NL
Lichtsequenties
Rood, continu
Rood, knipperend
Rood, snel knipperend temperatuurstoring
Geel, continu
Geel, knipperend
Groen, continu
3:2:1 Opladen via batterijen
Om drie AA-batterijen in het batterijenvak (B:1)
te monteren opent u de oplaadcassette door de
vergrendeling (B:7) omhoog te lichten. Open
voorzichtig de klep van het batterijenvak in de
oplaadcassette. Monteer de batterijen: zorg
ervoor dat de (+)(-) polen volgens de illustratie
op de oplaadcassette gericht zijn. Maak de klep
van het batterijenvak dicht.
Localiseer de oplaadcontacten van de oorplug
(A:3) en van het laadnest (B:4) en richt deze op
elkaar. Breng eerst het smalle uiteinde van de
oorplug (Fig. C: 1) in en druk deze vervolgens
voorzichtig omlaag tot deze in het nest (Figuur
C: 2) vastklikt. Doe hetzelfde met de tweede
oorplug.
Belangrijk! Zorg ervoor dat de contactpunten
(A:3) van de oorplug omlaag gericht zijn zodat
deze verbonden zijn met de contactpunten van
het nest.
Om te controleren of de verbinding tussen de
oorplug en de contactpunten van het nest goed
is, drukt u op de test/status-toets (B:3). Kijk naar
het indicatielampje (B:5) en (Fig. D).
3:2:2 Opladen via de micro-B USB-poort
Om de oorpluggen (niet de AA-batterijen) via
de micro-B USB-poort (B:6) op te laden sluit
u deze via een standaard micro-B USB-kabel
(niet meegeleverd) aan op een stroombron.
Steek een uiteinde van de micro-B USB-kabel
in de oplaadcassette en het andere uiteinde
in een USB-stroombron. De lader zal de
USB-verbinding automatisch opsporen en
Status
wordt opgeladen
wordt niet opgeladen
wordt opgeladen – lage
spanning batterij
wordt niet opgeladen –
lage spanning batterij
opgeladen
deze als voeding gebruiken in plaats van de
AA-batterijen.
Druk op de test/status-toets (B:3) om te na te
gaan of de verbinding tussen de oorpluggen en
de oplaadpunten van het nest goed is. Kijk naar
het indicatielampje (B:5) om veilig te stellen dat
de oorpluggen opgeladen worden (fig. D).
3:2:3 De oorpluggen uitde laadcassette
verwijderen
Om de oorpluggen uit de oplaadcassette te
verwijderen licht u deze behoedzaam omhoog
terwijl u op de oplaadcassette vasthoudt.
3:2:4 Invloed van de temperatuur op het
laden
Let op! Vanwege de beperkingen van de
batterijen is de oplaadcassette zo ontworpen
dat de oorpluggen bij temperaturen beneden
-20 °C en boven de 50 °C niet worden
opgeladen.
3:3 Inschakelen
Houd de aan-uit/volume-toets (A:1) twee
seconden ingedrukt. Zodra u een toon hoort
mag u de toets loslaten. De oorplug hoort nu
ingeschakeld te zijn, in de normale volume-
instelling. Doe hetzelfde met de andere oorplug.
3:4 Het geluidsniveau regelen
In de "normale" stand dient de geluidsweergave
in de gehoorgang ongeveer hetzelfde volume
te hebben als zonder gehoorbescherming.
In de "hoge" stand dient u een gevoel van
geluidsversterking te krijgen. Om tussen
de twee gehoorniveaus te wisselen drukt u
kortstondig op de aan-uit/volumetoets. Zo
kunt u schakelen tussen de "normale" and
"hoge" volume-instelling. U krijgt een korte,
hoge pieptoon te horen bij het omschakelen
naar de "hoge" volume-instelling en een korte,
lage toonhoogte bij het omschakelen naar de
"normale" volume-instelling.
26