FlexShaft™-afvoerontstoppingsmachines
7. Wanneer de kettingklopper correct
aangebracht is op de veer, zoals getoond
in figuur 10, gebruikt u de meegeleverde
inbussleutel om de stelschroeven van de
kragen vast te draaien. Plaats de punt van
de instelschroef tegen de veer en draai
de schroef vervolgens nog een extra
tot
/
slag aan (45° tot 90° graden). Als de
1
4
stelschroeven niet vastgedraaid worden, kan
de kettingklopper van de veer glijden en
deze beschadigen of in de afvoer verdwijnen.
Bedieningsinstructies
WAARSCHUWING
G ebruik altijd een veiligheidsbril en
handschoenen in goede conditie tijdens de
omgang met of het gebruik van het gereedschap.
Gebruik latex of rubberen handschoenen,
gelaatsbescherming, beschermende kleding,
ademhalingsapparatuur of andere geschikte
beschermende uitrusting wanneer de aanwezigheid
van chemicaliën, bacteriën of andere giftige of
besmettelijke substanties wordt vermoed, om het
risico van besmettingen, chemische brandwonden of
ander ernstig persoonlijk letsel te vermijden.
Niet gebruiken met een boormachine op
netstroom. Het gebruik met een boormachine op
netstroom vergroot de kans op elektrische schokken.
Voorkom dat de kettingklopper/het uiteinde van
de veer stopt met draaien terwijl de schakelaar
van de boormachine ingedrukt is. Hierdoor kan
de veereenheid overbelast raken waardoor hij kan
verwringen, knikken of breken, wat kan resulteren in
ernstig persoonlijk letsel.
Werk hygiënisch. Niet eten of roken terwijl u met
het gereedschap aan het werk bent. Na gebruik
van ontstoppingsgereedschap moet u uw handen
en andere lichaamsdelen die in contact zijn
gekomen met de inhoud van de afvoerkanalen
grondig wassen met warm water en zeep.
Daarmee vermindert u gezondheidsrisico's als
gevolg van blootstelling aan giftige of besmettelijke
materialen.
Houd altijd een gehandschoende hand op de
veereenheid wanneer de FlexShaft-machine
draait. Dat zorgt voor een betere controle van de
veer en helpt verwringen, knikken en breken van
de veer te voorkomen en verkleint de kans op letsel.
Plaats de veeruitvoer van de FlexShaft-machine
binnen 3' (1 m) van de afvoeropening, of zorg voor
een goede ondersteuning van het blootliggende
deel van de veereenheid als de afstand groter
is dan 3' (1 m). Grotere afstanden kunnen
controleproblemen veroorzaken wat verwringen,
92
knikken of breken van de veer kan veroorzaken. Een
verwrongen, geknikte of gebroken veer kan slag- of
verbrijzelingsletsel veroorzaken.
Eén persoon moet zowel de veereenheid als
de accuboormachine bedienen. De schakelaar
van de boormachine tijdens het gebruik niet in
de AAN-stand vergrendelen. Als de veer stopt
/
1
8
met draaien, moet de gebruiker in staat zijn de
schakelaar van de boormachine los te laten, zodat
voorkomen wordt dat de veer gaat wringen,
knikken en breken waarbij kans op letsel bestaat.
Volg de onderstaande bedieningsinstructies
om het risico op verwonding door een
verwrongen of gebroken veer, rondzwiepende
veeruiteinden, een kantelend toestel,
chemische brandwonden, infecties en andere
oorzaken te verkleinen.
1. Vergewis u ervan dat de machine en de
werkplek naar behoren werden ingericht
en dat de werkzone vrij is van omstanders
en andere dingen die de gebruiker van
het werk kunnen afleiden.
2. Trek de veereenheid uit de machine
en voer deze in de afvoerleiding. Er
moet minstens 1' (0,3 m) van de veer
in de afvoerleiding zitten, zodat de
kettingklopper niet uit de afvoerleiding
kan schieten en gaat rondslaan wanneer
de machine wordt gestart.
Voer de veereenheid rechtstreeks
vanuit de veeruitvoer van de machine
in de opening van de afvoerleiding,
waarbij een blootliggende veer en
richtingsveranderingen tot een minimum
worden beperkt. Buig de veereenheid
niet te sterk – dat vergroot de kans op
wringen of breken.
Wanneer een camera wordt gebruikt om
het reinigen van de afvoer te kunnen
bekijken, moet de camera tegelijkertijd
worden ingevoerd. Gewoonlijk kunnen
veereenheid en cameraduwstang
tegelijkertijd worden beetgepakt en
worden ingeschoven/teruggetrokken.
Houd de camera minimaal 1.5' (0,5 m)
achter de kettingklopper.
Voorkom dat de draaiende
LET OP
kettingklopper de camerakop/duwstang
kan raken. Hierdoor kan de camera
beschadigd raken.
3. Ga in de juiste werkhouding staan om
verzekerd te zijn van een goede controle
over veereenheid en boormachine (zie
figuur 11):
• Zorg ervoor dat u heel snel de schakelaar
van de boormachine kunt loslaten.
999-995-158.09_REV. C