APPARATUUR-INSTELLINGEN
APPARATUUR-INSTELLINGEN
UTILITY
(SET UP)
Activeren van de apparatuur-instellingenmodus
1
Schakel het apparaat (POWER) in terwijl u op de UTILITY (SET
UP) toets drukt.
• Blijf op de UTILITY (SET UP) toets drukken terwijl het woord
[Pro DJ] wordt aangegeven.
• Het apparatuur-instellingenscherm wordt weergegeven.
MICROFOON-INSTELLING
1
Raak [MIC] aan.
Het MIC instellingenscherm wordt weergegeven.
2
Kies de instellingen door [] of [] aan te raken.
OUTPUT TO
BOOTH MONITOR
TALK OVER
THRESHOLD LEVEL
TALK OVER LEVEL
3
Raak [SAVE] aan om de instellingen op te slaan.
De instellingen zijn pas geldig nadat [SAVE] is aangeraakt.
42
Du
HI
10
10
9
9
8
8
7
7
6
6
5
5
4
4
3
3
2
2
1
1
0
0
Hiermee kiest u of de audio van de
microfoon naar de cabinemonitor wordt
uitgevoerd.
Hiermee stelt u de gevoeligheid van de
talkover-functie in.
Hiermee stelt u het niveau van de
talkover-functie in.
POWER
SYSTEEMINSTELLINGEN
1
Raak [SYSTEM] aan.
Het SYSTEM instellingenscherm wordt weergegeven.
2
Kies de instellingen door [] of [] aan te raken.
VIDEO SYSTEM
DIGITAL OUT MAX
LEVEL
3
Raak [SAVE] aan om de instellingen op te slaan.
De instellingen zijn pas geldig nadat [SAVE] is aangeraakt.
Hiermee kiest u het videosignaalformaat.
Hiermee stelt u het maximumniveau van
het digitale uitgangscircuit in.