Magura MT 7 Manual De Instrucciones página 58

Remtang monteren
U dient ervoor te zorgen dat er verse schroefborging (gemiddelde
)
sterkte) op alle bevestigingsschroeven is aangebracht.
Wiel met gemonteerde remschijf inbouwen – erop letten dat de
)
naaf correct tussen de uitvaleinden zit.
Eventueel transportborg uit de remtang trekken.
)
Remblokken voorzichtig tot de aanslag terugduwen. Kunststof-
)
gereedschap gebruiken (bijv. MAGURA-transportborg).
Voor een optimaal verloop van de remslang letten – zie
)
, pagina 58.
uitlijnen en leggen
Remtang voorzichtig over de remschijf bewegen en op montage-
)
sokkel, resp. QM-adaptor plaatsen.
Bij uw achterste Flatmount-remtang worden bevestigings-
L
schroeven in 6 verschillende lengtes meegeleverd. De juiste
lengte van de vereiste bevestigingsschroeven is afhankelijk van de
dikte van de achtervork van uw fietsframe en of de remtang direct
of met een adaptor wordt gemonteerd.
Ongevalgevaar door onderdelen die het begeven/
defect raken.
Bevestigingsschroeven met een juiste lengte gebruiken

Uitstekend gedeelte directe opbouw: 8 mm min. – 10 mm max.
Uitstekend gedeelte bij montage met adaptor: 1 mm min. – 3 mm max.
Bevestigingsschroeven erin draaien.
8
) ( )
Remtang voorzichtig over de remschijf bewegen en met de
)
adaptor op montagesokkel plaatsen.
Erop letten dat de convexe en concave schijven
9
( )
)
Bevestigingsschroeven boven (M6×35)
)
erin draaien.
Remtang kan nog iets worden verschoven, maar wankelt niet sterk.
Ö
Remhendel meerdere keren trekken en loslaten.
)
Het drukpunt is duidelijk te voelen en verandert niet.
Ö
Aan de remhendel trekken en vasthouden.
)
58
Montage
[ ]
D1
remslang
[ a6 ]
[ ]
a7
[ ]:
a7
[ ]
a2
correct zitten.
10
( )
en onder (M6×33)
11 12
( ) ( )
Bevestigingsschroeven eerst iets aantrekken.
8
) ( )
Vrije slag van de remschijf controleren – eventueel bevestigings-
)
schroeven losdraaien en laatste stappen herhalen.
Remtang tegenhouden.
)
Bevestigingsschroeven afwisselend en stapsgewijs tot een aan-
)
draaimoment 6 N·m (53 lbf·in) vastdraaien.
Vrije slag van de remschijf controleren – eventueel bevestigings-
)
schroeven losdraaien en laatste stappen herhalen.
Positie (hoogte) van remtang controleren – eventueel vulringen
)
eronder leggen.
Remslang uitlijnen en leggen
Ongevalgevaar door beperkte of belemmerde stuurbewegingen op
grond van te korte of lange remslang.
Controleren of het stuur volledig in beide richtingen onbelemmerd

kan worden uitgeslagen.
Controleren of alle veerelementen volledig en onbelemmerd

werken.
De lengte van de remslang moet zo kort mogelijk en zo lang als

nodig zijn.
Ongevalgevaar door niet werkende rem op grond van onjuiste
montage.
Controleren of de remslang in geen positie (sturen, veren) inge-

klemd of uitgerekt kan worden.
Controleren of de remslang in iedere positie (sturen, veren) altijd

een minimale afstand van 20 mm tot de remschijven aanhoudt.
Met MAGURA's draaibare slangaansluiting (RHR) kan de rem-
L
slang elegant worden uitgelijnd.
Sluitschroef iets eruit draaien – max. 30° – en vasthouden.
13
) ( )
Slangaansluiting in de richting van de onderpoot resp. achter-
14
) ( )
vork duwen.
Sluitschroef met aandraaimoment 3 N·m (27 lbf·in) vastdraaien.
)
[ ] [ ]
a6 a2
[ ]
a8
[
a8
]