nld
in, zodat de spiraaltrommel (10) draait. Verhoog aansluitend langzaam het
toerental naar gelang nodig. Draai de tegenhouder met invoerbesturing (fi g.1
(1)) naar links, om de ontstoppingsspiraal in de buis voort te bewegen. Wanneer
de ontstoppingsspiraal op een weerstand stoot, moet evt. het toerental verlaagd
of de invoerrichting omgekeerd worden. Na het verwijderen van de verstopping,
de tegenhouder met invoerbesturing (fi g.1 (1)) naar rechts draaien, om de
ontstoppingsspiraal uit de buis te halen. Ca. 200 mm voordat de kegelkop (6)
de spankop (12) bereikt, moet het elektrische ontstoppingsapparaat worden
uitgeschakeld. Na het ontstoppingswerk moet voor het transport de instelschijf
(11) worden losgedraaid en de ontstoppingsspiraal met de hand tot kort voor
de aanslag van de kegelkop (6) aan de spankop (12) in de spiraaltrommel (10)
worden teruggeschoven.
VOORZICHTIG
VOORZICHTIG
Bij een te grote afstand tussen buiseinde/afvoer en spankop (12) kan de
ontstoppingsspiraal beginnen slingeren! (verwondingsgevaar)!
LET OP
LET OP
Voer de ontstoppingsspiraal bij het ontstoppen slechts zo ver in de buis, dat
ten minste 2 wikkelingen in de spiraaltrommel (10) blijven. Als de ontstoppings-
spiraal verder wordt ingevoerd, is de terugloop niet meer door motorkracht
mogelijk. De ontstoppingsspiraal moet dan ca. 2 wikkelingen met de hand in
de spiraaltrommel (10) worden teruggeschoven. Aansluitend functioneert de
terugloop weer automatisch.
De aan de ontstoppingsspiraal gevormde kegelkop (6) mag in geen geval in
de spankop (12) terechtkomen, omdat anders de ontstoppingsspiraal wordt
beschadigd.
3.2. Bedrijf REMS Mini-Cobra S 22 V VE
WAARSCHUWING
WAARSCHUWING
Draag een geschikte geleidingshandschoen!
VOORZICHTIG
VOORZICHTIG
Bedien het elektrische ontstoppingsapparaat altijd met twee handen; houd
hierbij de tegenhouder met invoerbesturing (1) en de schakelaargreep (2) altijd
goed vast.
De ontstoppingsspiraal Ø 8 mm resp. Ø 10 mm, ca. 150 mm uittrekken. Bij de
ontstoppingsspiraal Ø 8 mm de instelschijf (11) tot aan de aanslag draaien, bij
de ontstoppingsspiraal Ø 10 mm tot een weerstand optreedt en vervolgens
nog ca. één omwenteling doordraaien. Duw de draairichtingsring (3) met de
pijl in de richting van de spiraaltrommel (10) tot tegen de aanslag. Druk de
veiligheidstipschakelaar (4) volledig in, de spiraaltrommel (10) start langzaam
en bereikt na korte tijd het maximale toerental. Draai de tegenhouder met
invoerbesturing (fi g. 2 (1)) naar links, om de ontstoppingsspiraal in de buis
voort te bewegen. Wanneer de ontstoppingsspiraal op een weerstand stoot,
moet evt. het toerental verlaagd of de invoerrichting omgekeerd worden. Na
het verwijderen van de verstopping, de tegenhouder met invoerbesturing (fi g.
2 (1)) naar rechts draaien, om de ontstoppingsspiraal uit de buis te halen. Ca.
200 mm voordat de kegelkop (6) de spankop (12) bereikt, moet het elektrische
ontstoppingsapparaat worden uitgeschakeld. Na het ontstoppingswerk moet
voor het transport de instelschijf (11) worden losgedraaid en de ontstoppings-
spiraal met de hand tot kort voor de aanslag van de kegelkop (6) aan de spankop
(12) in de spiraaltrommel (10) worden teruggeschoven.
VOORZICHTIG
VOORZICHTIG
Bij een te grote afstand tussen buiseinde/afvoer en spankop (12) kan de
ontstoppingsspiraal beginnen slingeren! (verwondingsgevaar)!
LET OP
LET OP
Voer de ontstoppingsspiraal bij het ontstoppen slechts zo ver in de buis, dat
ten minste 2 wikkelingen in de spiraaltrommel (10) blijven. Als de ontstoppings-
spiraal verder wordt ingevoerd, is de terugloop niet meer door motorkracht
mogelijk. De ontstoppingsspiraal moet dan ca. 2 wikkelingen met de hand in
de spiraaltrommel (10) worden teruggeschoven. Aansluitend functioneert de
terugloop weer automatisch.
De aan de ontstoppingsspiraal gevormde kegelkop (6) mag in geen geval in
de spankop (12) terechtkomen, omdat anders de ontstoppingsspiraal wordt
beschadigd.
3.3. Bedrijf REMS Mini-Cobra
Trek de ontstoppingsspiraal ca. 300 mm uit de spiraaltrommel (10), draai de
klembus (5) met de hand vast en voer de spiraal in de te ontstoppen buis. Houd
de handgreep (7) vast en draai met de andere hand aan de draaikruk (8), om
de spiraaltrommel (10) met de klok mee te draaien. Voer de ontstoppingsspiraal
slechts zo ver in de te ontstoppen buis, dat de klembus (5) nog met de hand
kan worden bediend. Open de klembus (5) en trek de ontstoppingsspiraal weer
ca. 300 mm uit de spiraaltrommel (10). Herhaal dit proces tot er weerstand
voelbaar is of de verstopping verholpen is. Trek de ontstoppingsspiraal met de
hand terug en schuif hem weer in de spiraaltrommel.
3.4. Bedrijf REMS Mini-Cobra met geschikte boormachine/schroefboormachine
Als voor het aandrijven van de REMS Mini-Cobra een boormachine of schroef-
boormachine wordt gebruikt, dient erop te worden gelet dat deze met een
traploos instelbare, elektronische toerentalregeling ≤ 300 rpm
draaikruk (8) verwijderen. Sluit de klembus van de boormachine of schroef-
boormachine op de zeskantmeenemer (9) aan.
32
WAARSCHUWING
WAARSCHUWING
Draag een geschikte geleidingshandschoen!
VOORZICHTIG
VOORZICHTIG
Gebruik geen boormachine of schroefboormachine met snelstop! Bij een
direct stilzetten van de aandrijfmachine kan deze door het slingermoment van
de nog draaiende spiraaltrommel (10) worden omgeslagen.
Trek de ontstoppingsspiraal ca. 300 mm uit de spiraaltrommel (10) en draai de
klembus (5) met de hand vast. Zet de (schroef)boormachine altijd eerst langzaam
rechtsdraaiend in beweging en verhoog het toerental vervolgens naargelang
nodig Voer de ontstoppingsspiraal slechts zo ver in de te ontstoppen buis, dat
de klembus (5) nog met de hand kan worden bediend. Schakel de boormachine
of schroefboormachine uit. Open de klembus (5) en trek de ontstoppingsspiraal
weer ca. 300 mm uit de spiraaltrommel (10). Herhaal dit proces tot er weerstand
voelbaar is of de verstopping verholpen is. Houd een afstand van maximaal
200 mm tussen buiseinde/afvoer en klembus (5) aan, omdat anders de ontstop-
pingsspiraal kan beginnen slingeren. Trek de ontstoppingsspiraal altijd met de
hand terug en schuif hem weer in de spiraaltrommel (10). Laat de boormachine
of schroefboormachine alleen naar links draaien, als de ontstoppingsspiraal in
de buis vastzit. Schakel hiervoor de boormachine of schroefboormachine
voorzichtig afwisselend op rechts- en linksdraaiend.
3.5. Machinetoestandscontrole met beveiliging tegen diepontlading van de
accu
REMS Mini-Cobra S 22 V VE is uitgerust met een overbelastingsbeveiliging
tegen te hoge stromen en een indicator die de laadtoestand aangeeft. De
laadtoestand wordt aangegeven via de ledwerklamp (15). De ledwerklamp
knippert wanneer de accu moet worden geladen, de accu defect is of de
aandrijfmachine wegens te hoge stroom is uitgeschakeld. Als deze toestand
tijdens een bewerking optreedt en de machine blijft stilstaan, moet de bewer-
king met een geladen li-ionaccu worden voltooid.
3.6. Trapsgewijze indicatie van de laadtoestand (14) van de accu
De trapsgewijze indicatie geeft de laadtoestand van de accu's met 4 leds
aan. Na een druk op de knop met het batterijsymbool licht gedurende enkele
seconden ten minste één led op. Hoe meer leds groen branden, hoe hoger
de laadtoestand van de accu's is. Indien een led rood knippert, moet de accu
worden opgeladen.
4. Onderhoud
Ongeacht het hieronder beschreven onderhoud wordt aanbevolen om het
elektrische ontstoppingsapparaat en toebehoren (bijv. accu's, snellaadapparaten,
spanningsbronnen) ten minste één keer per jaar naar een geautoriseerde
REMS klantenservice te brengen voor een inspectie en herhaalde controle van
het elektrische apparaat. In Duitsland is zo'n herhaalde controle van elektrische
apparaten volgens DIN VDE 0701-0702 verplicht en volgens het ongevalpre-
ventievoorschrift DGUV-voorschrift 3 'Elektrische installaties en bedrijfsmiddelen'
ook voor mobiele elektrische bedrijfsmiddelen voorgeschreven. Daarnaast
dienen de voor de plaats van inzet geldende nationale veiligheidsbepalingen,
regels en voorschriften in acht genomen en gevolgd te worden.
4.1. Inspectie
WAARSCHUWING
WAARSCHUWING
Vóór onderhoudswerkzaamheden altijd de netstekker uittrekken!
Reinig het elektrische ontstoppingsapparaat en de ontstoppingsspiraal regel-
matig, vooral ook als het langere tijd niet wordt gebruikt. Reinig kunststof
onderdelen (bijv. de kast) uitsluitend met de machinereiniger REMS CleanM
(art.nr. 140119) of met milde zeep en een vochtige doek. Gebruik geen huis-
houdelijke reinigingsmiddelen. Deze bevatten allerlei chemicaliën die kunststof
onderdelen kunnen beschadigen. Gebruik voor de reiniging in geen geval
benzine, terpentijnolie, thinner of dergelijke producten.
Zorg ervoor dat vloeistoffen nooit op of binnen in het elektrische ontstoppings-
apparaat kunnen terechtkomen. Dompel het elektrische ontstoppingsapparaat
nooit in een vloeistof onder.
4.2. Onderhoud / reparatie
REMS Mini-Cobra S, REMS Mini-Cobra S 22 V VE
WAARSCHUWING
WAARSCHUWING
Voor onderhouds- en reparatiewerkzaamheden moet de netstekker worden
uitgetrokken! Deze werkzaamheden mogen uitsluitend door gekwalifi ceerd
vakpersoneel worden uitgevoerd.
Het aandrijfwerk loopt in een continue vetvulling en hoeft daarom niet te worden
gesmeerd. De motor van de aandrijfmachine van de REMS Mini-Cobra S heeft
koolborstels. Deze verslijten en moeten daarom regelmatig worden gecontro-
leerd of vervangen door gekwalifi ceerd vakpersoneel of een geautoriseerde
REMS klantenservice.
is uitgerust. De
-1
nld