Publicidad
Idiomas disponibles
Idiomas disponibles
3. Voer het hulpmiddel op in de endoscoop om de gewenste sheathlengte vast
te stellen. Om de lengte af te stellen, draait u de duimschroefvergrendeling
op de schuifregeling van de sheath los en verschuift u de regeling totdat de
gewenste lengte is bereikt. NB: De referentiemarkering voor de sheathlengte
verschijnt in het venster van de schuifregeling van de sheath. (Zie afb. 5) Draai
de duimschroef op de schuifregeling vast om de gewenste sheathlengte
te handhaven.
GEBRUIKSAANWIJZING
1. Bepaal de gewenste locatie door middel van een echo-endoscopie.
2. Breng de ultrasone naald in het werkkanaal van de endoscoop in met de
naald teruggetrokken in de sheath en de duimschroef op de veiligheidsring
vergrendeld op de 0cm-markering om de naald op zijn plaats te houden.
(Zie afb. 6) Let op: Als bij het inbrengen van de naald weerstand wordt
ondervonden, zorgt u dat de endoscoop minder hoeken maakt totdat de
naald vlot kan passeren.
3. Voer het hulpmiddel met kleine stappen op totdat de Luerlock-fitting op de
basis van de schuifregeling van de sheath bij de Luer-fitting van de poort van
het werkkanaal komt.
4. Bevestig het hulpmiddel aan de poort van het werkkanaal van de endoscoop
door het handvat van het hulpmiddel rechtsom te draaien totdat de fittingen
op elkaar zijn aangesloten.
5. Stel de sheath af tot de gewenste positie en zorg daarbij dat de sheath
endoscopisch zichtbaar is ter bevestiging dat deze uit het werkkanaal van de
endoscoop tevoorschijn is gekomen.
6. Handhaaf de positie van de endoscoop en stel de naaldextensie in op de
gewenste lengte door de duimschroef op de veiligheidsring los te maken en
de veiligheidsring op te voeren tot de gewenste referentiemarkering voor
naaldopvoering in het venster van de veiligheidsring verschijnt. (Zie afb. 7)
Draai de duimschroef vast om de veiligheidsring op zijn plaats te vergrendelen.
NB: Het getal in het venster van de veiligheidsring geeft de extensie van
de naald in centimeters aan. Let op: Tijdens de naaldafstelling of -extensie
dient u zich ervan te vergewissen dat het hulpmiddel aan het werkkanaal
van de endoscoop bevestigd is. Als het hulpmiddel niet bevestigd is vóór de
naaldafstelling of -extensie, kan dit schade aan de endoscoop veroorzaken.
7. Schuif de naald uit in de laesie door het naaldhandvat van het hulpmiddel
op te voeren naar de vooraf gepositioneerde veiligheidsring. Let op: Als bij
het opvoeren van de naald overmatige weerstand wordt ondervonden, trek
de naald dan terug in de sheath met de duimschroef vergrendeld op de
0cm-markering, repositioneer de endoscoop en probeer de naald vanuit een
andere hoek op te voeren. Dit nalaten kan tot beschadiging of storing van het
hulpmiddel leiden.
27
Publicidad
