Voor alle niet-Europese landen (Fig. 18)
Een ontgrendelknop is voorzien om te voorkomen dat de
trekschakelaar per ongeluk wordt ingedrukt. Om het
gereedschap te starten, druk de ontgrendelknop in en
druk vervolgens de trekschakelaar in. Om het gereed-
schap te stoppen, laat u de trekschakelaar los.
WAARSCHUWING:
• Alvorens de stekker in een stopcontact te steken,
moet u altijd controleren of de trekschakelaar goed
werkt en bij het loslaten naar de "UITGESCHA-
KELD" (OFF) positie terugkeert. Druk de trekscha-
kelaar niet hard in zonder dat de ontgrendelknop is
ingedrukt. Hierdoor kan de schakelaar namelijk
breken. Het gereedschap gebruiken zonder dat de
trekschakelaar goed werkt, kan leiden tot verlies van
controle en ernstig persoonlijk letsel.
In de trekschakelaar is een gat aangebracht waar een
hangslot door past om het gereedschap af te sluiten.
WAARSCHUWING:
• Gebruik geen slot met een beugel of kabel met een
diameter kleiner dan 6,35 mm. Met een dunnere beu-
gel of kabel wordt het gereedschap mogelijk niet goed
in de uit-stand vergrendeld, waardoor onbedoelde
bediening kan plaatsvinden die kan leiden tot ernstig
persoonlijk letsel.
• Gebruik het gereedschap NOOIT met een defecte
trekschakelaar. Ieder gereedschap met een defecte
trekschakelaar is UITERST GEVAARLIJK en moet
worden gerepareerd voordat het gereedschap wordt
gebruikt of ernstig persoonlijk letsel wordt veroorzaakt.
• Voor uw veiligheid is dit gereedschap voorzien van een
ontgrendelknop die ongewild starten van het gereed-
schap voorkomt. Gebruik het gereedschap NOOIT
indien het gaat draaien wanneer u gewoon de trek-
schakelaar indrukt zonder de ontgrendelknop in te
drukken. Een trekschakelaar die moet worden gerepa-
reerd kan leiden tot onbedoelde bediening en ernstig
persoonlijk letsel. Breng het naar een Makita service-
centrum voor reparatie ALVORENS het verder te
gebruiken.
• NOOIT de uit-vergrendelknop vastplakken of op een
andere manier buiten werking stellen. Een trekschake-
laar met een buiten werking gestelde uit-vergrendel-
knop kan leiden tot onbedoelde bediening en ernstig
persoonlijk letsel.
Aanzetten van de lampen (Fig. 19)
Alleen voor modellen LS1216F en LS1216FL
LET OP:
• De lamp is niet waterdicht. Was de lamp niet in water
en gebruik hem niet in de regen of in een natte omge-
ving. Dit kan namelijk een elektrische schok en uitwa-
seming veroorzaken.
• Raak de lens van de lamp niet aan, aangezien deze tij-
dens of onmiddellijk na het gebruik uiterst heet is en
brandwonden kan veroorzaken.
• Stel de lamp niet bloot aan schokken of stoten, aange-
zien de lamp daardoor beschadigd kan raken of minder
lang zal meegaan.
• Richt de stralenbundel van de lamp niet langdurig naar
uw ogen. Dit kan namelijk oogletsel veroorzaken.
• Bedek de brandende lamp niet met een doek, karton of
soortgelijke voorwerpen. Dit kan namelijk brand of ont-
branding veroorzaken.
Om de lamp in te schakelen, drukt u op het bovenste
deel (I) van de schakelaar. Om de lamp uit te schakelen,
drukt u op het onderste deel (O) van de schakelaar.
Beweeg de lamp om de gewenste plek te verlichten.
OPMERKING:
• Gebruik een droge doek om vuil op de lens van de
lamp eraf te vegen. Pas op dat u geen krassen maakt
op de lens, omdat de verlichtingssterkte daardoor kan
verminderen.
Elektronische aansturing
Constante-snelheidsregeling
• Het gereedschap is uitgerust met een elektronische
toerentalregeling die ervoor zorgt dat ook onder belas-
ting het zaagblad op constante snelheid ronddraait.
Een constante draaisnelheid van het zaagblad levert
een zeer gladde zaagsnede op.
Zachte-startfunctie
• Deze functie laat het gereedschap geleidelijk starten
door het startkoppel te beperken.
Werking van de laserstraal
Alleen voor modellen LS1216L en LS1216FL
LET OP:
• Kijk nooit in de laserstraal. Een directe laserstraal kan
oogletsel veroorzaken.
• LASERSTRALING. KIJK NIET IN DE LASERSTRAAL
EN GEBRUIK GEEN OPTISCHE INSTRUMENTEN
OM ER RECHTSTREEKS NAAR TE KIJKEN. LASER-
PRODUCT VAN KLASSE 2M.
Om de laser in te schakelen, drukt u op de bovenkant (I)
van de schakelaar. Om de laserstraal uit te schakelen,
drukt u op het onderste deel (O) van de schakelaar.
(Fig. 20)
U kunt de laserlijn verplaatsen naar de linker- of rechter-
zijde van het zaagblad door de stelschroef als volgt in te
stellen. (Fig. 21)
1.
Draai de stelschroef naar links los.
2.
Schuif de losgedraaide stelschroef zo ver mogelijk
naar links of rechts.
3.
Draai de stelschroef stevig vast bij de positie waar
deze niet verder kan worden verschoven.
De laserlijn is in de fabriek zodanig ingesteld dat deze
zich binnen 1 mm vanaf het zijvlak van het zaagblad
(zaagpositie) bevindt.
OPMERKING:
• Wanneer de laserlijn vaag en slecht zichtbaar is van-
wege direct zonlicht, verplaatst u het werkgebied naar
een plaats met minder direct zonlicht.
Afstellen van de laserlijn (Fig. 22)
U kunt de laserlijn verplaatsen naar de linker- of rechter-
zijde van het zaagblad, afhankelijk van de zaagbewer-
king. Voor het verplaatsen van de laserlijn, zie de uitleg
onder "Werking van de laserstraal".
OPMERKING:
• Plaats een houten hulpstuk tegen de geleider wanneer
u de zaaglijn instelt met de laserlijn aan de zijkant van
de geleider voor gecombineerd zagen (45° schuine
hoek en 45° rechtse verstekhoek).
A) Wanneer u de juiste afmeting krijgt aan de linker-
zijde van het werkstuk
• Verplaats de laserlijn naar de linkerzijde van het
zaagblad.
85