NL
grotere diameter (voor een fl exibele dieselafzuigslang) op de inlaattuit van de pomp. Steek de juiste slang
in de opening in de snelkoppeling. Schuif de fl exibele slang met de grotere diameter op de uitlaattuit bij de
pompuitlaat (V). Zet de verbinding vast met een klem door de schroef rechtsom te draaien, met net genoeg
kracht om een strakke verbinding te garanderen. Te strak aandraaien van de band kan de slang beschadigen.
Controleer of alle slangen goed vastzitten. De pomp is bedrijfsklaar.
Motorolie pompen
Let op! De duur van de continue werking van de pomp mag niet meer dan 30 minuten bedragen. Na deze tijd
moet de pomp worden uitgeschakeld en volledig afkoelen.
Controleer de hoeveelheid olie in het oliecarter in de voertuigdocumentatie en bereidt een afvaloliecontainer
met geen kleinere capaciteit voor. Aanbevolen wordt om een grotere container te gebruiken. Start de motor
van het voertuig en verwarm de olie tot de in de technische datatabel aangegeven temperatuur. Stop de motor
van het voertuig.
Plaats de pomp op een vlakke, egale en harde ondergrond, zodat ze niet spontaan beweegt tijdens het
pompen. Verwijder voorzichtig de oliepeilstok. Olie op de oliepeilstok kan heet zijn, vermijd contact met de
oliepeilstok. Steek een stijve zuigslang in de bajonetaansluiting. Het uiteinde van de slang moet de bodem van
het oliecarter bereiken. Steek het uiteinde van de fl exibele uitlaatslang met grotere diameter in de afvaloliecon-
tainer. Zorg ervoor dat de slang tijdens het pompen niet uit de container glijdt. Indien nodig, bevestig de slang
zo dat de diameter niet beperkt is. Zorg ervoor dat de schakelaar van de pomp in de uit-stand staat (O) en
steek dan de klemmen van de voedingskabel in batterijklemmen. Sluit de klemmen van de voedingskabel met
de juiste polariteit aan. De klem "+" moet worden aangesloten op de batterijklem "+". De met "-" gemarkeerde
klem moet worden aangesloten op de met "-" gemarkeerde batterijklem. Schakel de pomp in door de schake-
laar in de aan-stand te zetten - I. De pomp begint met het pompen van olie. Houd de pomp tijdens het gebruik
altijd onder toezicht. De pompcapaciteit van de olie is afhankelijk van de dichtheid, viscositeit en batterijca-
paciteit. Hoe hoger de dichtheid, de viscositeit en de lagere batterijcapaciteit, hoe lager de pompcapaciteit.
Als er geen olie meer uit de uitlaatslang ontsnapt, schakelt u de pomp uit met de schakelaar. Droogloop van
de pomp kan leiden tot schade aan de pomp. Trek de inlaatslang uit de bajonetsluiting en plaats deze in een
tank met schone olie. Laat de pomp draaien gedurende de tijd die nodig is om schone olie uit de afvoerslang
te laten stromen. Hierdoor wordt de binnenkant van de pomp schoongemaakt. Het laten staan van de pomp
met vervuilde olie verkort de levensduur. Schakel de pomp uit, ontkoppel de accu-aansluitingen, verwijder de
uiteinden van de slangen van de olietanks en ga verder met het onderhoud.
Diesel pompen
Let op! Het pompen van ontvlambare brandstoff en (benzine, LPG) of andere ontvlambare vloeistoff en
is verboden. Het pompen van brandbare brandstoff en kan een explosie of brand veroorzaken.
De duur van de continue werking van de pomp mag niet meer dan 30 minuten bedragen. Na deze tijd moet de
pomp worden uitgeschakeld en volledig afkoelen.
Plaats de pomp op een vlakke, egale en harde ondergrond, zodat ze niet spontaan beweegt tijdens het
pompen. Plaats de fl exibele aanzuigslang in de dieseltank. Plaats de afvoerslang in de doeltank. Zorg ervoor
dat de slang tijdens het pompen niet uit de container glijdt. Indien nodig, bevestig de slang zo dat de diameter
niet beperkt is. Zorg ervoor dat de schakelaar van de pomp in de uit-stand staat (O) en steek dan de klemmen
van de voedingskabel in batterijklemmen. Sluit de klemmen van de voedingskabel met de juiste polariteit aan.
De klem "+" moet worden aangesloten op de batterijklem "+". De met "-" gemarkeerde klem moet worden
aangesloten op de met "-" gemarkeerde batterijklem. Schakel de pomp in door de schakelaar in de aan-stand
te zetten - I. De pomp begint met het pompen van olie. Houd de pomp tijdens het gebruik altijd onder toezicht.
Als er geen olie meer uit de uitlaatslang ontsnapt, schakelt u de pomp uit met de schakelaar. Droogloop van de
pomp kan leiden tot schade aan de pomp. Koppel het apparaat los van de accupolen, verwijder de uiteinden
van de slangen van de olietanks en ga verder met het onderhoud.
64
O O R S P R O N K E L I J K E I N S T R U C T I E S