handcirkelzaag
tegen
inschakelen.
5.3 Instelling van de snijdiepte
De snijdiepte laat zich in een bereik tussen 0 en 88 mm
traploos instellen.
Hiervoor gaat u op de volgende manier te werk:
• Druk op de drukknop 11 (afb. 1) en stel met de
invalhendel 6 de snijdiepte in.
• De snijdiepte kan u op de schaal 13 op de afdekking
aflezen. Als wijzer dient daarbij het rood gekleurde
oppervlak van de invalhendel 6.
Stel de snijdiepte steeds ca. 2 tot 5
mm groter dan de te snijden
materiaaldikte in.
5.4 Instelling voor schuinsneden
Het zaagaggregaat laat zich voor schuinsneden op
iedere willekeurige hoek van 0 °tot 60° instellen.
• Breng voor het schuinzetten de machine in
uitgangspositie steun ze zodanig af, dat het
zaagaggregaat kan worden gezwenkt.
• Draai de vleugelschroef 10 los (afb. 2)
• In overeenstemming met de schaal op het
zwenksegment stelt u de hoek in.
• Vervolgens trekt u de vleugelschroef 10 vast.
5.5 Invalszagen
Gevaar
Terugslaggevaar bij invalszagen!
Voor het invallen leg de machine
met de achterste kant van de
grondplaat aan een aan het
werkstuk bevestigde aanslag aan.
Houdt bij het invallen de machine
aan de handgrendel goed vast en
schuif ze iets naar voren!
• Druk op de drukknop 11 (afb. 1) en zet met de
invalhendel 6 de machine in de bovenste stand.
• Met de intrekhendel 1 (afb. 2) opent u de
beweeglijke beschermkap volledig zodat de
machine op het te bewerken werkstuk kan worden
geplaatst. Het zaagblad bevindt zich nu vrij boven
een
onopzettelijk
-67-
het materiaal en kan voor het snijden uitgericht
worden.
• Schakel de machine in en duw de invalhendel 6
(afb. 1) naar beneden. Daarmee valt het zaagblad
verticaal in het werkstuk. Hierbij is de invaldiepte op
schaal 13 af te lezen. Het spouwmes zwenkt bij het
invalsproces naar boven weg. Zodra bij het vooruit
bewegen van de machine de spleet achter het
zaagblad vrij komt, keert het spouwmes in zijn
normale stand terug.
Bij herhaaldelijk invalszagen met
dezelfde diepte kan de diepgang
vooringesteld worden.
Hiervoor gaat u op de volgende manier te werk:
• Stel de machine op de gewenste snijdiepte.
• Open de klemschroef 14 (afb. 2) en zet de
aanslagstang 16 naar beneden op de aanslag.
• Span de klemschroef opnieuw aan. Na de
beëindiging van het invalszagen zet u de
aanslagstang in de bovenste positie.
5.6 Zagen volgens tekening
Het zwenkdeel heeft een tekenkant voor 0° - 60°.
Deze tekenkant stemt overeen met de binnenkant van
het zaagblad. Voor schuinsneden kan de tekenkant
door de opening op de linker zijde van de bovenste
beschermkap worden ingekeken (pijl, afb. 2).
• Houd de machine aan de handgrepen vast en zet
ze met het voorste gedeelte van de grondplaat op
het werkstuk neer.
• Schakel de handcirkelzaag in (zie hoofdstuk 5.2) en
schuif de machine gelijkmatig in snijrichting vooruit.
• Na het snijeinde schakelt u de zaag uit door de
schakelaar 8 (afb. 2) los te laten.
5.7 Zagen met parallelaanslag
De parallelle aanslag 17 (afb. 2) dient om parallel aan
een reeds voorhanden rand te zagen. Daarbij kan de
aanslag zowel rechts als ook links aan de machine
worden aangebracht. Daarbij bedraagt het snijgebied
aan de rechterkant 40 - 200 mm en aan de linkerkant
195 - 405 mm. In het bereik van 195 – 260 mm moet
de machine ca. 10 mm naar boven gezet worden zodat
de aanslag onder het motorhuis geschoven kan
worden.