NL
1.0 BESCHRIJVING EN TECHNISCHE KENMERKEN
1.1
BESCHRIJVING
De installatie bestaat uit een moderne gelijkstroomgenerator voor het lassen van
metalen met toepassing van een inverter. Dankzij dit technologisch snufje kunnen
compacte en lichtgewicht generators met een hoog prestatievermogen gebouwd
worden. De mogelijkheid tot afstellen, het hoge rendement en lage energiever-
bruik zorgen voor optimale resultaten bij het lassen met beklede elektrode en
GTAW (TIG) laswerk.
2.0 TECHNISCHE KENMERKEN TYPEPLAATJE
Eenfasespanning
Frequentie
Werkelijk verbruik
Max. verbruik
Spanning bij leegloop
Snijstroom
Bedrijfscyclus 25%
Bedrijfscyclus 35%
Bedrijfscyclus 60%
Bedrijfscyclus 100%
Beschermingsgraad
Isolatieklasse
Gewicht
Afmetingen
Normering
IBELANGRIJK: Controleer of de stroombron met bovengenoemde voorschriften
overeenkomt. Overschrijden van de aangegeven spanning kan schade aan het
las-apparaat veroorzaken en de garantie doen vervallen.
2.1
ACCESSOIRES
Raadpleeg de plaatselijke vertegenwoordigers of de leverancier.
2.2
DUTY CYCLE
De duty cycle betreft de 10 minuten dat het lasapparaat kan lassen met de nomi-
nale stroomwaarde, bij een omgevingstemperatuur van 40â C, zonder dat de ther-
mostatische beveiliging ingrijpt. Mocht deze ingrijpen, dan is het raadzaam
minstens 15 minuten te wachten, zodat het lasapparaat kan afkoelen en alvorens
opnieuw te lassen het amperage of de duty cycle verder te verlagen (Zie pag. IV).
2.3
KROMME VOLT - AMPERE
De Volt-Ampère krommen geven de maximale stroom- en spanningswaarden
weer die het lasapparaat kan leveren (Zie pag. IV).
3.0 INSTALLATIE
BELANGRIJK: Alvorens de uitrusting aan te sluiten, klaar te maken
of te gebruiken eerst aandachtig het hoofdstuk VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN
doorlezen.
3.1
AANSLUITEN VAN HET LASAPPARAAT OP HET VOEDINGSNET
Uitschakelen van het lasapparaat tijdens het lassen kan ernstige
BESCHRIJVING EN TECHNISCHE KENMERKEN
PRIMAIR
MMA
TIG
230 V
50 Hz / 60 Hz
16A
13A
31A
22A
SECUNDAIR
MMA
TIG
85V
5A ÷ 150A
5A ÷ 160A
150A
-
160A
120A
140A
100A
110A
IP 23
H
Kg. 10
mm 170 x 250 x 400
EN 60974.1 / EN 60974.1
schade aan het apparaat veroorzaken.
Controleer of het stopcontact uitgerust is met de zekering vermeld staat in de
technische tabel op de generator. Alle generatoruitvoeringen hebben de mogelijk-
heid tot compensatie van variaties in het elektriciteitsnet. Een variatie van ±10%
betekent een variatie in de lasstroom van ± 0,2%.
KEUZESCHAKELAAR AAN/UIT:
Deze schakelaar heeft twee standen I = AAN - O = UIT.
3.2
VERPLAATSEN EN VERVOEREN VAN DE GENERATOR
BEVEILIGING 5VAN DE OPERATOR:
Helm - Handschoenen - Veiligheidsschoenen.
-
Het lasapparaat weegt niet meer dan 25 Kg. en kan door de-opera-
tor opgetild worden. Lees onderstaande voorschriften aandachtig door.
Het lasapparaat is zodanig ontworpen dat het opgetild en vervoerd kan worden.
Het vervoer is heel eenvoudig, maar er moet met het volgende rekening worden
gehouden:
1.
Voor het optillen en verplaatsen van de generator is er een handgreep aan-
gebracht.
2.
Onderbreek de stroomtoevoer naar de generator en alle accessoires alvo-
rens hem op te tillen en te verplaatsen.
3.
De apparatuur mag niet opgetild, gesleept of getrokken worden met behulp
van de las- of voedingskabel.
3.3
AANSLUITING KLAARMAKEN UITRUSTING VOOR HET LASSEN MET
BEKLEDE ELEKTRODE
• SCHAKEL HET LASAPPARAAT UIT ALVORENS DE AANSLUITINGEN UIT TE VOEREN.
Sluit de lasaccessoires zorgvuldig aan ter voorkoming van vermogensverlies.
Volg zorgvuldig de veiligheidsvoorschriften op die beschreven.
1.
Bevestig de gewenste elektrode op de elektrodentang.
2.
Sluit de connector van de massakabel aan op de minklem (-) en de tang
nabij het punt waar gelast moet worden.
3.
Sluit de connector van de elektrodentang aan op de plusklem (+).
4.
De op deze manier aangesloten connectoren brengen lassen met rechte
polariteit teweeg; voor lassen met omgekeerde polariteit, de aansluiting
omkeren.
5.
Stel de werking van het lasapparaat in op de elektrodemodus (Deel 5.0
punt 5.1.1).
6.
Stel de lasstroom in op de gewenste waarde (Deel 6.0 punt 6.1.4).
7.
Aansluiting afstandsbediening. Als u de afstandsbediening wilt aansluiten,
steek de connector van de afstandsbediening dan in de aansluiting op het
voorpaneel. In deze conditie kan het vermogen onafhankelijk van de instel-
ling van de generator worden geregeld.
8.
Schakel de generator in.
3.4
AANSLUITING KLAARMAKEN UITRUSTING VOOR HET GTAW (TIG) LAS-
SEN.
• SCHAKEL HET LASAPPARAAT UIT ALVORENS DE AANSLUITINGEN TE MAKEN.
Sluit de lasaccessoires zorgvuldig aan ter voorkoming van vermogensverlies of
lekkage van gevaarlijke gassen. Volg zorgvuldig de veiligheidsvoorschriften.
1.
Stel de werking van het lasapparaat in op de modus TIG LIFT en TIG HF.
2.
Bevestig de gewenste elektrode en mondstuk op de lasbrander. (Controleer
de elektrodenpunt en kijk hoever deze uitsteekt).
(NL) 2
ALVORENS DE STEKKER IN HET STOPCON-
TACT TE STEKEN EERST CONTROLEREN OF
DE LIJNSPANNING OVEREENKOMT MET DE
GEWENSTE VOEDING, TENEINDE SCHADE
AAN DE GENERATOR TE VOORKOMEN.
NL