MONITORFUNCTIES
De monitor wordt actief wanneer het toestel op de
elektricteit wordt aangesloten en u daarna begint
te fietsen of op een willekeurige toets drukt. Op de
monitor verschijnt dan het startmenu.
Als er 5 minuten geen activiteit is (fietsen, of het
indrukken van een toets), schakelt de monitor vanzelf
uit. Er blijft, zolang de transformator in het stopcontact
aangesloten is, spanning op de elektronica en de
monitor staan.
De waarden van een onderbroken training worden 5
minuten in het geheugen van de monitor opgeslagen,
waarna ze op nul worden gezet.
De monitor geeft zelf toelichting op de monitorfuncties.
De instructies op het display zijn te herkennen aan de
letter i tegen een gele achtergrond. De instructieteksten
verdwijnen van het display als u op ENTER drukt.
Deze trainer is geschikt voor het gebruik van de T-Ware
fitness test- en conditie programma. U kunt gebruik
maken van deze software op uw PC door middel van
het aansluiten van de trainer met een USB kabel (USB-
aansluiting aan de achterkant van de monitor).
Informatie betreffende het T-Ware kunt U en Tunturi's
website www.tunturi.com vinden.
INSTELLING VAN GEBRUIKERGEGEVENS
Wij adviseren u om een gebruikerscode te kiezen
en uw persoonlijke gegevens op te slaan. Deze
informatie wordt o.a. gebruikt bij het schatten van uw
persoonlijke calorieverbruik. Verder kunt u instellen
met welke meeteenheden het toestel moet werken
en de totaalwaarden van het toestel bekijken. Met
uw gebruikerscode kunt u ook uw zojuist afgesloten
training opslaan.
Bij het alternatief Just Go worden de
gebruikersinstellingen niet in gebruik genomen. U kunt
de training direct starten door de toets voor de gewenste
training in te drukken.
Bij Just Go kan de uitgevoerde training niet worden
opgeslagen.
GEBRUIKERSINSTELLINGEN
1.
Kies met de pijltoets gebruikerscode 1-4. Bevestig de
instelling met de ENTER-toets.
2.
Kies met de pijltoets SETTINGS-functie. Bevestig de
instelling met de ENTER-toets.
3.
Kies met de pijltoets de taal. Bevestig de instelling
met de ENTER-toets.
4.
Stel de meeteenheden in (gegevens volgens het
metrische systeem: Metric1 (km, kg, cm, kcal), Metric2
(km, kg, cm, kJ), gegevens in Engelse eenheden:
Imperial1, Imperial2) met de pijltoetsen. Bevestig de
instelling met de ENTER-toets.
5.
Geef uw gewicht op. Verander de instelling met de
pijltoetsen. Bevestig de instelling met de ENTER-toets.
6.
Geef met de pijltoets uw lengte op. Bevestig de
instelling met de ENTER-toets.
40
BELANGRIJK!
7.
Stel het geslacht in (Male = man / Female = vrouw):
verander de instelling met de pijltoetsen. Bevestig de
instelling met de ENTER-toets.
8.
Stel de leeftijd van de gebruiker in: verander de
instelling met de pijltoetsen. Bevestig de instelling met
de ENTER-toets.
9.
Geef uw maximale hartslag op met de pijltoetsen. De
monitor schat de maximale hartslag door berekening
op basis van de eerdere gegevens van de gebruiker, met
de formule 208 - 0,7 x leeftijd. Als u uw maximale
hartslag precies weet, kunt u de door de monitor
geschatte waarde corrigeren. Bevestig de instelling met
de ENTER-toets.
10.
Stel uw aërobische drempelhartslag in met de
pijltoetsen. De monitor berekent de drempelhartslag
(60% van de maximale hartslag). Als u uw aërobische
drempelhartslag precies weet, kunt u de schatting van
de monitor corrigeren. Bevestig de instelling met de
ENTER-toets.
11.
Stel uw anaërobische drempelhartslag in met de
pijltoetsen. De monitor berekent de drempelhartslag
(80% van de maximale hartslag).
Als u uw anaërobische drempelhartslag precies weet,
kunt u de schatting van de monitor corrigeren.
Accepteer uw keuze met ENTER, waarna u vanzelf
terugkeert naar het beginscherm van de functie
SETTINGS.
Nadat u de gebruikersgegevens heeft ingesteld, kunt u
daarvan in het vervolg profiteren: geef voordat u gaat
trainen uw eigen gebruikersnaam op met de pijltoetsen.
Daarna kunt u met de training beginnen door op de
gewenste functietoets te drukken.
Door in het beginscherm van de functie SETTINGS te
kiezen voor Terug, keert u terug naar de begintoestand
van de monitor zonder iets in te stellen.
Als u in het beginscherm van de functie SETTINGS
kiest voor Log, komt een samenvatting van de
trainigsgegevens van de gekozen gebruiker op het
scherm. U kunt hier de gegevens van de laatste training
of een samenvatting van alle trainigen van een gebruiker
bekijken. Met Terug komt u weer op het beginscherm
van de functie SETTINGS.
Als u in het beginscherm van de functie SETTINGS
kiest voor Verwijder, wist u de gebruiker en de
bijbehorende gegevens uit het geheugen van de meter.
QUICK START
1.
Druk op het QUICK START-toets en begin met de
training door te gaan fietsen.
2.
U kunt met de pijltoetsen het gewenste
inspanningsniveau (1-58 Nm) instellen. De stippen
geven de intensiteit van de training weer. Hoe hoger de
stippen, hoe zwaarder de inspanning.
3.
U beëindigt het trainingsprogramma door twee
keer op de STOP-knop te drukken, en het monitor
gaat terug in de startmodus, of door eenmaal op de
MEMORY-toets te drukken, daarna u kunt de training
in het geheugen opslaan.