Bediening
GEVAAR
Gevaar voor elektrische schokken
Gevaar voor letsel en beschadiging.
De contactdoos is alleen voor de directe aansluiting van
de afvoerpomp op de zuiger bedoeld. Elk ander gebruik
van het stopcontact is niet toegestaan.
Instructie
De bedieners moeten vóór gebruik worden geïnfor-
meerd over het toepasselijke PRCD-systeem.
Apparaat inschakelen
Afbeelding P
Inschakelknop
1
Uitschakelknop/testknop
2
Veiligheidsschakelaar
3
Rood controlelampje
4
1. De netstekker van het apparaat insteken.
2. Inschakelknop indrukken, rode controlelampje
brandt. Veiligheidsschakelaar is bedrijfsklaar.
3. Uitschakelknop/testknop van de veiligheidsschake-
laar indrukken, rode controlelampje gaat uit. Veilig-
heidsschakelaar wordt uitgeschakeld.
4. Inschakelknop indrukken, rode controlelampje
brandt. Veiligheidsschakelaar is bedrijfsklaar.
5. Apparaat met de draaischakelaar inschakelen.
6. Grote hoeveelheden vloeistof afvoeren: De afvoer-
pomp inschakelen.
Zuigkracht instellen
Instructie
Met behulp van de zuigkrachtregelaar kan de hoeveel-
heid aangezogen water (debiet van de zuigturbine) wor-
den aangepast aan het vermogen van de afvoerpomp.
Dit voorkomt dat de zuigturbine voortdurend uit- en in-
schakelt en zorgt voor een continue afzuiging.
1. Bochtstuk van de zuigslang verwijderen.
Afbeelding Q
2. Zuigkrachtregelaar op zuigslang monteren.
3. Het bochtstuk aansluiten op de zuigkrachtregelaar.
Ervoor zorgen dat de clipring is uitgelijnd volgens de
afbeelding.
Afbeelding R
4. De zuigkracht instellen op de zuigkrachtregelaar (3-
traps).
Afvoer- resp. reinigingsbedrijf
1. Voer vloeistoffen continu af of voer een reiniging uit.
Voorfilter legen
1. Zuigkop ontgrendelen en verwijderen.
2. Kabelhouder van de afvoerpomp verwijderen.
3. Voorfilter over de zuigopening trekken en verwijde-
ren.
4. Voorfilter legen.
5. Voorfilter bij het plaatsen zo ver over de zuigopening
schuiven tot het tegen de reservoirwand ligt.
6. Kabelhouder van de afvoerpomp plaatsen.
7. Zuigkop plaatsen en vergrendelen.
Apparaat uitschakelen
1. Eventueel de afvoerpomp uitschakelen.
2. Apparaat met de draaischakelaar uitschakelen.
3. Uitschakelknop/testknop van de veiligheidsschake-
laar indrukken, rode controlelampje gaat uit. Veilig-
heidsschakelaar wordt uitgeschakeld.
4. Trek de stekker van het apparaat eruit.
1. Reservoir legen.
2. Apparaat van binnen en van buiten reinigen door af-
zuigen en afvegen met een vochtige doek.
Duwbeugel in-/uitklappen
1. Vergrendeling van de duwbeugel losmaken en duw-
beugel verstellen.
1. Zuigslang en netkabel volgens de afbeelding opber-
gen.
Afbeelding S
2. Bewaar het apparaat in een droge ruimte en beveilig
het tegen onbevoegd gebruik.
VOORZICHTIG
Niet in acht nemen van het gewicht
Gevaar voor letsel en beschadiging
Houd bij het vervoer rekening met het gewicht van het
apparaat.
LET OP
Ondeskundig vervoer
Beschadigingsgevaar
Bescherm de netstekker van de afvoerpomp tegen be-
schadiging, aangezien deze in uitgetrokken toestand tot
op de grond reikt.
1. Zuigbuis met vloersproeier uit de houder nemen.
Apparaat voor het dragen aan de handgreep en aan
de zuigbuis vastnemen, niet aan de duwbeugel.
2. Apparaat bij het vervoer in voertuigen conform de
geldende richtlijnen tegen wegglijden en omvallen
beveiligen.
VOORZICHTIG
Niet in acht nemen van het gewicht
Gevaar voor letsel en beschadiging
Houd bij de opslag rekening met het gewicht van het ap-
paraat.
Het apparaat mat alleen in binnenruimtes worden opge-
slagen.
Verzorging en onderhoud
GEVAAR
Gevaar voor elektrische schokken
Letsel door aanraken van stroomvoerende onderdelen
Schakel het apparaat uit.
Trek de netstekker eruit.
Vlak harmonicafilter vervangen
1. Filterafdekking openen.
2. Filterframe verwijderen.
3. Vlak harmonicafilter (bijzonder toebehoren) verwij-
deren.
4. Vlak harmonicafilter (bijzonder toebehoren) plaat-
sen. Bij het plaatsen erop letten dat het vlakke har-
monicafilter aan alle kanten goed aanligt.
5. Filterframe plaatsen.
6. Filterafdekking sluiten, moet hoorbaar vastklikken.
Nederlands
Na elk gebruik
Apparaat opbergen
Vervoer
Opslag
45