C (5 °F – +122 °F)
0 – 950 rpm
0 – 560 rpm
Input 220 – 240 V~; 50 – 60 Hz; 70 W
Output 21,6 V – ---
randgeaard, ontstoord
Input 100 – 240 V~; 50 – 60 Hz; 90 W
Output 21,6 V – ---
randgeaard, ontstoord
445 × 310 × 200 mm, 17,5" × 12,2" × 7,9"
395 × 315 × 200 mm, 15,6" × 12,4" × 7,9"
395 × Ø 200 mm, 15,6" × Ø 7,9"
5,7 kg (12,6 lb)
4,9 kg (10,8 lb)
2,9 kg
0,4 kg
0,8 kg
1,1 kg
L
84 dB(A), L
84 dB(A), L 95 dB(A),
84 dB(A), L
84 dB(A), L
PA
PA
PA
WA
WA
WA
WA
Onzekerheid K = 3 dB(A)
L
84 dB(A), L
PA
WA
Onzekerheid K = 3 dB(A)
Onzekerheid K = 1,5 m/s²
Onzekerheid K = 1,5 m/s²
2. Inbedrijfstelling
2.1. Elektrische aansluiting
170010
170022
WAARSCHUWING
WAARSCHUWING
170025
Neem de netspanning in acht! Voordat de aandrijfmachine, het snellaadap-
170200
paraat of de spanningsbron wordt aangesloten, dient te worden gecontroleerd
170201
of de spanning die op het typeplaatje is aangegeven, overeenkomt met de
170205
netspanning. Op bouwplaatsen, in vochtige omgevingen, in binnen- en buiten-
172610
ruimten of bij soortgelijke opstellingen mag het elektrische apparaat uitsluitend
172611
op het net worden aangesloten via een aardlekschakelaar die de stroomtoevoer
172612
onderbreekt zodra de lekstroom naar de aarde gedurende 200 ms de 30 mA
571571
overschrijdt.
571581
Accu's
571583
571585
Diepontlading door onderspanning
170107
Een minimumspanning mag bij accu's Li-ion niet worden onderschreden, omdat
anders de accu door diepontlading kan worden beschadigd. De cellen van de
140119
140119
REMS accu's Li-ion zijn bij afl evering ca. 40 % voorgeladen. Daarom moeten
de accu's Li-ion vóór gebruik geladen en daarna regelmatig bijgeladen worden.
Als dit voorschrift van de cellenfabrikant niet in acht wordt genomen, kan de
accu Li-ion door diepontlading worden beschadigd.
Diepontlading door opslag
Als een relatief weinig geladen accu Li-ion wordt opgeslagen, kan deze bij een
langere opslag door zelfontlading diepontladen raken en zo beschadigd worden.
Accu's Li-ion moeten daarom voor de opslag worden geladen, daarna ten
minste om de zes maanden worden bijgeladen en in ieder geval nogmaals
worden opgeladen, voordat ze opnieuw worden belast.
LET OP
LET OP
Laad de accu voor gebruik.
Gebruik voor het opladen van de REMS accu Li-ion alleen goedgekeurde REMS
snellaadapparaten. Nieuwe en langere tijd niet gebruikte accu's Li-ion bereiken
-1
pas na meerdere laadbeurten hun volledige capaciteit.
Snellaadapparaten
Als de netstekker ingestoken is, brandt het linker controlelampje continu groen.
Wanneer een accu in het snellaadapparaat gestoken is, geeft een groen knip-
-1
perend controlelampje aan dat de accu geladen wordt. Brandt dit controlelampje
continu groen, dan is de accu opgeladen. Knippert een controlelampje rood,
dan is de accu defect. Brandt een controlelampje continu rood, dan ligt de
temperatuur van het snellaadapparaat en/of de accu buiten het toelaatbare
werkbereik van het snellaadapparaat van 0 °C tot +40 °C.
LET OP
LET OP
De snellaadapparaten zijn niet geschikt voor gebruik in openlucht.
Spanningsbron
De spanningsbron dient om het accugereedschap met netvoeding in plaats
van accuvoeding te gebruiken. De spanningsbron is uitgerust met een
stroom- en temperatuurbegrenzing. De bedrijfsstatus wordt met een led
aangegeven. Bij een brandende led is het apparaat bedrijfsklaar. Als de led
uitgaat of knippert, betekent dit dat de stroomsterkte te hoog of de tempera-
tuur ontoelaatbaar is. In deze toestand kan de aandrijfmachine niet worden
gebruikt. Na een wachttijd brandt de led weer en kan het werk worden
voortgezet.
(6,4 lb)
(0,9 lb)
LET OP
LET OP
(1,8 lb)
De spanningsbron is niet geschikt voor gebruik in openlucht.
(2,4 lb)
2.2. Ontstoppingsspiraal in de spiraaltrommel (10) monteren
Wanneer een nieuwe ontstoppingsspiraal wordt gemonteerd, moet deze ca.
50 mm voor het achterste spiraaleinde ca. 45° worden gebogen en vervolgens
95 dB(A),
zodanig door de geopende klembus (5)/spankop (12) in de spiraaltrommel (10)
worden geschoven, dat de ontstoppingsspiraal, gezien door de opening van
de spiraaltrommel (10) aan de voorkant, met de wijzers van de klok mee wordt
opgewikkeld. Schuif de ontstoppingsspiraal in, totdat de kegelkop (6) ca. 200 mm
92 dB(A),
uit de klembus (5)/spankop (12) steekt.
3. Bedrijf
3.1. Bedrijf REMS Mini-Cobra S
2,5 m/s²
WAARSCHUWING
WAARSCHUWING
Draag een geschikte geleidingshandschoen!
3,0 m/s²
VOORZICHTIG
VOORZICHTIG
Bedien het elektrische ontstoppingsapparaat altijd met twee handen; houd
hierbij de tegenhouder met invoerbesturing (1) en de schakelaargreep (2) altijd
goed vast. Houd bij het in- en uitschakelen rekening met het reactiemoment
van de aandrijfmachine op de spiraaltrommel (10)! Start het elektrische ontstop-
pingsapparaat bij voorkeur met een gering toerental en verhoog dit vervolgens
langzaam naargelang nodig.
De ontstoppingsspiraal Ø 8 mm resp. Ø 10 mm, ca. 150 mm uittrekken. Bij de
ontstoppingsspiraal Ø 8 mm de instelschijf (11) tot aan de aanslag draaien, bij
de ontstoppingsspiraal Ø 10 mm tot een weerstand optreedt en vervolgens
nog ca. één omwenteling doordraaien. Zet de draairichtingsschakelaar (3) op
de pijl in de richting van de spiraaltrommel (10). Met de instelschijf aan de
veiligheidstipschakelaar (4) kan het toerental van het laagste niveau A tot het
hoogste niveau F worden begrensd. Druk de veiligheidstipschakelaar (4) licht
nld
31