KENNISGEVING:
met olie, zoals 2-taktolie of motorolie. Dat veroorzaakt
overmatige koolafzetting en mechanische storingen.
OPMERKING: Bewaar brandstof in een speciale
jerrycan in een goed geventileerde ruimte in de scha-
duw. Gebruik de brandstof binnen 4 weken. Anders kan
brandstof al binnen een dag verslechteren.
Werkwijze voor brandstof bijvullen
LET OP:
Als de tankdop niet goed werkt of
beschadigd is, dient u deze te vervangen.
LET OP:
De tankdop zal na verloop van tijd ver-
sleten raken. Vervang hem om de twee tot drie jaar.
KENNISGEVING:
de vulopening voor de motorolie.
1.
Draai de brandstoftankdop een beetje los om de
overdruk uit de tank te laten ontsnappen.
2.
Draai de brandstoftankdop eraf en vul brandstof bij
terwijl u de lucht uit de brandstoftank laat ontsnappen door
de brandstofvulopening naar boven gericht te houden. Vul
NOOIT brandstof bij tot aan de bovenrand van de tank.
3.
Draai de tankdop weer stevig vast nadat u klaar
bent met brandstof bijvullen.
BEDIENING
De motor starten
WAARSCHUWING:
motor te starten op dezelfde plek als waar u
brandstof hebt bijgevuld. Hierdoor kan ontvlam-
ming en brand ontstaan. Ga voor het starten van
de motor minstens 3 meter weg van de plek waar
brandstof is bijgevuld.
WAARSCHUWING:
de motor zijn giftig. Laat de motor niet draaien op
een slecht geventileerde plaats, bijvoorbeeld in
een tunnel, in een gebouw enz. Het gebruik van de
motor op een slecht geventileerde plaats kan leiden
tot vergiftiging door uitlaatgassen.
WAARSCHUWING:
en inspecteer hem onmiddellijk wanneer u na
het starten iets vreemds waarneemt, zoals een
vreemd geluid, vreemde geur of trillingen. Als u
de motor blijft gebruiken terwijl zich een dergelijk
abnormaal verschijnsel voordoet, kan dat leiden tot
ongelukken.
WAARSCHUWING:
kap niet aan. Anders zou u brandwonden kunnen
oplopen.
WAARSCHUWING:
starten van de motor ervan dat er geen brandstof-
lekkage is.
WAARSCHUWING:
motor daadwerkelijk uit gaat wanneer u de stop-
schakelaar in de stand "O" zet.
Gebruik nooit benzine gemengd
Vul GEEN brandstof bij in
Probeer nooit de
De uitlaatgassen van
Zet de motor uit
Raak de hete motor-
Verzeker u voor het
Controleer of de
Wanneer de motor koud is of na het
bijvullen van brandstof (koude start)
1.
Plaats de bladblazer op een vlakke ondergrond.
2.
I/O-stand
Zet de stophendel in de stand "I".
1
► 1. Stophendel
3.
Blijf op de opvoerpomp drukken totdat er brand-
stof in de opvoerpomp komt.
1
2
► 1. Chokehendel 2. Opvoerpomp
OPMERKING: Doorgaans komt er na 7 tot 10 keer
drukken brandstof in de carburateur.
OPMERKING: Als buitensporig vaak op de opvoer-
pomp wordt gedrukt, zal het overschot aan benzine
terugstromen naar de brandstoftank.
4.
Zet de chokehendel omhoog in de gesloten stand.
5.
Plaats uw linkerhand bovenop de bladbla-
zer en trek langzaam met uw rechterhand aan de
trekstarthandgreep tot u compressie voelt. Trek daarna
krachtig aan de trekstarthandgreep.
92 NEDERLANDS