Publicidad
Idiomas disponibles
Idiomas disponibles
Klem het werkstuk altijd stevig vast en houd
de basis van het gereedschap altijd met
beide handen stevig vast. Dit niet doen, kan
leiden tot controleverlies en mogelijk ernstig
persoonlijk letsel.
Het maken van proefsneden is essentieel
bij de meeste freestoepassingen. Een
proefsnede geeft informatie over de
opstelling, de snelheid van het gereedschap,
de snedediepte en hoe de frees reageert
op het werkstuk. Frezen is overwegend een
proces van trial en error door verschillende
aanpassingen uit te voeren, gevolgd door
proefsneden, terwijl u alle operationele
mogelijkheden van het gereedschap leert
kennen. Om te voorkomen dat u goed
materiaal stukmaakt, maak proefsneden op
afvalmateriaal. Houd het apparaat tijdens het
gebruik altijd stevig met beide handen vast
om het goed onder controle te houden.
Frezen met de randgeleider
De randgeleider kan worden gebruikt als
hulpmiddel bij freestoepassingen zoals
sierranden maken, rechte randen schaven en
afkorten, groeven en lambriseringen maken,
en sleuffrezen.
Recht frezen
a.
Draai de knop los en schuif de geleider
langs de arm van de randgeleider tot
aan de gewenste lengte, draai de knop
vervolgens vast (zie afbeelding Q).
b.
Verplaats het gereedschap terwijl de
randgeleider gelijk blijft met de zijkant
van het werkstuk (zie afbeelding R).
Ronde bits met lagers zijn uitstekend voor
het vormen van de rand van eender welk
werkstuk dat recht of gebogen is, wanneer
de kromming ten minste even groot is als de
radius van de te gebruiken bit.
Als de afstand tussen de zijkant van het
werkstuk en de snedepositie te groot is
voor de randgeleider, of als de zijkant van
het werkstuk niet recht is, klem een rechte
plank dan stevig op het werkstuk vast en
gebruik deze als geleider tegen de freesvoet.
Verplaats het gereedschap in de richting van
de pijl (zie afbeelding S).
Cirkelvormig frezen
De minimale en maximale radius van de te
frezen cirkels (afstand tussen het middelpunt
van de cirkel en het middelpunt van de bit)
58
zijn respectievelijk 110 mm en 240 mm.
a.
Breng de knop opnieuw aan en schroef
de randgeleider vast zoals weergegeven
in Afb. T (kleinere snijradius) of Afb. U
(grotere snijradius).
b.
Maak de randgeleider stevig vast aan de
basis.
c.
Breng het middelste gat in de
randgeleider op één lijn met het
middelpunt van de te snijden cirkel. Pas
de lengte van de randgeleider aan.
d.
Sla een spijker met een diameter van iets
minder dan 6,5 mm in het middelste gat
om de randgeleider vast te zetten.
e.
Draai het gereedschap met de klok mee
rond de spijker om de cirkelsnede te
maken (Afb. V).
Intern frezen (Zie afbeelding W)
a.
Kantel het gereedschap met de
ingestelde snedediepte en plaats het op
het werkstuk, waarbij alleen de voorkant
van de basisplaat in contact komt met
het werkstuk.
b.
Schakel het gereedschap in en laat het
op volle snelheid draaien. Zorg ervoor
dat de frees niet in contact komt met het
werkstuk.
c.
Om de snede te beginnen, breng de
frees geleidelijk in het werkstuk aan tot
de basisplaat vlak is met het werkstuk en
verplaats vervolgens de bovenfrees om
de snede te maken.
De kantenfrees verplaatsen
■ Richting van verplaatsen (zie afbeelding X)
Als het apparaat in de tegenovergestelde
richting wordt verplaatst, kan dit leiden tot
controleverlies en mogelijk persoonlijk letsel.
■ Verplaatsingssnelheid
De juiste verplaatsingssnelheid hangt af
van verschillende factoren: de hardheid
en het vochtgehalte van het werkstuk, de
snedediepte en de snijdiameter van de bit.
Gebruik een hogere verplaatsingssnelheid
bij het snijden van ondiepe groeven in zacht
hout, zoals grenen. Gebruik een lagere
verplaatsingssnelheid bij diepe zaagsneden
in hardhout, zoals eik.
CER 18-EC
Publicidad
