WERKINGSSTORINGEN, OORZAKEN EN REMEDIES
WERKINGSSTORING
• De ventilator start niet en de
vlam ontsteekt niet
• De ventilator start niet of
stopt tijdens het starten of de
werking
• De ventilator stopt tijdens
het starten of de werking
• De ventilator start en de
vlam ontsteekt met
rookproductie
• De luchtverhitter stopt niet
• De ventilator (6) start niet of
stopt niet
Als met de beschreven controles en remedies niet de oorzaak van de storing is gevonden, wordt verzocht contact op te nemen met het
dichtstbijzijnde erkende verkoop-servicepunt.
RESETKNOP (13)
• Uit
-
• Oranje
-
knipperend
• Oranje
knipperend
• Rood
knipperend of
• Vast rood
rood/groen
knipperend
• Vast oranje
• Vast groen
-
• Vast groenso
-
• Vast groen
-
NL
OORZAAK
• Verkeerde afstelling van de eventuele
controlevoorziening
• Defecte controlevoorziening
• Elektrische voeding ontbreekt
• De spanning is lager dan 175 V
• De spanning is hoger dan 265 V
• Vlam aanwezig vóór inschakeling van
de transformator
• Defecte fotocel
• Wikkeling van de motor verbrand of
onderbroken
• Lagers van motor geblokkeerd
• Condensator van de motor verbrand
• Ontsteking werkt niet
• Defecte vlamcontroleapparatuur
• Fotocel werkt niet
• Er komt geen of onvoldoende dieselolie
bij de brander
• Magneetklep werkt niet
•
Interne
fout
in
de
elektronische
apparatuur
• Onvoldoende verbrandingslucht
• Te veel verbrandingslucht
• Gebruikte dieselolie is vuil of bevat
water
• Luchtinfiltratie in het dieseloliecircuit
• Onvoldoende hoeveelheid dieselolie
naar brander
• Overmatige hoeveelheid dieselolie naar
brander
• Afdichting magneetklep defect
• Thermostaat FA werkt niet
24
REMEDIE
•
Controleer
of
de
afstelling
controlevoorziening correct is (bijv. de op de
thermostaat ingestelde temperatuur moet hoger
zijn dan de omgevingstemperatuur)
• Vervang de controlevoorziening
• Controleer de kenmerken van de elektrische
installatie
• Controleer de werking en de plaatsing van de
schakelaar
• Controleer de toestand van de zekering
•
Controleer
de
voedingsspanning:
luchtverhitter start automatisch wanneer de
spanning meer dan 190 V bedraagt
•
Controleer
de
voedingsspanning:
luchtverhitter start automatisch wanneer de
spanning minder dan 250 V bedraagt
• Reinig en elimineer dieselolieresten uit de
verbrandingskamer
• Vervang de fotocel
• Vervang de motor
• Vervang de lagers
• Vervang de condensator
• Controleer de verbindingen van de
ontstekingskabels naar de elektroden en de
transformator
• Controleer de positie van de elektroden en hun
afstand volgens het schema "AFSTELLING
ELEKTRODEN"
• Controleer of de elektroden schoon zijn
• Vervang de ontstekingstransformator
• Vervang de apparatuur
• Reinig de fotocel of vervang hem
•
Controleer
de
toestand
motorkoppeling
•
Controleer
of
er
geen
lucht
dieseloliecircuit infiltreert door de afdichting van
de leidingen en de filterpakking te controleren
• Reinig of vervang indien nodig de spuitmond
• Controleer de elektrische aansluiting
• Controleer de thermostaat LI
• Reinig en vervang eventueel de magneetklep
• Reset de apparatuur en doe minstens twee
inschakelpogingen: als de storing aanhoudt,
vervang dan de apparatuur
• Verwijder alle mogelijke obstakels en
verstoppingen uit de aanzuig- en/of
toevoerkanalen van de lucht
• Controleer de positie van de luchtregelring
• Reinig de branderschijf
• Controleer de positie van de luchtregelring
• Vervang de gebruikte dieselolie door schone
dieselolie
• Reinig het dieseloliefilter
• Controleer de afdichting van de leidingen en
het dieseloliefilter
• Controleer de drukwaarde van de pomp
• Reinig of vervang de spuitmond
• Controleer de drukwaarde van de pomp
• Vervang de spuitmond
• Vervang het magneetklephuis
• Controleer de thermostaat FA en zijn
aansluitingen en vervang hem eventueel
van
de
de
de
van
pomp-
in
het