toont vervolgens het testresultaat:
A)
aërobische conditie = schatting van uw
conditieniveau in het inspanningsgebied dat u meestal
gebruikt en dat het best weergeeft hoe goed uw
lichamelijke conditie is.
B)
MET-waarde = getal dat het aantal veelvouden
aangeeft waarmee de zuurstofopnamecapaciteit van uw
lichaam kan toenemen ten opzichte van een volledige
rusttoestand.
C)
ml/kg/min = uw zuurstofopnamecapaciteit
uitgedrukt in milliliters zuurstof per minuut per kilo
lichaamsgewicht.
D)
l/min = uw zuurstofopnamecapaciteit uitgedrukt
in liters zuurstof per minuut. Het verschil met de
voorafgaande waarde is, dat hier geen rekening wordt
gehouden met uw lichaamsgewicht.
E)
Wmax = schatting van uw maximale prestatieniveau
in Watt.
F)
W/kg = verhoudingsgetal van uw maximale
prestatieniveau en uw gewicht.
4.
Door op ENTER te drukken verlaat u de testmodus.
TARGET HR PROGRAMMA VOOR DE
STREEFHARTSLAG
Dit programma zorgt ervoor dat de weerstand steeds
zodanig aangepast wordt dat uw hartslag op de
ingestelde waarde blijft. Hiervoor moet uiteraard de
hartslag gemeten worden.
1.
Druk op het TARGET HR-toets.
2.
Het HR venster licht nu op. Kies met de pijltoetsen
de gewenste hartslagniveau (80-220) . Bevestig de
instelling met de ENTER-toets.
3.
Kies met de pijltoetsen de door u gewenste
streefwaarde voor de training de duur in tijd (SET
TIME, 3 –100 minuten), of in afstand (SET
DISTANCE, 3-100 km), of in calorieverbruik (200-
8000 kJ). Bevestig de instelling met de ENTER-toets.
4.
Stel de streefwaarde in met de pijltoetsen en bevestig
uw keuze met ENTER.
5.
Begin met de training door te gaan fietsen. Tijdens
de training kunt u de hartslag instellen (80-220). Het
display toont lichte inspanning met groene balken,
actieve inspanning met gele balken en zware inspanning
met rode balken. Tijdens de training kunt u met
ENTER op het display de inspanning of de hartslag
afbeelden. Voor het tonen van de hartslag is het gebruik
van de hartslagriem vereist. U kunt met de pijltoetsen
het gewenste inspanningsniveau (20-600 W) instellen.
De stippen geven de intensiteit van de training weer.
Hoe hoger de stippen, hoe zwaarder de inspanning.
6.
Nadat de streefwaarde is bereikt, klinkt een
geluidssignaal. Als u wilt kunt u gewoon doorgaan met
het programma.
7.
U beëindigt het trainingsprogramma door twee
keer op de STOP-knop te drukken, en het monitor
gaat terug in de startmodus, of door eenmaal op de
MEMORY-toets te drukken, daarna u kunt de training
in het geheugen opslaan.
H A N D L E I D I N G
MEMORY
U kunt in het geheugen van de monitor vijf
zelfgemaakte trainingsprogramma's voor elk van vier
gebruikers opslaan.
BEWAREN VAN EIGEN PROGRAMMA'S
1.
Druk op het MEMORY-toets, wanneer u een zelf
ontwikkeld programma wilt vastleggen.
2.
Kies met de pijltoetsen de gewenste geheugenlocatie
(u kunt kiezen uit 1-5). Bevestig uw keus met ENTER.
Het eigen programma is nu vastgelegd in de computer.
BELANGRIJK!
Een programma moet minstens 10
minuten lang zijn om te kunnen worden opgeslagen.
3.
U kunt een bestaand programma vervangen door een
nieuw. In dat geval verzoekt de monitor om bevestiging.
Selecteer met de pijltoetsen en accepteer uw keuze met
ENTER.
GEBRUIK VAN DE PROGRAMMA'S
1.
Druk op de MEMORY-toets.
2.
Kies de gewenste programmamodus met de
pijltoetsen.
A)
Herhaal = herhaal de training zoals deze is opgeslagen
B)
Bewerk = bewerk de duur van de opgeslagen training
voordat deze in gebruik wordt genomen
C)
Wedstrijd = houd een wedstrijd tegen de opgeslagen
trainingsprestatie.
BELANGRIJK!
Bij de wedstrijdfunctie kunt u alleen
programmaprofielen gebruiken die zijn gemaakt in
de manual functie. In dergelijke profielen wordt de
weerstand weergegeven in standaard krukasmoment
(Nm).
3.
Accepteer uw keuze met ENTER.
A)
Herhaal = begin de training door te gaan fietsen. Met
de pijltoetsen kunt u bladeren in weerstandsniveau's van
het programma.
B)
Bewerk= kies de duur van de training met de
pijltoetsen (SET TIME tussen 10 en 180 min.). Begin
de training door te gaan fietsen. Met de pijltoetsen kunt
u het weerstandsniveau van het programma wisselen.
C)
Wedstrijd = kies de wedstrijdmodus met de
pijltoetsen (tijd: welke afstand kunt u in de opgegeven
tijd afleggen, of afstand: hoe snel kunt u de opgegeven
afstand afleggen) en bevestig uw keuze met ENTER.
Het opgeslagen wedstrijdprofiel komt op het display.
Begin de wedstrijd door te gaan fietsen. Onderaan het
display komt uw snelheid (km/u) te staan en of u voor
of achter ligt op het schema (d.w.z. de laatste opgeslagen
prestatie met dit programma).
Uw afstand in vergelijking met de vorige training komt
ook op het scherm: de opgeslagen afstand is een blauwe
verticale lijn.
4.
U beëindigt het trainingsprogramma door twee
keer op de STOP-knop te drukken, en het monitor
gaat terug in de startmodus, of door eenmaal op de
MEMORY-toets te drukken, daarna u kunt de training
in het geheugen opslaan.
ONDERHOUD
De Tunturi apparaten hebben weinig onderhoud nodig.
Het is raadzaam om zo nu en dan te controleren of alle
bouten en moeren nog goed vast zitten. U kunt het
NL
•
E 8 5 S E 8 5
43