Aan- en uitschakelen
Zorg ervoor dat alle sleutels en verstelgereedschappen ver verwijderd zijn van het reservebureau, dat
de houdingen volledig zijn geïnstalleerd en dat alle veiligheidsafdekkingen zijn bewaard.
"O" – UIT
"Ik" – AAN
Deze machine maakt gebruik van een elektromagnetische schakelaar voor optimale veiligheid.
Wanneer de stroom wordt onderbroken, stopt de machine onmiddellijk.
Om de machine opnieuw te starten moet de groene knop opnieuw worden ingedrukt.
9. Gebruik van de machine
• Plaats een geschikte frees in de gereedschapshouder en borg deze door het vastdraaien van de
gereedschapshoudermoer (afb. 17, pos. 14).
• Monteer en borg de snijmessen.
• Pas de snelheid aan en stel de uitvoergeleider zo in dat het afgesneden materiaal wordt
ondersteund en een compensatie voor het afgevoerde materiaal wordt bereikt.
• Schakel de machine in.
• Zorg ervoor dat het werkstuk stevig tegen de langsgeleiding wordt gedrukt.
• Duw het werkstuk zachtjes van rechts naar links, tegen de draairichting van het gereedschap in.
• Houd uw rijsnelheid constant. Duw niet te snel; dit zou de motor te veel vertragen.
• Een te snelle invoer van het werkstuk zal resulteren in een slechte snijkwaliteit. Bovendien bestaat
het risico dat de snijmessen of de motor beschadigd raken.
• Als u het werkstuk te langzaam aanvoert, ontstaan er brandplekken op het werkstuk.
• Bij zeer hard hout en belangrijke sneden kan het nodig zijn om geleidelijk in meerdere sneden te
werken totdat de gewenste diepte is bereikt.
• De juiste invoersnelheid is afhankelijk van de freesgrootte, de materiaalsoort van het werkstuk en
de zaagdiepte. Het is aan te raden om eerst te oefenen met een stuk sloophout om de juiste
aanzuigsnelheid en de afmetingen te bepalen.
• Schakel de machine uit door op de rode klep te drukken.
• De machine is voorzien van een overbelastingsschakelaar (13) om de motor te beschermen. Bij
overbelasting schakelt de machine automatisch uit. Na korte tijd kan de overbelastingsschakelaar
(13) weer worden gereset.
10. Reiniging, onderhoud
Algemene onderhoudsmaatregelen
•
Veeg af en toe spanen en stof van de machine met een doek. Om de levensduur van het
gereedschap te verlengen, dient u de roterende delen maandelijks te oliën.
Smeer de motor niet.
•
•
Gebruik bij het reinigen van het kunststof geen bijtende producten.
WAARSCHUWING! Koppel vóór reinigings-, aanpassings-, onderhouds- of
reparatiewerkzaamheden het netsnoer los van de netvoeding!
Schoonmaak
• Houd alle veiligheidsvoorzieningen, ventilatieopeningen en het motorhuis zoveel mogelijk vrij van
vuil en stof. Veeg de apparatuur af met een schone doek of blaas deze met perslucht onder lage
druk.
• Wij raden u aan het apparaat na gebruik onmiddellijk schoon te maken.
• Maak de apparatuur regelmatig schoon met een vochtige doek en wat zachte zeep. Gebruik geen
schoonmaakmiddelen of oplosmiddelen; deze kunnen de plastic onderdelen van het apparaat
NL