kan brengen, verstuurt het de gegevens naar Captium en worden de gegevens uit het
interne geheugen verwijderd zodra Captium deze heeft ontvangen� Wanneer het inter-
ne geheugen geen gegevens bevat, zoekt het reddingshulpmiddel geen netwerk�
6.6. BEWAKING VAN DE RESTERENDE ACCUCAPACITEIT
De apparaten bewaken de accucapaciteit van de aangesloten accu� Ter controle
wordt het apparaat om de zeven dagen automatisch ingeschakeld� Als de resteren-
de capaciteit daalt tot minder dan 35%, stuurt het reddingshulpmiddel een alarm
naar Captium als er een WLAN-netwerk beschikbaar is�
6.7. HANDMATIG PROCESGEGEVENS VERZENDEN
Als u de procesgegevens handmatig wilt verzenden, moet u een uploadopdracht
geven zoals bij de bedrijfsmodi is beschreven� Zet hiervoor de stergreep helemaal
naar links (afbeelding E) en houd tegelijkertijd de hoofdschakelaar (afbeelding M;
nr� 1) 15 seconden ingedrukt�
6.8. SOFTWARE-UPDATE UITVOEREN
Zodra u uw hulpmiddel hebt geregistreerd, controleert Captium de versie van de
software die op uw hulpmiddel, accu of acculader is geïnstalleerd en wordt eventueel
gemeld dat er een nieuwere versie is� Deze updates moeten zo spoedig mogelijk
worden uitgevoerd� Hiervoor moet het hulpmiddel handmatig in de modus 'Firmwa-
re-update' worden gezet� Zet hiervoor de stergreep helemaal naar links (afbeelding E)
en houd tegelijkertijd de hoofdschakelaar (afbeelding M; nr� 1) 7 seconden ingedrukt�
6.9. ZELFTEST UITVOEREN
Het reddingshulpmiddel kan zichzelf in de testmodus controleren en de resultaten
ter weergave naar Captium verzenden� Zet hiervoor de stergreep helemaal naar
rechts (afbeelding H) en houd tegelijkertijd de hoofdschakelaar (afbeelding M;
nr� 1) zeven seconden ingedrukt� Het apparaat staat nu in de testmodus� Vervol-
gens wordt u met de verlichte richtingsweergaven door de procedure geleid� Het
apparaat moet eerst helemaal worden gesloten en dan onbelast helemaal worden
geopend en weer helemaal worden gesloten� Wanneer de procedure is voltooid,
de voedingsspanning wordt onderbroken of het apparaat 20 seconden niet wordt
gebruikt, zet het zichzelf automatisch terug in de normale stand� De resultaten van
de zelftest kunnen in Captium worden opgevraagd�
6.10. WEERGAVE VAN DE WI-FI-VERBINDINGSKWALITEIT
Voor een betrouwbare gegevensoverdracht is een minimale WiFi-signaalsterkte
vereist� Wanneer Wi-Fi op het hulpmiddel is geactiveerd, wordt de signaalsterkte
weergegeven met de LEDs voor batterijcapaciteit� De signaalsterkte die met de
LEDs wordt weergegeven, is afbeeld in de onderstaande afbeelding�
Voor de gebruiker betekent dit, dat twee of meer LEDs aangeven dat de signaal-
sterkte volstaat voor een betrouwbare gegevensoverdracht�
RSSI > -57 dBm
-57 dBm >= RSSI > -69 dBm
-69 dBm >= RSSI > -80 dBm
RSSI< -80 dBm
de
en
fr
es
pt
it
nl
da
sv
fi
el
pl
cs
sk
hu
ro
bg
sl
hr
et
lv
lt
zh
ko
ja
ar
121