–
Til nu het bovenste deel van de duwstang op (7). Als het bovenste en het
onderste deel op één niveau liggen, draait u de gerande moeren (8) met de
hand vast E1.
Let op
Let er bij het optillen van het bovenste deel van de duwstang op dat de
bowdenkabels niet bekneld raken.
VOORZICHTIG
Bij het bedienen van de stanghoogteverstelling worden de zeskantmoeren
(6) B1 losgedraaid om het onderste deel van de stang aan de behuizing te
bevestigen en worden de vergrendelingsnokken in de boringen van de
stangaansluiting ontgrendeld. Hierbij kan de stang onbedoeld omslaan.
Bovendien kunnen er tussen het onderste deel van de duwstang en de
stangaansluiting/behuizing plaatsen ontstaan waar u zich kunt kneuzen. Er
bestaat verwondingsgevaar!
54-PRO E VARIO
Duwstang omhoogzetten (afbeelding A1 + C1 + E1)
Trek de Z-vormig ingeklapte duwstang in de onderstaande volgorde naar boven
eruit:
–
Draai eerst het onderste deel van de duwstang zo ver mogelijk naar
achteren A1 totdat het gat aan het uiteinde van de stang samenvalt met een
van de twee gaten in de stangaansluiting.
–
Steek de twee zeskantschroeven M8x30 (1) (uit de gereedschapstas) met
de aangebrachte borgringen (2) van buitenaf door de stang en de
stangaansluiting en schroef ze vast C1.
Er kunnen twee verschillende stanghoogtes worden ingesteld.
Let op
Let er bij het inklappen van het onderste deel van de duwstang op dat
de bowdenkabels niet kantelen.
–
Schuif eerst een gebogen ring (3) en een afstandsbus (4) op elk van de twee
bovenste bouten voor bevestiging en schroef ze vast met een zeskantmoer
(5) C1 (uit de gereedschapstas).
–
Til nu het bovenste deel van de duwstang op (6). Als het bovenste en het
onderste deel op één niveau liggen, draait u de gerande moeren (7) met de
hand vast E1.
BELANGRIJK
Let er bij het optillen van het bovenste deel van de duwstang op dat de
bowdenkabels niet bekneld raken.
VOORZICHTIG
Bij het bedienen van de stanghoogteverstelling kan de stang bij het
losdraaien van de zeskantmoeren (5) C1 (slechts losdraaien tot de stang vrij
kan bewegen) en de bevestigingsschroeven (1) C1 tussen onderste deel van
de duwstang en stangaansluiting onbedoeld omslaan. Bovendien kunnen er
tussen het onderste deel van de duwstang en de stangaansluiting/behuizing
plaatsen ontstaan waar u zich kunt kneuzen. Er bestaat verwondingsgevaar!
Alle modellen
BELANGRIJK
Let erop, dat de kabels bij het uit- en in elkaar klappen van de duwstangen
niet ingeklemd, bekneld, verdraaid of overstrekt worden! De kabel altijd aan
de buitenkant van de stangverbinding leiden. Een beschadigde kabel kan tot
een technisch defect van het apparaat leiden.
Grasvangzak aan de maaier hangen (afbeelding R1 + S1)
–
Het opvangzakframe met de beugel naar voren in de opvangdoek inbrengen.
De bovenste naad van de opvangdoek uitlijnen met de beugel.
Let er bij de 54-PRO E VARIO op dat de beschermhoeken van de
opvangdoek om de achterste hoeken van het opvangzakframe liggen.
–
De hechtprofielen op het voorkader van het opvangzakframe drukken R1.
–
De uitwerpklep van de maaier naar boven openen.
–
De grasvangzak aan de draagbeugel optillen, de schans (1) R1 aan de
vangzakopening in de uitwerpopening plaatsen en de grasvangzak met de
twee haken aan de zijkanten boven in de maaierbehuizing hangen S1.
–
De uitwerpklep op de grasvangzak klappen.
Maaihoogte instellen (afbeelding I + I1)
Verklaring van de symbolen zie tabel pagina 5
–
Aan elk wiel de hendel (1) naar het wiel toe trekken en na zijdelings
verschuiven weer vergrendelen in de gewenste positie I.
–
Alle vier hendels moeten in dezelfde positie staan!
VOORZICHTIG
Bij het instellen van de maaihoogte de stelhendel vastpakken zoals
weergegeven in de afbeelding I1. Hierdoor wordt voorkomen dat de hand bij
het instellen wegglijdt en letsel ontstaat.
BELANGRIJK
Het maaien op laagste maaihoogte mag alleen worden uitgevoerd op vlakke
en
egale
Houd er rekening mee dat de onderste maaihoogte-instellingen alleen in
optimale omstandigheden gebruikt mogen worden. Als u de maaihoogte te
laag selecteert, kan de grasnerf beschadigd en mogelijk zelfs vernietigd
worden.
Naast de maaihoogte is ook de rijsnelheid van invloed op het maaibeeld en
het opvangresultaat. Pas maaihoogte en rijsnelheid aan de te maaien
grashoogte aan, indien nodig de aandrijving niet inschakelen.
De geladen accu aanbrengen (afbeelding V1)
We raden aan twee accu's met dezelfde capaciteit te gebruiken, met minimaal
7,5 Ah (bij voorkeur 12,0 Ah) en dezelfde laadstatus.
Als er slechts één accu wordt gebruikt of accu's met een capaciteit van
minder dan 7,5 Ah, is slechts 80% van het motorvermogen beschikbaar.
–
–
–
Accu verwijderen (afbeelding F + N2)
–
–
–
–
9 VÓÓR DE EERSTE INBEDRIJFSTELLING
Alle schroefverbindingen controleren op goede bevestiging. De schroeven
eventueel aandraaien! Met name moet de bevestiging van de mesbalk worden
gecontroleerd (zie het hoofdstuk "Onderhoud van de mesbalk").
De mesbevestigingsschroef moet altijd door een erkende vakwerkplaats worden
aangedraaid. Als de messchroef te stevig of te los wordt aangedraaid, kunnen
mesbevestiging en mesbalk beschadigd raken of losraken, wat ernstige
verwondingen kan veroorzaken.
De grasmaaier is uitgerust met een motorstopinrichting.
Vóór de eerste inbedrijfstelling controleren of de veiligheidsschakelbeugel voor de
motorstop foutloos functioneert. Als de veiligheidsschakelbeugel wordt losgelaten,
moet de mesbalk binnen 3 seconden tot stilstand komen.
De veiligheidsschakelbeugel moet na het loslaten in elk geval weer in de positie
terugspringen die in de afbeelding "Beschrijving van de componenten" wordt
getoond.
Als dit niet het geval is, dan moet dit onmiddellijk door een geautoriseerde
vakwerkplaats gecontroleerd worden.
Verwondingsgevaar!
Als het mes langer doorloopt, mag u het apparaat niet meer gebruiken en moet u
het naar een erkende vakwerkplaats brengen.
Meten van de nalooptijd
Na het starten van de motor draait het mes en is er een ruisend geluid hoorbaar.
De nalooptijd komt overeen met de duur van het ruisende geluid na het afzetten
van de motor en kan met een stopwatch worden gemeten.
De veiligheids- en bescherminrichtingen van de machine mogen niet worden
gemanipuleerd of gedeactiveerd!
Let erop dat alle bescherminrichtingen zoals voorgeschreven aangebracht en niet
beschadigd zijn!
Accu laden (afbeelding W2)
Veiligheidsinstructie!
gazons!
10
De omgang met lader en accu('s) staat beschreven in
de
aparte
veiligheidsinstructies lezen en in acht nemen! Laad
de accu('s) vóór de eerste ingebruikname volledig
op!
Accu-afdekking openen en vasthouden.
Accu in het accuvak schuiven, totdat de vergrendeling hoorbaar vastklikt V1.
Let erop dat de vergrendeling aan de accu vrij loopt en zuiver vastklikt.
Accu-afdekking sluiten. Erop letten dat de afdekking zelfstandig sluit. Vuil en
grasresten kunnen dit voorkomen en moeten daarom worden verwijderd.
Motor uitschakelen F.
Accu-afdekking openen en vasthouden.
Ontgrendelingsknop aan de motoreenheid indrukken (1) en accu uit het
accuvak verwijderen (2) N2.
Accu-afdekking sluiten. Erop letten dat de afdekking zelfstandig sluit. Vuil en
grasresten kunnen dit voorkomen en moeten daarom worden verwijderd.
Verklaring van de symbolen zie tabel pagina 5
De omgang met lader en accu('s) staat beschreven in
de
aparte
veiligheidsinstructies lezen en in acht nemen! Laad
de accu('s) vóór de eerste ingebruikname volledig
op! W2
Alle veiligheidsinstructies betreffende hantering, opslag,
bewaren, transport, verwijdering van de lithium-ionaccu's,
alsook
EHBO-maatregelen
brandbestrijding, vindt u in het "Gegevensblad voor
productveiligheid"
op
gebruiksaanwijzingen.
NL
gebruiksaanwijzingen.
Vooral
Veiligheidsinstructie!
gebruiksaanwijzingen.
Vooral
en
maatregelen
voor
www.sabo-online.com
bij
de