gepompt, moeten compatibel zijn met de bouwmaterialen. Neem
contact op met de fabriek voor de Gids over Chemische Compatibi-
liteit. De pomp moet na elk gebruik met schoon water of een neu-
traliserende oplossing worden gespoeld om een lange levensduur
van de pomp te garanderen.
7. DRUK – De maximale voortdurende aflaatdruk is 15 psi.
8. TEMPERATUUR – De maximaal aanbevolen vloeistoftemperatu-
ur is 130°F (54°C.) De minimaal aanbevolen vloeistoftemperatuur
is 45°F (7°C).
9. VISCOSITEIT – De maximale viscositeit van de vloeistof die wordt
gepompt, is 250 centipoise.
10. WERKCYCLUS – De motor en de pomp zijn ontworpen voor
voortdurende werking in een omgeving van 70°F (21°C) terwijl
ze pompen tegen een aflaatdruk van 15 psi (1,05 bar). Naast deze
parameters wordt een cyclus met tussenpozen aanbevolen om de
levensduur van de pomp te maximaliseren. Bij normale werking,
zal de motorbehuizing warm worden. Langdurig contact met de
motor kan brandwonden op de menselijke huid veroorzaken.
11. OPSTART EN WERKING – Controleer het vloeistofniveau in de
voorraadtank. Open alle ventielen in het systeem. Schakel het elek-
trisch circuit naar de "aan"-positie. Het debiet zal stabiel worden
terwijl er lucht uit het systeem komt. Voor pompen die zijn uit-
gerust met een drukschakelaar, sluit u de overdrukklep nadat het
ONDERDELENLIJST
Model
31800-0092
31800-0094
31801-0092
31801-0094
Lagerkap 9 niet inbegrepen in diafragmakit 3. Referentietekening op pagina 4.
ONDERHOUDSINSTRUCTIES
Schakel de elektrische stroom uit en open de overdrukklep om de
druk in de pomp af te laten voor u de pomp een onderhoud geeft.
Neutraliseer chemische producten voor de demontage.
POMPDEMONTAGE
1. Schakel de stroom van de pomp uit. Duw de poortklemmen
naar achter en ontkoppel de leidingen van de pomp.
2. Verwijder de vier (4) schroeven van de pompkop.
3. Draai de pompkop tot de stelschroef van de tandmontage/lager
zichtbaar is door de afvoeropening.
4. Draai de stelschroef van de tandmontage/lager los en schuif de
pomp van de motoras.
5. Houd de bovenste behuizing, onderste behuizing en terug-
slagklepmontage apart zoals vereist.
POMPMONTAGE
1. Installeer een nieuwe buitenste zuiger in de onderste behuiz-
ing met de bovenkant van de zuiger weg van de motor gericht.
2. Installeer een nieuw diafragma in de onderste behuizing met
de gevormde O-ringafdichtingen weg van de motor gericht.
1
2
Kit bovenste
Kit terugslagk-
behuizing
lep
18910-4019
18911-7020
18910-4019
18911-7020
18910-4007
18911-7020
18910-4007
18911-7020
debiet een stabiele vloeistofstroom wordt. De pomp moet snel na-
dat de klep wordt gesloten uitschakelen. De pomp is nu klaar voor
een automatische werking. De pomp zal opstarten wanneer de klep
wordt geopend en stoppen wanneer de klep wordt gesloten. Als de
pomp voor een lange tijd niet wordt gebruikt, spoelt u de pomp
met water, zet u het elektrisch circuit naar de pomp uit en zuigt u de
systeemdruk leeg door de overdrukklep te openen.
PRESTATIECURVES
OPMERKING: De curve toont de geschatte kopdebiet voor de nieu-
we pomp die water overbrengt.
40
30
20
10
0
2
3
4
Debiet in US GPM
3
Tandmontage/
Diafragmakit
18912-3040
18913-0002
18912-3040
18913-0002
18912-3040
18913-0002
18912-3040
18913-0002
3. Schuif elke binnenste zuiger door het diafragma in de buiten-
ste zuiger.
4. Draai elke zuiger tot deze volledig vastzit.
5. Bevestig de tandmontage/lagermontage op de buitenste
zuiger met een 18 in-Ib (21 kg-cm) koppel.
6. Schuif de lagere behuizing op de motoras. Lijn de stelschroef
uit met de uitsparing van de motoras.
7. De stelschroef MOET boven de asuitsparing staan en stevig
worden bevestigd.
8. Controleer of de flenzen in de bovenste behuizing zijn geïnstal-
leerd en of de O-ring juist vastzit.
9. Installeer de terugslagklepmontage in de bovenste behuizing
en monteer de bovenste en onderste behuizingen aan elkaar.
10. Lijn de pompkop uit met de motor en draai de vier (4) schro-
even gelijkmatig vast met een 25 in-Ib (29 kg-cm) aan koppel.
21
4
12
3
8
2
4
1
0
8
12
Debiet in LPM
4
8
Drukschake-
lagerkit
laarkit
−
−
02090118
02090118
12
8
4
16